5.1 inkomsten en uitgaven

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

H5 

paragraaf 1

Inkomsten en uitgaven

Lesopzet 

1. Lesopening
2. Lesdoelen
3. Terugblik
4. Instructie
5.  Begeleid inoefenen
6. Zelfstandig werken
7. Evaluatie
   

1. Lesopening

Je hebt het tweede deel van het boek nodig.

2B

Laat je boek nog even dicht.

2. Lesdoel

Ik kan benoemen welke inkomsten en uitgaven een huishouden heeft.

3. Terugblik

Het vorige hoofdstuk heb je gekeken naar dingen kopen, kiezen van de beste producten voor jouzelf én voor jouw budget.

Deze les gaat over inkomsten en uitgaven.

Vraagje: hoe zit het met jouw inkomsten en uitgaven?

4. Instructie

Boek blz. 8: Opdracht 1

Martijn doet boodschappen. Hij betaalt de boodschappen van de gezamenlijke bankrekening van hem en zijn vriendin Pascha.

 Martijn had graag meer lekkere dingen willen kopen, maar het saldo op hun gezamenlijke rekening is te laag.

Opdracht 1a

Bekijk Martijns winkelwagen (zie bron).

a Waarom liggen er alleen maar 

noodzakelijke boodschappen 

in zijn winkelwagen?

Antwoord

 a Waarom liggen er alleen maar noodzakelijke boodschappen in zijn winkelwagen?

Bijv.: Het saldo op hun bankrekening is te laag voor andere boodschappen.

5. Begeleid inoefenen

Samen maken en nakijken:

opdracht 1b-2.

6. Zelfstandig werken

Opdracht: 

3 t/m 8 (blz. 8-10)

Klaar? 

Maken opdracht 9 t/m 12 (blz. 10-11)

         en rekentrainer paragraaf 5.1 (blz. 35)

Huiswerk

Basis:

Opdracht:

3 t/m 8 (blz. 8-10)

Kader: 

Maken opdracht 3 t/m 12 (blz. 8-11)

 en rekentrainer paragraaf 5.1 (blz. 35)

7. Evaluatie