Brugklas AK H3 par 2 deel 2

Paragraaf 2 - deel 2
Vandaag hebben we de volgende planning:
Terughalen wat we vorige les geleerd hebben.
Verdergaan met de uitleg van par. 2.
Huiswerk instructie voor komende les.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 2 - deel 2
Vandaag hebben we de volgende planning:
Terughalen wat we vorige les geleerd hebben.
Verdergaan met de uitleg van par. 2.
Huiswerk instructie voor komende les.

Slide 1 - Slide

Hoeveel graden koelt het af als je 500 meter een berg opklimt?
A
6 graden
B
3 graden
C
2 graden
D
0 graden

Slide 2 - Quiz

De berg is 2500 meter hoog. In het dal is het 8 graden. Welke temperatuur heeft de top?
A
0 graden
B
-10 graden
C
-4 graden
D
-7 graden

Slide 3 - Quiz

Hoe heet de luchtlaag die als een deken over de aarde heen ligt?
A
De troposfeer
B
De stratosfeer
C
De atmosfeer
D
De ruimte

Slide 4 - Quiz

Antwoord met juist of onjuist:
De aarde wordt opgewarmd van bovenaf.

Slide 5 - Open question

De stand van de zon
's Morgens zie je de zon laag aan de hemel staat en 's avonds ook. Hij kan irritant in je ogen schijnen. 

's Middags (zeker in de zomer) staat de zon hoog en geeft hij veel warmte aan de aarde. 

's Nachts is er geen zon op jouw deel van de aarde (wel aan de andere kant) en wordt het steeds kouder. De aarde raakt zijn warmte kwijt.

Slide 6 - Slide

Als de zonnestralen recht op aarde vallen, warmt het meer op dan als de zonnestralen schuin op aarde vallen!

Slide 7 - Slide

Bekijk de grafiek, er komt zo de volgende vraag:
Wat is op deze dag de maximumtemperatuur?

Slide 8 - Slide

Wat was in de grafiek de maximumtemperatuur?
A
21 graden
B
19 graden
C
25 graden
D
10 graden

Slide 9 - Quiz

Maximumtemperatuur betekent de hoogste temperatuur op een dag.
Minimumtemperatuur is logischerwijs de laagste temperatuur.

Als je deze allebei hebt, kun je ook de gemiddelde dagtemperatuur uitrekenen. Zo wordt elke dag, 30 jaar lang, gemeten om een klimaatgrafiek te kunnen maken!

Slide 10 - Slide

Op een dag is het maximaal 20 graden en minimaal 6 graden. Wat is de gemiddelde dagtemperatuur?
Antwoord alleen met een getal.

Slide 11 - Open question

Breedteligging en temperatuur
We weten al dat het op lage breedte warm is en op hogere breedte steeds kouder wordt. Dat komt ook door de stand van de zon. 

De aarde is een bol, en de zonnestralen vallen niet overal even recht op het oppervlak. De invalshoek (de schuinte waarmee de stralen invallen) wordt kleiner als je naar hogere breedte gaat. 

Daardoor moet dezelfde zonnestraal een groter gebied opwarmen (=kouder)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Grote invalshoek = warm weer!
Kleine invalshoek = koud weer... 

Slide 14 - Slide

Wanneer heeft Nederland de grootste invalshoek denk je?
A
's Zomers in de avond
B
's Winters in de avond
C
's Zomers in de middag
D
's Winters in de middag

Slide 15 - Quiz

Huiswerk
Wat ga je doen?
Kijk op. 1,2,4 van par. 2 na (antwoorden op SOM).
Maak op. 5,6,7 van par. 2 en bestudeer de tekst nogmaals.

1VV: Lees par. 4 en maak opdracht 1,2,3,4,7.
Volgende week ga je aan de slag met boek 2 H3: Water. 
Deze paragraaf bereid je alvast daarop voor!

Slide 16 - Slide