Thema 1 1.4 + 1.5 + 1.6

De rode ui
- Drupje water op objectglas 
- Klein stukje van vliesje van de ui in het drupje leggen
- Dekglaasje er boven op (probeer zonder luchtbellen)
- Scherpstellen
- Foto maken bij 40x 100x en 400x
- Inleveren via it's learning 

1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De rode ui
- Drupje water op objectglas 
- Klein stukje van vliesje van de ui in het drupje leggen
- Dekglaasje er boven op (probeer zonder luchtbellen)
- Scherpstellen
- Foto maken bij 40x 100x en 400x
- Inleveren via it's learning 

Slide 1 - Slide

Thema 1 
Organen en cellen

Slide 2 - Slide

Een dierlijke cel heeft bladgroenkorrels
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Een celkern regelt alles wat er in de cel gebeurt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Enkele organen zijn:
maag - slokdarm - lever

Tot welk organenstelsel behoren deze organen?
A
ademhalingsstelsel
B
spierstelsel
C
zenuwstelsel
D
verteringsstelsel

Slide 5 - Quiz

Enkele organen zijn:
biceps - oogspier - buikspier

Tot welk organenstelsel behoren deze organen?
A
ademhalingsstelsel
B
spierstelsel
C
zenuwstelsel
D
bloedvatenstelsel

Slide 6 - Quiz



Welk organenstelsel is dit
A
ademhalingsstelsel
B
bloedvatenstelsel
C
bottenstelsel
D
verteringsstelsel

Slide 7 - Quiz

Bekijk de plantencel goed!

Slide 8 - Slide

Bekijk de dierlijke cel goed

Slide 9 - Slide

Uitleg basisstof 4
Cellen van planten en dieren

Slide 10 - Slide

Cellen
Cellen zijn kleine bouwstenen van organismen.

Alles wat leeft bestaat uit cellen.
Er zijn vier verschillende cellen bij de dieren.

Slide 11 - Slide

Kenmerken van een dierlijke cel

Slide 12 - Slide

DNA
Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA.
DNA=informatie voor al je erfelijke eigenschappen.
Een gen is een stukje DNA.
Cellen gebruiken alleen de genen die ze nodig hebben.

Slide 13 - Slide

Op je ouders lijken??
De helft van de vader en de moeder
Eicel en zaadcel hebben 23 chromosomen
bevruchte eicel 46 chromosomen

Bij elke zwangerschap worden andere chromosomen doorgegeven.
(broers en zussen lijken op elkaar, maar er zijn ook verschillen)

Slide 14 - Slide

Korrels
In het cytoplasma van plantencellen kunnen korrels voorkomen:
  1. Bladgroenkorrels
  2. Kleurstofkorrels
  3. Zetmeelkorrels

Slide 15 - Slide

korrels
Zetmeelkorrels
Bladgroenkorrels
Kleurkorrels

Slide 16 - Slide

Oefenvragen
Enkele oefenvragen

Slide 17 - Slide

Welk proces vindt plaats in de bladgroenkorrels?

Slide 18 - Open question

Wat is de functie van de bladgroen-korrels?
A
Voortplanten
B
alles regelen in een cel
C
opslag voedingstoffen
D
Voedings-stoffen maken

Slide 19 - Quiz

Wat is de fotosynthesereactie?
A
zuurstof+water--> glucose+koolstofdioxide
B
zuurstof+glucose--> water+koolstofdioxide
C
water+koolstofdioxide --> zuurstof+glucose
D
zuurstof+koolstofdioxide--> water+glucose

Slide 20 - Quiz

Wat voor cellen zie je hier?
A
plantaardige cellen
B
dierlijke cellen
C
schimmelcellen
D
bacteriecellen

Slide 21 - Quiz

Hoeveel chromosomen hebben mensen per cel?
A
46
B
64
C
35
D
26

Slide 22 - Quiz

Mitose 

Slide 23 - Slide

MITOSE = gewone celdeling

Slide 24 - Slide

Huiswerk
Maken opdr. 19 en 20 op blz. 18

Slide 25 - Slide