Handenwasprotocol

Handenwasprotocol
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Voortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Handenwasprotocol

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Micro organismen

Slide 3 - Slide

Welke 4 micro organismen ken jij?

Slide 4 - Open question

Bacteriën zijn .....
A
niet met het blote oog zichtbaar
B
soms nuttig
C
veroorzakers van infectieziekten
D
gemiddeld 1 micrometer groot

Slide 5 - Quiz

Virussen zijn .......
A
de veroorzakers van griep
B
erg besmettelijk
C
soms de veroorzaker van een voedselinfectie
D
de veroorzakers van verkoudheid

Slide 6 - Quiz

Een parasiet .....
A
kan zich voortplanten ten koste van een ander organisme
B
kun je oplopen bij het verschonen van de kattenbak
C
kun je oplopen doordat je je handen niet wast na het toilet bezoek
D
kun je oplopen bij het tuinieren

Slide 7 - Quiz

Een schimmels ......
A
kan een huidaandoening veroorzaken
B
kan luchtwegaandoeningen veroorzaken

Slide 8 - Quiz

Een bacterie .....
A
Kun je bestrijden met antibiotica
B
moet je uitzieken

Slide 9 - Quiz

Een virus ......
A
kun je bestrijden met antibiotica
B
moet je uitzieken

Slide 10 - Quiz

Waarom is handhygiëne
binnen Zorg & Welzijn
zo belangrijk?

Slide 11 - Mind map

Hoe vaak was jij per dag je handen?

Slide 12 - Open question

Op welke momenten was jij je handen?

Slide 13 - Open question

Waarom is handen wassen belangrijk?

Onderzoek heeft aangetoond dat de meeste ziekteverwekkers via de handen verspreid worden. Door regelmatig je handen te wassen met water en zeep verklein je de kans dat jij of iemand in je omgeving ziek wordt.

Slide 14 - Slide

Nooit
- je handen wassen en handdesinfectie gebruiken want dit droogt je handen sterk uit (kwetsbaar).

Slide 15 - Slide

Wanneer handdesinfectie i.p.v. handen wassen?

Slide 16 - Slide

Hoe was jij je handen? 

Slide 17 - Slide

Wat zou jij anders hebben gedaan dan je klasgenoot?

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Was je handen in ieder geval:
- voor het (klaarmaken van) eten; 
- na een toiletbezoek;
- na het verschonen van een kind;
- na het aaien of knuffelen van (huis-)dieren;
- na het buitenspelen;
- na het schoonmaken. Dus ook nadat je een vaatdoekje hebt gebruikt;
- na hoesten, niezen of het snuiten van de neus. 

Was je handen in ieder geval:

- bij zichtbaar vuil;
- voor het (klaarmaken van) eten;
- na een toiletbezoek;
- na het verschonen van een kind;
- na het aaien of knuffelen van (huis-)dieren;
- na het buitenspelen;
- na het schoonmaken. Dus ook nadat je een vaatdoekje
hebt gebruikt;
- na hoesten, niezen of het snuiten van de neus. 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video