This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
5 voeding en energie
Slide 1 - Slide
lesindeling
Voorkennis ophalen
Uitleg nieuwe stof
quizvragen over de nieuwe stof
zelfstandig lezen blz 173 - 175
zelfstandig aan het werk met de opdrachten
Slide 2 - Slide
Vitamine D is goed voor...
A
Je ogen
B
Stevige botten en tanden
C
Om hard te kunnen lopen
D
Je spieren
Slide 3 - Quiz
Scheurbuik is de benaming voor een ziekte ten gevolge van een langdurig .................. tekort zoals dat in vroeger eeuwen op zeilschepen op de grote vaart veel voorkwam. Symptomen van scheurbuik zijn onder meer zwellingen en bloedingen van het tandvlees, slapte, stijve en pijnlijke ledematen en inwendige bloedingen. Onbehandelde scheurbuik is op lange termijn dodelijk, maar de behandeling is eenvoudig: ................. innemen. Dit zit o.a. veel in citrusvruchten.
Welke stof moet er op de puntjes worden ingevuld?
A
Vitamine A
B
Vitamine C
C
Voedingsvezels
D
Koolhydraten
Slide 4 - Quiz
Glucose wordt omgezet in Glycogeen en opgeslagen in de lever, waar wordt glycogeen nog meer opgeslagen?
A
In spieren
B
In je hart
C
In je longen
Slide 5 - Quiz
Weet je het nog?
Welke van de 6 voedingsstoffen geven je energie?
geeft energie
geeft geen energie
vetten
koolhydraten
vitamines
eiwitten
mineralen
water
Slide 6 - Drag question
wat is ATP
A
een enzym dat betrokken is bij de aerobe dissimilatie
B
een receptor die de cel aanzet tot de verbranding van meer glucose
C
een chemische energiedrager voor de meeste processen in de cel
Slide 7 - Quiz
Waar of niet waar? ATP ► ADP + P + energie.
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quiz
Transport waarbij ATP nodig is, is
A
diffusie
B
osmose
C
passief transport
D
actief transport
Slide 9 - Quiz
In het menselijk lichaam komt bij verbranding energie vrij in de vorm van:
A
Licht en warmte
B
Licht en chemische energie (ATP)
C
Warmte en chemische energie (ATP)
D
Warmte en bewegingsenergie
Slide 10 - Quiz
Leerdoel
je leert uit welke moleculen de voedingstoffen zijn opgebouwd, wat hun herkomst is en welke voedingsstoffen in planten voorkomen.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Wat eet je eigenlijk?
Bladeren
Stengels
Zaden
Slide 13 - Drag question
assimilatie
Opbouw van stoffen uit kleinere stoffen
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Assimilatie is...
A
opbouwen van eiwitten uit aminozuren
B
opbouwen van glycogeen uit glucose
C
opbouwen van vetten uit glycerol en 3 vetzuren
D
antwoorden A, B, en C zijn allemaal goed.
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Aminozuren
essentiële aminozuren kan je niet maken, moet in je eten zitten
niet essentiële kan je wel maken, uit andere aminozuren
Slide 19 - Slide
Kan wel
Kan niet
gewone aminozuren maken van andere aminozuren
essentiële aminozuren maken van andere aminozuren
gewone aminozuren maken van essentiële aminozuren
Slide 20 - Drag question
Slide 21 - Slide
Wat is de gezondste vorm van vet?
A
Verzadigd vet
B
Enkelvoudig onverzadigd vet
C
Meervoudig onverzadigd vet
D
Transvet
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Slide
Eiwitten
Koolhydraten
Vetten
Slide 24 - Drag question
Slide 25 - Slide
Is fotosynthese een voorbeeld van assimilatie? Is verbranding een voorbeeld van assimilatie?
A
Fotosynthese wel, verbranding niet
B
Verbranding wel, fotosynthese niet
C
Beide zijn voorbeelden van assimilatie
D
Beide zijn geen voorbeeld van assimilatie
Slide 26 - Quiz
Kan wel
Kan niet
gewone vetzuren maken van andere vetzuren
essentiële vetzuren maken van andere vetzuren
gewone vetzuren maken van glucose
Slide 27 - Drag question
Wat wordt er vervoerd in de houtvaten van een plant?
Slide 28 - Open question
Wat betekent assmilatie?
Slide 29 - Open question
Huiswerk
maak van bs 5.3 de opdrachten 1 t/m 11
kies wat je maakt!
Hangt af van hoe moeilijk je het vindt / je gemiddelde