Week 15 - les 1 - grammatica woordsoorten H4

Welkom!

Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl


1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!

Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl


Slide 1 - Slide

- Terugkijken vorige periode / toetsweek
- Vooruitkijken komende periode
- Lezen
- Grammatica woordsoorten H4


Doel:
- Je kent de woordsoorten die je tot nu toe hebt moeten maken .
- Je kunt van elk woord dat een hoeveelheid aangeeft, zeggen wat voor telwoord het is. 
Vandaag in de les:

Slide 2 - Slide

Hoe ging de toetsweek?

Slide 3 - Slide

Ben jij zelf tevreden over de toetsweek?
A
100%
B
50%
C
75%
D
0%

Slide 4 - Quiz

Ben jij zelf tevreden over de toets Nederlands?
A
100%
B
50%
C
75%
D
0%

Slide 5 - Quiz

Joshua ... (verwennen) zijn pasgeboren dochter nu al

Slide 6 - Open question

Joshua heeft zijn pasgeboren dochter altijd al ... (verwennen)

Slide 7 - Open question

In de eerste zin:
Joshua ... (verwennen) zijn pasgeboren dochter nu al.
Verwennen = pvtt
Hij vorm =  ik vorm (verwen) +t = verwent

In de tweede zin:
Joshua heeft zijn pasgeboren dochter altijd al ... (verwennen)
Heeft = pvvt
Verwennen = voltooid deelwoord = verwen
- met een D,  want:
a. verleden tijd is verwende
b. de N van verweN zit niet in 't exkofschip, dus moet het een - d- woorden

Hoe schrijf je verwennen?

Slide 8 - Slide

Aan de hand van de planner op it's learning.
Wat gaan we de komende tijd doen?

Slide 9 - Slide

Stillezen
timer
7:30

Slide 10 - Slide

Woordsoorten

Slide 11 - Slide

Welk woord (of woorden) in deze zin geeft (of geven) een hoeveelheid aan?

Drie leerlingen uit de klas hadden voor de zoveelste keer een 10 gehaald voor hun toets.

Slide 12 - Open question

Geeft de hoeveelheid aan of geeft aan als hoeveelste iets is. 

Hoofdtelwoord
Ik wil graag één brood. 

Rangtelwoord
Ik heb als eerste gereageerd!
Telwoord

Slide 13 - Slide

Geeft de hoeveelheid aan of geeft aan als hoeveelste iets is. 

Hoofdtelwoord
Ik wil graag één brood. 
Sommige leerlingen zijn er niet

Rangtelwoord
Ik heb als eerste gereageerd!
Dit is de zoveelste keer dat je dit doet!
Telwoord - bepaald of onbepaald
Hier weet je hoeveel het precies is = bepaald
Hier weet je niet hoeveel het precies is = onbepaald

Slide 14 - Slide

hoofd-/ rangtelwoord - bepaald of onbepaald

Slide 15 - Slide

Wat zijn de telwoorden in deze zin:
De gemiddelde jaartemperatuur in De Bilt bedroeg in 2017 10,9 graden.

Slide 16 - Open question

2017 en 10,9 zijn
A
bepaalde rangtelwoorden
B
onbepaalde rangtelwoorden
C
bepaalde hoofdtelwoorden
D
onbepaalde hoofdtelwoorden

Slide 17 - Quiz

Wat zijn de telwoorden in deze zin:
Het leverde een derde plek op in de ranglijst voor temperatuur.

Slide 18 - Open question

derde is een
A
bepaald rangtelwoord
B
onbepaald rangtelwoord
C
bepaald hoofdtelwoord
D
onbepaald hoofdtelwoord

Slide 19 - Quiz

Wat zijn de telwoorden in deze zin:
De neerslagsom kwam enkele millimeters onder het normale niveau uit.

Slide 20 - Open question

enkele is een
A
bepaalde rangtelwoord
B
onbepaalde rangtelwoord
C
bepaalde hoofdtelwoord
D
onbepaalde hoofdtelwoord

Slide 21 - Quiz

Wat:
- Grammatica woordsoorten H4 - telwoorden - hele leerlijn

Tip:
- Weet je de 'andere' woordsoorten niet meer? Kijk goed in 'de brug' of eerdere hoofdstukken. 
- Maak zelf een overzicht van ALLE woordsoorten.
 
Werk netjes, als je iets niet snapt, vraag het dan en ga niet  als een kip zonder kop alles goed rekenen (leer je NIETS van)

Wanneer:
Deze week

Aan de slag:

Slide 22 - Slide