2.4 Cellen

1 / 37
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leerdoelen

  • je moet de onderdelen van een dierlijke cel kennen
  • je moet de onderdelen van een plantaardige cel kennen
  • je moet kunnen uitleggen waar deze onderdelen voor              nodig zijn 

Slide 2 - Slide

cellen
kunnen verschillende vormen hebben. zenuw,bindweefsel,huid,spier

zijn 3D, een soort van doosje dus

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Celmembraan
Het celmembraan is semipermeabel
sommige stoffen kunnen er wel doorheen en andere niet.

 

Slide 5 - Slide

  Kleinere moleculen, zoals   zuurstof en water kunnen   door het celmembraan   heen.
  Grotere moluculen zoals   glucose, kunnen alleen in   de cel komen via een eiwit   dat in de celmembraan zit.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

plantaardige cel

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

organellen
Deel van een cel met een eigen funtie:

celkern
plastiden
mitochondrien
ribosomen

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Welke cellen hebben bladgroenkorrels?
A
Dierlijke cellen
B
Dierlijke en plantaardige cellen
C
Plantaardige cellen

Slide 15 - Quiz

Welke cellen hebben een celwand?
A
Dierlijke cellen
B
Plantaardige cellen

Slide 16 - Quiz

Cellen van mensen horen bij.......
A
plantaardige cellen
B
dierlijke cellen
C
menselijke cellen

Slide 17 - Quiz

Wat is waar?
A
Organen bestaan uit cellen
B
Cellen zijn weefsels
C
Cellen zijn organen
D
De longen zijn cellen

Slide 18 - Quiz

Hoe heet het orgaan dat borst-buikholte scheidt?
A
organenstelsel
B
slokdarm
C
torso
D
middenrif

Slide 19 - Quiz

Welke cellen hebben organellen?
A
dierlijke cellen
B
plantaardige cellen
C
dierlijke en plantaardige cellen
D
geen van beide

Slide 20 - Quiz

waar vind je een vacuole?
A
in cellen van planten
B
in cellen van dieren
C
in beide

Slide 21 - Quiz

de plantencel is stevig door
A
de celmembraan
B
de celwand
C
de vacuole
D
de celwand en vacuole

Slide 22 - Quiz

Welke onderdelen heeft een plantencel wel en een dierlijke cel niet?
A
Celkern, bladgroenkorrels, cytoplasma
B
Bladgroenkorrels, celmembraan, vacuole
C
Bladgroenkorrels, celwand, vacuole
D
Bladgroenkorrels, vacuole, celkern

Slide 23 - Quiz

Hoe heet deel 4?
A
celmembraan
B
vacuole
C
celwand
D
cytoplasma

Slide 24 - Quiz

Wat heeft een dierlijke cel wel?
A
bladgroenkorrels
B
celmembraan
C
celwand
D
vacuole

Slide 25 - Quiz

Wanneer staat een kruidachtige plant rechtop?
A
Als de vacuole vol is
B
Als de cellen bladgroenkorrels hebben
C
Als de vacuole leeg is
D
Als de cellen celwanden hebben

Slide 26 - Quiz

Welk deel is aangeduid?
A
vacuole
B
celplasma
C
celkern
D
protoplasma

Slide 27 - Quiz

Celkern
Vacuole
Bladgroenkorrel
Cytoplasma
Celmembraan
Celwand

Slide 28 - Drag question

2.3 weefsels

Slide 29 - Slide

organisme
Een mens bestaat uit wel 30 biljoen cellen

Slide 30 - Slide

weefsel
meerdere cellen met dezelfde vorm en functie

Slide 31 - Slide

orgaan
Een deel van een organisme met één of meerdere functies

Slide 32 - Slide

verschillende weefsels
Elk orgaan bestaat uit meerdere weefsels

Slide 33 - Slide

tussencelstof
Zit tussen de cellen. Kan vloeibaar, hard of zacht zijn. Dat hangt af van het weefsel.

Tussencelstof van beenweefsel is erg hard.
Tussencelstof van kraakbeenweefsel is soepel.
VRAAG:
waar in je lichaam bevindt zich vloeibare tussencelstof?

Slide 34 - Slide

weefsels in planten
Ook een blaadje bestaat uit meerdere weefsels!

Slide 35 - Slide

Het cambium is weefsel in de stam van een boom.
Het zit vlak onder de schors en maakt ieder jaar een laagje nieuw hout.

Slide 36 - Slide

huiswerk
  • maak de test jezelf van bs 2.3 
  • maak de opdrachten van bs 2.4 (de + opdrachten hoef je niet te doen)
  • maak de test jezelf van basisstof 2.4
  • lees leren onderzoeken 1 +2 
of
Bekijk het filmpje in SOM

Slide 37 - Slide