Grieken en Romeinen - herhalingsles

Klassieke oudheid
Wat weet je nog van de
afgelopen drie lessen?
1 / 27
next
Slide 1: Mind map
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Klassieke oudheid
Wat weet je nog van de
afgelopen drie lessen?

Slide 1 - Mind map

Griekse Bouwkunst
  • Tempels
  • Drie bouwordes:
  1. Dorisch
  2. Ionisch 
  3. Korintisch

De oudste bewaard gebleven Griekse bouwwerken zijn de tempels. Deze werden al vroeg in duurzame natuursteen gebouwd, terwijl voor de overige bouwwerken meestal hout werd gebruikt. De tempels waren opgedragen aan één van de Griekse goden.

Slide 2 - Slide

Dorische orde:   
Kenmerken:
- geen basement
- vrij zware zuilschachten met aaneengesloten cannelures
- schotelkapiteel
- het fries is verdeeld in metopen en trigliefen
Deze orde is in de 6e eeuw vóór Chr. ontstaan op de Pelopónnèsos. Tempels in deze stijl zijn behalve in Griekenland ook in de oorspronkelijke Griekse koloniën langs de Middellandse-Zeekust te vinden. Na de 4e eeuw vóór Chr. werd de Dorische stijl niet meer door de Grieken toegepast.

Kenmerkend voor de Dorische orde zijn zware bouwvormen en kleine overspanningen. De bouwmeesters wisten in het begin namelijk nog niet zeker of de steenconstructie wel sterk genoeg zou zijn. Vanaf de 5e eeuw vóór Chr. werd de constructie lichter en werden de onderdelen slanker.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Ionische Orde
Kenmerken:
- zuilen met een basement
- een zuilschacht met bandjes tussen de cannelures
- het gekrulde volutekapiteel
- een architraaf bestaande uit drie horizontale balken
- het fries dat meestal bestaat uit doorlopend beeldhouwwerk
In Turkije ontstond, door de aanraking met andere culturen als de Egyptische, een stijl die eleganter en weelderiger was dan de Dorische. De Ionische tempels waren ook groter en monumentaler.  De Ionische zuil heeft, in tegenstelling tot de Dorische een basement. 

Typisch voor de Ionische orde is ook het ontbreken van het (Dorische) trigliefenfries (een fries met balkknoppen), maar in de plaats daarvan een doorlopend reliëffries. Bij veel Ionische gebouwen is ook een glad fries gebruikt.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Korintische orde
Kenmerken:
- variant van de Ionische orde, maar slanker en met weelderiger versieringen
- kelkvormig kapiteel met veelal twee rijen acanthusbladeren boven elkaar
De Korintische orde is pas in de 5e eeuw vóór Chr. ontstaan en is eigenlijk meer door de Romeinen dan door de Grieken toegepast.
Deze orde lijkt veel op de Ionische, maar heeft een kelkvormig kapiteel met de bladervorm van een acanthusplant.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Dorische orde
Ionische Orde
Korintische Orde

Slide 9 - Drag question

Op welk plaatje zie je de Korintische orde?
A
B
C
D

Slide 10 - Quiz

Op welk plaatje zie je de Dorische orde
A
B
C
D

Slide 11 - Quiz

Op welk plaatje zie je de Ionische orde
A
B
C
D

Slide 12 - Quiz

Welke orde heeft geen basement
A
De Dorische
B
de Ionische orde
C
de Korintische orde

Slide 13 - Quiz

Basilica
  •  Marktplaats en rechtspraak
  •  Indeling
  •  Voorbeeld voor latere           Christelijke kerken
Een van de belangrijkste openbare gebouwen in de Romeinse stad was de basilica. Dit gebouw werd gebruikt als marktplaats, maar er werd ook recht gesproken.
Basilica betekent letterlijk "koninklijke zaal", en is afgeleid van het Oudgriekse woord voor koning: basileios.  
De basilica is meestal een stenen gebouw met een houten, soms ook wel stenen kapconstructie. Typerend voor de basilica is dat het middenschip (de middenbeuk) hoger is dan de zijbeuken. In de wanden van het middenschip zitten boven de zijbeuken vensters om licht binnen te laten. Aan één van de korte zijden bevindt zich een absis, een halfronde uitbouw.
Deze karakteristieke bouwvorm zou voortleven in de vroeg-christelijke en middeleeuwse kerkgebouwen van het Christendom.

Slide 14 - Slide

Hiernaast zie je het Pantheon. Welke elementen van het Pantheon hadden de Romeinen niet ontleend aan de Griekse bouwkunst.
A
Het gebruik van zuilen
B
Het gebruik van beton
C
Het gebruik van architraafbouw
D
Het gebruik van een timpaan

Slide 15 - Quiz

Stijlontwikkeling: Volledige beelden

Slide 16 - Drag question

Archaïsche periode 1: Beelden (ca.800-480 v.C.)
  • Kouroi
  • Archaische glimlach
  • Idealisme
  • Functie
Waar Griekse beelden uit latere periodes vaak herkenbaar zijn aan een bepaalde bezigheid of als een bepaalde god, zijn de stenen beelden uit de archaïsche periode heel neutraal: het zijn vaak naakte jongemannen, die niet veel anders doen dan staan. De verzamelnaam voor dit soort beelden is dan ook eenvoudig kouros (meervoud: kouroi), wat ‘jongeman’ betekent. Meestal houdt hij zijn armen strak langs het lichaam. Je kunt niet zeggen dat hij loopt, ook al heeft hij de ene voet iets voor de andere staan.  Het gezicht kijkt strak naar voren. De houding van het beeld heeft daarmee veel weg van Egyptische beelden.
Dat de beeldhouwer goed naar het menselijk lichaam heeft gekeken, kun je bijvoorbeeld zien aan de manier waarop handen en voeten zijn gevormd. Toch heeft hij ook dingen vereenvoudigd. De contouren van schouders, armen en benen golven soepeler en regelmatiger dan bij een normaal mens. Ook de krullen  in het haar zijn schematischer dan de werkelijkheid. De ogen en de oren hebben een vrij simpele, platte vorm. Het gezicht is vertrokken in een wat geforceerde grijns: ‘archaïsche glimlach’.
Je kunt zeggen dat de kunstenaar met het benadrukken en schematiseren van bepaalde lichaamskenmerken deze jongeman regelmatiger heeft gemaakt dan hij in werkelijkheid zou kunnen zijn. Zo bekeken is het verschijnsel idealisme al vroeg in de Griekse beeldhouwkunst te zien. 
Rond de 7e eeuw v.Chr., de vroegste periode waarvan we bronnen hebben, dienden de kouroi voor twee zaken. Ze stonden in tempels als offers van prominente Grieken, zoals wordt aangetoond door de inscripties die vaak voorkomen op hun voetstuk. Ze werden ook op begraafplaatsen opgesteld om de graven van prominente burgers te markeren.
Desalniettemin waren de Kouroi nooit bedoeld als weergaven van echte personen. 

Slide 17 - Slide

Klassieke Periode: Stijlkenmerken 
Vroegklassiek ('Strenge stijl', ca. 480-450 v.C.)
  • Zeus of Poseidon
  • Brons
  • Beweging?
  • Emotieloos
Zo jong als de kouroi uit de archaïsche periode is deze man niet, want hij heeft een baard. Maar verder voldoet hij helemaal aan het Griekse schoonheidsideaal van een ontwikkeld, afgetraind lichaam. Zijn forse en duidelijk afgebakende spieren geven hem de kracht en de macht van een god. Sommige archeologen noemen hem Zeus, andere Poseidon, afhankelijk van wat hij in zijn hand gehouden heeft: een bliksemschicht of een drietand. Met die hand staat hij op het punt het projectiel te lanceren; met zijn andere hand richt hij.
De compositie met de wijd uitgespreide armen is mogelijk dankzij de recent geperfectioneerde techniek van het bronsgieten met de verloren was-methode. Marmeren armen zouden onmiddellijk zijn afgebroken. De spankracht van het brons inspireerde kunstenaars tot actieve houdingen in hun beelden.
Toch is in de vroegklassieke tijd de beeldhouwer nog niet zo ver dat hij het beeld ook de illusie van beweging mee kan geven. Met zijn afzetbeen staat de god weliswaar op zijn tenen, maar de romp is bijna net zo symmetrisch en statisch als die van een archaïsche kouros. De armen staan in elkaars verlengde en ook de benen staan in hetzelfde vlak. Als er bij een krachtige worp al een zo twee-dimensionale momentopname mogelijk is, dan is dat zeker niet het meest geloofwaardige moment dat je als kunstenaar kunt kiezen.
De bronstechniek maakt het mogelijk het kapsel gedetailleerder uit te werken dan in de archaïsche tijd, maar de lokken liggen nog erg ordentelijk naast elkaar, wat je niet zou verwachten bij deze actie. Dat de god bij zijn gewelddadig optreden gepast ernstig kijkt, komt de uitstraling van dit beeld ten goede. De meeste vroegklassieke beelden hebben echter eenzelfde emotieloze gezicht. Door dit trekje wordt deze periode door kunsthistorici ook wel die van de ‘strenge stijl’ genoemd.

Slide 18 - Slide

Klassieke Periode: Stijlkenmerken 
Hoogklassiek (ca. 450-400 v.C.)
  • Perikles
  • Klassieke ideaal
  • Contrapost
  • Polykleitos Canon
De decennia voor de Peloponnesische Oorlog wordt wel beschouwd als de tijd waarin de talenten van de oude Grieken het best tot hun recht kwamen. Dit hoogtepunt binnen de Klassieke periode wordt ook wel de Hoogklassieke periode genoemd. De reputatie van die periode berust vooral op de prestaties van de polis Athene. Van ca.460 tot 430 was Perikles de meest invloedrijke politicus van het democratische Athene. In die tijd werden ook grote bouwprojecten ondernomen, zoals de tempels op de Akropolis.
Waar vroegklassieke beelden vaak erg dynamisch zijn, lijken ze in de hoogklassieke tijd weer wat tot rust gekomen. Hun gelaatsuitdrukking is de geschiedenis ingegaan als het klassieke ideaal: tijdloos jong en introspectief. De jongeman lijkt vooral naar binnen gericht, bezig met een mentaal proces. Zijn volle gezicht laat geen enkele spanning zien.
Deze soldaat of atleet werpt geen speer, maar draagt hem ontspannen over zijn schouder, terwijl hij net wegloopt of tot stilstand komt. Als een mens staat of loopt rust het lichaamsgewicht meestal maar op één been tegelijk. Het andere been hangt er een beetje bij. Gevolg hiervan is dat de heupen een beetje schuin komen te liggen t.o.v. elkaar. Daarom noemen we dit de contraposthouding  (van contrapposto = ‘tegengesteld’ in het Italiaans).
De maker van dit beeld is een van de eerste die we bij naam kennen: Polykleitos. Hij zou een studie geschreven hebben over de ideale verbeelding van de mens, getiteld Canon.  Polykleitos heeft er ongetwijfeld het geheim van de contraposthouding mee onthuld, maar ook dat van de ideale proporties van het menselijk lichaam. Volgens het Canon van Polykleitos was bijvoorbeeld het hoofd 1/8 van het lichaam.

Slide 19 - Slide

Klassieke Periode: Stijlkenmerken 
 Laatklassiek (ca. 400-330 v.C.)
  • Athene verliest oorlog 
  • Nieuwe canon 
  • Contrapost (maar meer beweging)
Je zou het begin van de Laatklassieke periode kunnen laten samenvallen met de nederlaag van Athene in de oorlog tegen Sparta (404 v.C.), maar het artistieke leven in Athene ging tijdens en na de oorlog betrekkelijk normaal verder. Wel is er sprake van ontwikkelingen in mode en smaak, waardoor archeologen de Klassieke periode vanaf ca.400 v.C. Laatklassiek noemen.
Tot de laatklassieke periode hebben mannelijke naakte beelden vaak een wat forse bouw. Beelden in de laatklassieke periode hebben meestal wat andere proporties en de overgangen tussen de spieren zijn wat geleidelijker, zodat ze een wat slanker en ‘zachter’ voorkomen hebben. Door het relatief kleine hoofd lijkt het lichaam extra lang. Ook de gezichten zijn vaak wat minder scherp gesneden dan daarvoor, en er is wat meer variatie in gelaatstrekken, hoewel je ze allemaal nog steeds jong en geïdealiseerd kunt noemen.
De contraposthouding, met standbeen en speelbeen en diagonalen in het lichaam, blijft in de laatklassieke periode in veel beelden te herkennen, maar gaat vaak gepaard met een wat uitbundigere beweging van het hoofd of van een arm, waardoor het lijnenspel in de romp uitgebreid wordt naar daarbuiten. 

Slide 20 - Slide

Hellenisme: geschiedenis (ca. 330-30 v.C.)
  • Overdreven gespierd
  • Niet meer geidealiseerd
  • Emoties
  • Kracht en dynamiek
  • Groepsbeelden en 3d-compositie
Dit beeld is een goed voorbeeld van de typisch Hellenistische bereidheid om over de grenzen heen te kijken. Dit is geen Griek, maar een buitenlander. En hoewel de Grieken iedere buitenlander barbaros noemden, had dat voor hen, zeker sinds Alexander de Grote hun horizon verbreed had, niet per se de negatieve lading die ons woord barbaar heeft. Met deze nobele wilde moet je rekening houden, getuige zijn bijna overdreven gespierde lichaam, typisch voor de Hellenistische beeldhouwkunst. Hij lijkt wel een bodybuilder.
In deze periode ging het kunstenaars vaak niet meer om idealen, maar om een weergave van hoe een mens echt was. In dit geval wordt de etnische afkomst van deze wildeman benadrukt. Het exotische zit hem vooral in het hoofd, met bonkige gelaatstrekken, een enorme snor en ongewassen, in groffe strengen neervallend haar. 
Ook het leed dat een mens kon hebben ging de kunstenaar niet uit de weg. De dramatische situatie, waardoor de Galliër zich van het leven moet beroven, is van zijn gezicht af te lezen. Het weergeven van menselijke emoties (ook positieve) was een uitdaging die Hellenistische kunstenaars aangingen.
Hellenistische beelden stralen vaak een enorme kracht en dynamiek uit. De kracht van de man wordt hier nog eens extra benadrukt door de uitgebluste houding van de vrouw, die op het punt staat te sterven. Misschien is ze neergestoken door haar man voordat hij zichzelf van het leven berooft. 
Zo biedt de – ook typisch Hellenistische – keuze om niet een individueel beeld, maar een beeldengroep te maken, mooie artistieke kansen. Denk daarbij ook aan de enorme draai die het lichaam van de man maakt als hij enerzijds zijn vrouw ondersteunt, anderzijds achterom kijkt of de achtervolger al in aantocht is. Dit zie je bij veel Hellenistische beelden: een nadrukkelijk drie-dimensionale compositie die van alle kanten het bekijken waard is.

Slide 21 - Slide

Vrouwen in de Griekse kunst (tot aan 350 v Chr, altijd gekleed)

Slide 22 - Drag question

Romeinse beeldhouwkunst
  • Godenwereld vs tastbare werkelijkheid
  • Idealisme vs realisme
  • Brons en marmer
  • Kopiën van Griekse beelden en nieuwe vormen
Voor de Grieken hadden de beelden bijna altijd een godsdienstige betekenis. Ze werden gemaakt in het kader van hun religie. De Romeinen daarentegen gebruikten de beelden ook ter decoratie in hun huis of tuin; pure luxe. De Grieken waren wijsgerig aangelegd, de Romeinen zijn slechts bedacht op nuttige, tastbare werkelijkheid. Zo is het te begrijpen dat ze in hun beelden de levende mens portretteren, en in hun reliëfs historische gebeurtenissen voorstellen
 In de klassieke Griekse kunst (voor het Hellenisme) wordt de mens vaak geïdealiseerd weergegeven, terwijl de Romeinen tijdens de republiek meer streefden naar realisme. Keizers of vroegere magistraten en generaals werden vaak afgebeeld met een hoge graad van ongenadig realisme, het zogenoemde verisme. 
De van oorsprong bronzen Griekse beelden, werden door de Romeinen in marmer gekopieerd. Soms letterlijk, soms met een kleine aanpassing of toevoeging. Brons en marmer zijn echter 2 totaal verschillende materialen met ieder eigenschappen. Zo bleven een groot aantal marmeren beelden niet in evenwicht en werd er bijvoorbeeld een paaltje of stammetje aan het been van het beeld toegevoegd. 
De Romeinse beeldhouwers maken een massa kopieën van Griekse beelden, dikwijls de enige weg om het verloren Griekse origineel te kennen. Maar van meet af leveren de Romeinen eigen prestaties, nl. het portret en het historische reliëf. 

Slide 23 - Slide

Het ontstaan van Grieks theater
  • Goden
  • Dionysia
  • van offerfeest naar theater
Goden waren heel belangrijk voor de Grieken. Zo bouwden ze niet enkel tempels om goden te eren of om offers te brengen. Men zou ook goden gunstig stemmen door aan hen feesten te wijden. Deze feesten gingen gepaard met processies waarin offerdieren meeliepen. Deze dieren waren omringd door jongemannen die verkleed waren.
Dionysus was niet enkel de god van de landbouw en vruchtbaarheid. Hij was ook de god van de wijn, het leven, de emotie, plezier en dans. Zijn gedrag dat bij zijn cultus hoorde was vreemd en extreem. Hij was zo extreem dat vele Grieken deze god beschouwden als een buitenlander.
Het feest, de Dionysia, dat men organiseerde, ging gepaard met een processie waarbij de satyrs, mytische halfdierlijke en halfmenselijke gezellen van Dionysus, uitgebeeld werden door jongemannen die zich zo hadden verkleed. De gemaskerde satyrs dansten er op los terwijl de dieren werden geofferd. Het vlees van de geofferde dieren werd daarna opgegeten door de aanwezigen en de wijn vloeide rijkelijk. Er werd op straat gezongen en gedanst. Dionysus was een heel geliefde god bij vrouwen wat dan ook verklaarde waarom zoveel vrouwen op dit feest aanwezig waren. Door het vele dansen, zingen en drinken ging dit feest dan ook vaak gepaard met seksuele losbandigheid.

Het driedaags festival ter ere van Dionysus kan beschouwd worden als het ontstaan van theater. De zinnen die het koor zong tijdens het festival en de fluit- en harpmuziek die de tekst begeleidden, zijn de eerste vorm van toneel. In de 6de eeuw voor Christus werd een nieuw element toegevoegd aan de geritualiseerde dramatische scènes die werden opgevoerd, namelijk een dialoog met het koor. Sommige historici beschouwen dan ook dit als het begin van het Griekse drama.

Slide 24 - Slide

Het ontstaan van Grieks theater
  • Tragedie
  • Komedie
  • Satyrfeest
In de 5de eeuw voor Christus speelden twee acteurs samen met het koor. De opvoeringen duurden vaak een groot deel van de dag. Er werden dan ook drie stukken, drie tragedies, na elkaar gespeeld. Deze tragedies werden gevolgd door een satyrspel. Een tragedie of een treurspel was een stuk dat een ernstige inhoud had en dat meestal slecht afliep. Dat kon gaan over een jongen of een meisje dat levend werd begraven tot een moeder die haar kinderen vermoordde.
Tussen de Perzische oorlogen door hadden de Grieken meer behoefte aan iets luchtigers, iets grappigs waardoor de komedie werd geboren. Een komedie of een blijspel werd opgevoerd om mensen te doen lachen. Dit verkreeg men door een stuk te tonen waarin er sprake was van persoonsverwisselingen of misverstanden. Ook een pak rammel of wat vloeken werd vaak gebruikt om mensen aan het lachen te brengen.
Bovendien had men heel wat aandacht voor het uiterlijk van de personages. Ook hield men rekening met het karakter van het personage waarbij men ook dat in de verf probeerde te zetten. 
Het satyrspel is als toneelsoort verloren gegaan. Het was een spel waarin een koor van satyrs voorkwam. De satyrspelen waren wellicht een mengeling van tragische, komische, religieuze en obscène elementen die toch luchtig genoeg waren om de drie tragedies af te sluiten.

Slide 25 - Slide

Romeins
Grieks
Komedietragedie
Allerlei soorten stukken
Tegen heuvel gebouwd
Losstaand gebouwd
Precies halfrond
Net meer dan halfrond

Slide 26 - Drag question

Welke termen/begrippen
neem je iig op in jouw tijdlijn?

Slide 27 - Mind map