What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Herhaling Grammatica Zinsdelen en Woordsoorten H4
Grammatica zinsdelen
1 / 15
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-5
This lesson contains
15 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Grammatica zinsdelen
Slide 1 - Slide
Wat zoek je als eerste op in een zin?
A
onderwerp
B
persoonsvorm
C
lijdend voorwerp
D
zinsdelen
Slide 2 - Quiz
Mijn zus is vervelend.
Deze zin heeft een ...
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 3 - Quiz
Het gebouw wordt afgebroken.
Deze zin heeft een...
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 4 - Quiz
Naamwoordelijk gezegde
Het
ng
bestaat uit:
Koppelwerkwoord + eventuele andere werkwoorden + eigenschap
Koppelwerkwoorden
Zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken, voorkomen
Slide 5 - Slide
Naamwoordelijk gezegde
Het ng bestaat dus uit:
Koppelwerkwoord en eventuele andere ww's
(= werkwoordelijk deel)
Dat wat over het onderwerp gezegd wordt (een bijv. naamwoord of een zelfst. naamwoord)
(= naamwoordelijk deel)
Slide 6 - Slide
Noteer het naamwoordelijk gezegde uit deze zin.
Simon is vorige week 16 geworden.
Slide 7 - Open question
Wat is het onderwerp in deze zin?
Het bekende Nederlandse televisieprogramma van John de Mol bestaat al meer dan vijf jaar.
A
meer dan vijf jaar
B
Het bekende Nederlandse televisieprogramma
C
Het bekende Nederlandse televisieprogramma van John
D
Het bekende Nederlandse televisieprogramma van John de Mol
Slide 8 - Quiz
Wie heeft mijn scooter gerepareerd?
mijn scooter =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 9 - Quiz
Opa geeft zijn laatste gebakje weg.
opa =
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
werkwoordelijk gezegde
Slide 10 - Quiz
Gisteren heeft de directeur een lezing gehouden.
gisteren =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
woordsoorten
uitleg
Slide 13 - Slide
Benoem ieder woord in onderstaande zin:
Deze leraar heeft een heel lastige toets gemaakt.
Slide 14 - Open question
Benoem ieder woord in onderstaande zin:
Mijn vader wil weten welk cijfer ik heb gehaald.
Slide 15 - Open question
More lessons like this
Herhaling Grammatica Zinsdelen H4
April 2022
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-5
Herhaling Grammatica Zinsdelen H4
March 2022
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-5
Herhaling Grammatica Zinsdelen H4
February 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-5
Naamwoordelijk gezegde + meer
March 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-5
Naamwoordelijk gezegde en voorzetselvoorwerp
December 2022
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Week v23 - Naamwoordelijk gezegde en voorzetselvoorwerp
June 2022
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
A3 week 42 woensdag
October 2020
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Herhaling Grammatica Zinsdelen
March 2024
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-5