Unit 5 - 1

Engels - Unit 5
3K
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Engels - Unit 5
3K

Slide 1 - Slide

Lessonplan
1. Praktische zaken 
2. Grammar recap
3. Practise
4. Leesstrategieën
5. Grammar recap




Slide 2 - Slide

Praktische zaken
Toets
- Unit 5 (verkort)   -> toetsweek
* Words Unit 5.1 + 5.2 & Reader (Step Up) 40, 41, 43, 44
* Grammar Unit 5.2 (some & any) , 5.3 (gerund) + 5.7 (onr. ww)
* leesvaardigheid

Slide 3 - Slide

Gerund - Recap

Slide 4 - Slide

When do you finally start _______ your homework
A
make
B
making

Slide 5 - Quiz

She really likes _________, but she doesn't have the time to do it.
A
paint
B
painting

Slide 6 - Quiz

Gerund
Gerund = werkwoord als zelfst. naamwoord

Werkwoorden na

Start, stop, finish, like, love, enjoy, mind, hate

krijgen -ing achter het werkwoord

I like eating chocolate after dinner.
We hate leaving them like this.

Slide 7 - Slide

Maak een gerund

Do you mind ________ (close) the door for me?

Slide 8 - Open question

Maak een gerund

If I stop _________ (smoke), will you stop too?

Slide 9 - Open question

Practise
Oefening 2

Done?

Leren: Unit 5.1 + 5.2 & Reader 40, 41, 43, 44


timer
15:00

Slide 10 - Slide

Reading strategies

Slide 11 - Slide

Stappenplan
Stap 1. bekijk de tekst - titel, plaatjes, introductie)
Stap 2. lees de vraag en de antwoorden - waar moet je op letten
Stap 3. lees de tekst
Stap 4. beantwoord de vraag

Slide 12 - Slide

Stap 1 - bekijk de tekst
- Lengte van de tekst. Dit is belangrijk om je leesstrategie te bepalen
- Kijk naar de titel; vaak wordt er een vraag gesteld over de titel, geeft informatie over de tekst
- Kijk naar afbeeldingen, kopjes (tussenkopjes), vetgedrukte woorden

Slide 13 - Slide

Stap 2 - lees de vraag
- multiple choice; let op! als er gevraagd wordt dat je 1 goed antwoord moet aangeven, dan moet je niet 2 aankruisen. 
- open vraag; beantwoord een openvraag kort en bondig. 
- invulvraag; let op de signaalwoorden; bijv. because= omdat= geeft reden 
- true or false vraag; geef aan wat waar of juist of niet waar of onjuist is. 

Slide 14 - Slide

Stap 3- Lees de tekst
Bij een korte tekst moet je de hele tekst lezen.
Bij een lange tekst wordt vaak bij de vraag aangegeven in welke alinea je het antwoord kan vinden.

Slide 15 - Slide

Word Guessing Strategies

  • context gebruiken 
  • herkenbaar uit een andere taal       kindergarten
  • het soort woord                                      switch
  • deel van het woord kennen               artificial
  • voor-/ achtervoegsel                            agree / disagree


 


Slide 16 - Slide

Stap 4 - beantwoord de vraag
Beantwoord de vraag en check of je het goede antwoord hebt gegeven. 

Slide 17 - Slide

Optie 1

Zelf (alleen) de tekst lezen en vragen beantwoorden
Optie 2

Samen (met de docent) de tekst lezen en vragen beantwoorden

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Some & any

Slide 20 - Slide

Bevestigende zinnen


SOME
enkele / een paar

I've got some problems with her.


Ontkennende zinnen en vragen

ANY
enkele / een paar

I haven't got any problems.
Have you got any problems?

Slide 21 - Slide

Bevestigende zinnen

SOMETHING
iets
I've found something interesting online

SOMEWHERE
ergens
She must we somewhere, keep looking!

SOMEONE/SOMEBODY
iemand
Someone must have eaten my cookie!



Ontkennende zinnen en vragen

ANYTHING
iets
You don't like anything I do for you!

ANYWHERE
ergens
I can't find my phone anywhere!

ANYBODY
iemand
Can anybody find my a friend?

Slide 22 - Slide

some/any

Is there ... bread left?
A
some
B
any

Slide 23 - Quiz

some/any
I need.... apples.
A
some
B
any

Slide 24 - Quiz

some/any
Have you got ... ideas?
A
some
B
any

Slide 25 - Quiz

some/any:

Please get me ... coffee!
A
some
B
any

Slide 26 - Quiz

some / any
Are there ... questions?
A
some
B
any

Slide 27 - Quiz