Les 4_Steven

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 2

Sportleider als Begeleider

Periode 2

Hoofdstukken

03 Doelgroepen

05 Het basisschool kind

06 Puberteit & adolescentie

Op basis waarvan kun je doelgroepen indelen?
(volgens het boek)
Noem één van de twee

1. Taakvolwassenheid
2. Leeftijd
3. Ontwikkelingsfase
4. Ontdekkingsfase

Een kind in de leeftijd 1,5 tot 4 jaar is een:

1. Kleuter
2. Peuter
3. Jong Schoolkind
4. Oude baby

Lichamelijke ontwikkeling bij een kleuter wordt gekenmerkt door:

1. Breedte groei en afname van spiermassa
2. Lengte groei en toename van spiermassa
3. Ze hebben veel fantasie
4. Er worden volledige zinnen gemaakt

Wat is waar?

1. De motoriek ontwikkelt zich van fijn naar grof
2. Kleuters hebben al een voorkeurshand
3. Kleuters zijn snel moe
4. Kleuters hebben heel veel kracht

Waarom heeft een kleuter een levendige fantasie?

1. Om zichzelf gerust te stellen
2. Omdat hij de waarheid niet aan kan
3. Om een oplossing te vinden op een vraag
4. Omdat kleuters veel voorgelezen worden

Wat betekent 'schoolrijp' zijn?

1. Zich lang kunnen concentreren
2. Zelf naar school kunnen lopen
3. Niet meer in Sinterklaas geloven
4. Zindelijk zijn en zonder ouder (vader / moeder) kunnen zijn

De sociale ontwikkeling van een kleuter wordt gekenmerkt door:

1. Alleen spelen (solitair)
2. Samen spelen en samen delen
3. Naast elkaar spelen en niet willen delen
4. Moeite hebben met delen

Ontwikkeling in lengte en gewicht.
Wat is niet waar?

1. Bij de kleuter nemen gewicht en lengte gelijk toe
2. Er zijn nauwelijks opvallende verschillen tussen jongens en meisjes
3. Er is sprake van een geleidelijke groei
4. Meisjes groeien sneller dan jongens

Wat moet je NIET doen bij een bewegingsactiviteit aan kleuters?

1. Korte inspanningen
2. Aansluiten bij de belevingswereld
3. Veel krachtoefeningen
4. Veel variaties

Instructie aan kleuter is:

1. Lang en uitgebreid
2. Abstract
3. Kort en krachtig
4. Uitgebreid praatje

Wat is lichaamsbesef niet?

1. De kennis die we hebben van het lichaam van anderen
2. De kennis die we hebben van ons eigen lichaam
3. De stand van het lichaam in de ruimte
4. De stand van het lichaam ten opzichte van elkaar

Waar kun je rekening mee houden in je organisatie bij een bewegingsactiviteit aan kleuters?

1. De kleuters is erg hulpvaardig
2. Ze kunnen lang wachten
3. Ze kunnen erg lang een activiteit spelen achter elkaar
4. De kleuter houdt niet van experimenteren

Het basisschoolkind

Het jonge schoolkind

kinderen van 6 tot 9 jaar oud.

Ontwikkeling

De lichamelijke ontwikkeling

De cognitieve ontwikkeling

De sociaal-affectieve ontwikkeling

Lichamelijke ontwikkeling

•  harmonische lichaamsverhouding
  
•  goede oog-handcoördinatie
  
• rekening houden met intensiteit
  
• aandacht voor leren en oefenen
  
• ontstaan spelinzicht
  
• hoge sportdeelname

Cognitieve ontwikkeling

• Van concreet naar begin van abstract denken
  
  
• Fantasie en realiteit
  
  
• Spelgedrag
  
  
• Taalontwikkeling

Sociaal-affectieve ontwikkeling

• vriendschap gericht op de eigen sekse
  
• prestatiedrang
  
• emotionele ontwikkeling waarbij emoties verborgen blijven
  
• opstandig gedrag in de vorm van agressie en ongehoorzaamheid.

Opdracht 

Groep van 6 

Lees de vragen door / verdeel wie welke observeert

Omschrijf het gedrag zo concreet mogelijk

Presenteer de antwoorden eind van deze les

10 min

Voorbeeld

Welke verschillen zie je in oog-hand/ beweeg coördinatie? 

Jongetje gele shirt kan een bal die via de grond stuitert niet vangen en moet deze oppakken als die stil ligt. Meisje met krullen vangt alle ballen die met een stuit komen. Dat meisje is duidelijk verder in oog hand coördinatie

Verwerkingsopdrachten

Boek 2

Hoofdstuk 5: Het basisschoolkind

Opdracht 9 t/m 13

Observaties les

Hoe heb je de les ervaren?

😒🙁😐🙂😃