Mening en beoordelingswoorden

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lezing mening en beoordelingswoorden
Terugkoppeling: trede 1 afgerond met de leesautobiografie. Heb je je feedback gelezen?

Vooruitblik: over twee weken schriftelijke afsluiting trede 2. Leerdoel leesvaardigheid

Slide 2 - Slide

Vandaag
Lesdoel: Ik leer mijn mening te geven met argumenten.

Slide 3 - Slide

Mening
Een mening is persoonlijk. Met een mening uit je wat je vindt. 

Je herkent een mening aan 'ik vind', 'naar mijn mening' of 'mijn mening is'. 

Slide 4 - Slide

Waarom is het belangrijk om je mening goed te kunnen uiten?

Slide 5 - Open question

Beoordelingswoord
Je gebruikt een beoordelingswoord om je mening te uiten.
Voorbeelden van beoordelingswoorden: mooi, grappig, saai, spannend, eng, realistisch, ouderwets, modern, langdradig, voorspelbaar, verrassend, kinderachtig, ingewikkeld, enz.


Slide 6 - Slide

Argumenten
Bij een mening geef je een argument.
Een argument is uitleg en ondersteuning bij jouw mening.
Een mening zonder argument is niets waard!

Dus NIET: Ik vind het stom, want ja het is stom...

Je herkent een argument aan 'want of omdat'.

Slide 7 - Slide

Dus...
Mening (bevat beoordelingswoord) + argument

Slide 8 - Slide

Ik vind het verrassend,
Ik vind het saai,
Ik vind het lastig, 
Ik vind het realistisch,
want ik kon het einde niet voorspellen
want ik wist al hoe het af zou lopen
want ik ken veel woorden niet
want ik kan mij goed voorstellen hoe de hoofdpersoon zich voelt

Slide 9 - Drag question

Slide 10 - Video

Wat vind je van deze film?
Gebruik twee beoordelingswoorden.

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Video

Wat vind je van deze film? Gebruik twee beoordelingswoorden.

Slide 13 - Open question

De juf leest het korte verhaal 'Een ongelukkig tijdstip' voor. Geef je mening over dit verhaal. Gebruik beoordelingswoorden en argumenten.

Slide 14 - Open question

Wat heb je in deze les geleerd?

Slide 15 - Mind map

Wat vond je van deze les?

Slide 16 - Mind map

Nu:
We maken opdracht 2, 3 en 4.
Zorg ervoor dat je mening duidelijk is en dat er beoordelingswoorden in je stukje te herkennen zijn. 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link