5havo - 1933 , het nationaal-socialisme en toets nabespreken

Graag zitten volgens plattegrond. Telefoon in de bak?

1 / 37
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Graag zitten volgens plattegrond. Telefoon in de bak?

Slide 1 - Slide

Toets
  • 10 onvoldoendes
  • 19 voldoendes
  • gemiddeld cijfer 5,9
  • Hoogste cijfer een 8,7! Supergoed!
  • En meer cijfers bij de 7,5, top!
  • Heb je minder gescoord. Geen paniek, genoeg tijd om te oefenen, kijk we goed wat er mis ging!

Slide 2 - Slide

Vorige les

  • Verdrag van Versailles
  • Dolkstootlegende
  • Dawesplan
  • Beurskrach


Deze les

  • 1933
  • Nationaalsocialisme

Keuze-
- Toets nabespreken                    - - examenvragen maken-- Samenvatten

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Leerdoelen deze les
8 . Je kan uitleggen hoe Hitler in 1933 de volledige macht in Duitsland in handen kreeg.
9. Je kan uitleggen hoe de Duitse samenleving werd genazificeerd.

Slide 6 - Slide

Je kan uitleggen hoe Hitler in 1933 de volledige macht in Duitsland in handen kreeg.

Slide 7 - Slide

De Beurskrach
  • Door de Beurskrach veel werkloosheid en ellende.
  • De NSDAP wordt populairder dan ooit.
  • Hitler had na de mislukte staatsgreep besloten om alleen nog via verkiezingen aan de macht te komen...

  • ...en mensen stemmen massaal op hem!

Slide 8 - Slide

Beloftes van Hitler

  1. Hitler zou Duitsland uit de economische problemen helpen en de werkloosheid oplossen
  2. nationale eenheid (grondgebied terug, weer een sterk land)
  3.  Hitler beloofde zich niet meer aan het verdrag van Versailles te houden als hij aan de macht kwam

Slide 9 - Slide

Gevolgen

De NSDAP is bij de verkiezingen van 1932 de grootste partij.

Hitler wordt aangewezen als  Rijkskanselier. (minister-president)

Slide 10 - Slide

Hitler wordt kanselier
30 januari 1933
  • Na de verkiezingen van november 1932 wordt de NSDAP de grootste partij.
  • Andere partijen (en de president) kunnen niet meer om Hitler heen: Hitler wordt Rijkskanselier (minister-president). 
  • Er worden nieuwe verkiezingen uitgeschreven, die zouden plaatsvinden in maart 1933.

Slide 11 - Slide

Rijksdagbrand
27 februari 1933
  • De Rijksdag wordt op 27 februari in brand gestoken.
  • Een Nederlandse communist, Marinus van der Lubbe, wordt opgepakt, veroordeeld en geëxecuteerd.
  • Aan zijn schuld wordt echter nu nog steeds ernstig getwijfeld...

Slide 12 - Slide

Rijksdagverordening
28 februari 1933


  • Een dag na de brand voert Hitler de machtigingswet in.
  • De brand wordt afgeschilderd als een aanval van vijanden.
  • De Grondwet kan door Hitler worden aangepast en opgeschort, zonder goedkeuring van het Duitse parlement
  • Politieke tegenstanders vervolgd
  • Anti-nazi acties worden verboden

Slide 13 - Slide

Hitler aan de macht
  •  

Slide 14 - Slide

Machtigingswet
24 maart 1933
  • Een maand later neemt het Duitse parlement een noodwet aan, de Machtigingswet.
  • Deze wet geeft Hitler onbeperkte macht: Duitsland is een dictatuur.

Slide 15 - Slide

Het interbellum
De tijdlijn van de NSDAP en Hitler

Slide 16 - Slide

Nationaal-socialisme

Slide 17 - Slide

Kenmerkende 
nationaal-socialisme?

Slide 18 - Slide

Totalitaire ideologie

  1. - Een partij
  2.  - Een leider met bijna goddelijke status
  3. - Gebruik van propaganda om de bevolking te indoctrineren
  4.  - Gebruik van terreur en repressie om politieke tegenstand te onderdrukken

Slide 19 - Slide

Kenmerken Nationaal-Socialisme


1. Extreem-nationalistisch
2. Militaristisch
3. Antidemocratisch en anticommunistisch
4. Eén sterke leider principe 
5. Verheerlijking geweld (bv. knokploegen)
6. Totalitair 
7. Rassenleer en  Antisemitisme 
8. Idee van Lebensraum

Slide 20 - Slide

Ubermensch
Ariërs waren in ogen Nazi's: 
  • Blond haar
  • Blauwe ogen
  • Witte huidskleur
  • afstammend van de Germanen

Slide 21 - Slide

Untermensch
  • Joden
  • Roma, Sinti (zigeuners) 
  • slavische volken
  • Sovjet burgers
  • Gehandicapten 
  • Homoseksuelen 
  • Zieke mensen 

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

fascisme
+ lebensraum + rassenleer
 = nationaal-socialisme

Slide 25 - Slide

aanvullend op het fascisme

Slide 26 - Slide

Kenmerken
Fascisme
  • Extreem-nationalistisch
  • Militaristisch
  • Antidemocratisch
  • Eén sterke leider principe (Benito Mussolini (il duce)
  • Verheerlijking geweld (bv. knokploegen)
  • Totalitair (ze wilden de bevolking helemaal controleren, iedereen moest zich inzetten voor de ideologie).


Slide 27 - Slide

Totalitaire ideologie: nazisme
Duitse variant van het fascisme.

Gaat uit van een rassenleer (sommige rassen (ariers) zijn meer waard dan anderen (slaven en joden)

Slide 28 - Slide

Samenvatting
 Nadat zijn partij bij verkiezingen de grootste was geworden werd Hitler in 1933 benoemd tot rijkskanselier. Met de machtigingswet, die na de Rijksdagbrand werd aangenomen, zette het parlement zichzelf buitenspel en kwam de Republiek van Weimar ten einde. 

Slide 29 - Slide

Wat willen jullie nu doen?
samenvatten
examenopgaves maken
toets nabespreken

Slide 30 - Poll

Toets nabespreken
  • Ruim je spullen op.
  • Zet het lokaal in tafelgroepjes van 4.
  • Ik heb groepjes gemaakt.
  • De groepsleider haalt zo een pakketje op.
  • Je volgt samen het stappenplan.


  • Groep 1: Julius de Groot
  • Groep2: Su
  • Groep 3: Valentijn
  • Groep 4: Julius de Vries
  • Groep 5: Daniel
  • Groep 6: Abe
  • Groep 7: Raafje

Slide 31 - Slide

quiz
aan de slag met examenopdrachten
Samenvatten

Slide 32 - Slide

Wanneer was de beurskrach
A
1929
B
1925
C
1933
D
1919

Slide 33 - Quiz

Wat is een kenmerk van de NSDAP? Maak de zin af:

De NSDAP is een partij …
A
...die voor een dictatuur is
B
...die voor samenwerking met de communisten is
C
...die voor vrijheid van meningsuiting is
D
...die voor vrije verkiezingen is

Slide 34 - Quiz

Waarom was de NSDAP zo populair in 1929?
Door:
A
Werkloosheid crisis
B
Mensen kregen geld als je bij de partij ging
C
Slimme propaganda
D
Militarisme

Slide 35 - Quiz

Wat is geen kenmerk van het nationaal-socialisme
A
Rassenleer
B
Nationalisme
C
Eén autoritaire leider
D
Democratie

Slide 36 - Quiz

Wat is rassenleer?
A
Verdeling van mensheid in zwakke en sterke rassen
B
Het uitroeien van Joden in Europa
C
De officiële lessen in nazi-scholen

Slide 37 - Quiz