mercredi 20 mai 2020

Mercredi 20 mai 2020

  • Ga naar www.lessonup.com en log in met de code rechtsonder in het scherm


1 / 15
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Mercredi 20 mai 2020

  • Ga naar www.lessonup.com en log in met de code rechtsonder in het scherm


Slide 1 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?
  • exercice de vocabulaire
  • futur simple
  • Vervoersmiddelen in het Frans
  • texte B

Slide 2 - Slide

les buts
  • aan het einde van deze les weet je hoe je de futur simple in het Frans moet maken
  • aan het einde van de les ken je enkele vervoersmiddelen in het Frans

Slide 3 - Slide

Exercice de vocabulaire
We gaan de presentielijst even doornemen aan de hand van de vocabulaire. Nummer 1 begint, krijgt een vocabulaire vraag en zo gaan we verder! 

Het is belangrijk dat jullie de vocabulaire blijven oefenen! 

Slide 4 - Slide

Welke 2 futur vormen zijn er in het Frans?

Slide 5 - Mind map

Hoe maak je de futur simple van regelmatige werkwoorden?

Slide 6 - Open question

ik zal praten

Slide 7 - Slide

Over welke 6 uitzonderingen hebben we gepraat?

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Slide

Oefening
1 : Tu (prendre).... un thé.
2: Nous (rester) .... un jour de plus.
3 Julie et Camille (préparer).... leur repas. 
4: Est-ce que vous (aller) .... à la piscine en été?
5 Mardi prochain nous (pouvoir) .... nous rencontrer.
6 Quand est-ce que tu (être) .... à Paris?
7 La bibliothèque (fermer) .... pendant les vacances. 
8 Demain, elles (aller) .... à la piscine.


timer
3:00

Slide 10 - Slide

Lees tekst B (blz. 95) globaal. Welke 5 vervoersmiddelen kom jij tegen?

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Les devoirs pour aujourd'hui & la semaine prochaine
Faire: 13b/c,14c,d,e/15 (na deze les)

Faire: 8,9,10,11, (tijdens de volgende les)

Apprendre: A+ B

Slide 13 - Slide

les buts
  • aan het einde van deze les weet je hoe je de futur simple in het Frans moet maken
  • aan het einde van de les ken je enkele vervoersmiddelen in het Frans

Slide 14 - Slide

Je (partir)...... en vacances .... (vervoersmiddel)

Slide 15 - Open question