Aanpassingen van planten en dieren aan hun omgeving

Aanpassingen van planten en dieren aan hun omgeving
WELKOM KLAS 2
1 / 22
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Aanpassingen van planten en dieren aan hun omgeving
WELKOM KLAS 2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoe worden afvalstoffen uit het lichaam van een insect verwijderd?
A
Via de huid.
B
Ze worden niet uit het lichaam verwijderd.
C
Via de mond.
D
Via kleine buisjes genaamd stigma

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Hoe verplaatsen voedingstoffen zich door het lichaam van een insect?
A
Voedingsstoffen worden niet door het lichaam van een insect verplaatst.
B
Door het zenuwstelsel.
C
Door middel van het bloed, ook wel hemolymfe genoemd.
D
Via de luchtbuizen in het lichaam.

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Hoe ademen insecten?
A
Ze ademen niet.
B
Door hun mond zoals wij dat doen.
C
Door hun huid.
D
Door middel van kleine buisjes genaamd tracheeën.

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Hoe worden de meeste stoffen vervoerd in de hoge bomen van het regenwoud?
A
Via het houtvaten
B
Via de bladeren
C
Via het bastvaten
D
Via de stam

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Welk orgaan van de plant is verantwoordelijk voor het opnemen van water en mineralen uit de bodem?
A
Wortels
B
Bladeren
C
Stengels
D
Bloemen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het doel van de kieuwen van een vis?
A
Ademhalen en zuurstof opnemen uit water
B
Om voedsel uit water te halen
C
Om de vis te beschermen tegen roofdieren
D
Om water uit de vis te halen

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Leerdoelen
- Je leert hoe dieren zijn aangepast aan warmte of kou.
- Je leert hoe planten droogte overleven.

Slide 8 - Slide

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen hebben geleerd.
Wat weet je al over hoe planten en dieren zich aanpassen aan hun omgeving?

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn aanpassingen?
Aanpassingen zijn manieren waarop planten en dieren zich hebben aangepast aan hun omgeving om te kunnen overleven.

Slide 10 - Slide

Bespreek het begrip 'aanpassingen' met de leerlingen.
Aanpassingen aan warmte
Dieren kunnen hun lichaamstemperatuur reguleren, zoals zweten of hijgen. Sommige dieren hebben ook een laagje vet om warmte vast te houden.

Slide 11 - Slide

Laat afbeeldingen zien van dieren die zich hebben aangepast aan warmte.
Aanpassingen aan kou
Dieren die in koude gebieden leven hebben vaak een dikke vacht of veren om warmte vast te houden. Ze kunnen ook hun stofwisseling verlagen.

Slide 12 - Slide

Laat afbeeldingen zien van dieren die zich hebben aangepast aan kou.
Aanpassingen van planten aan droogte
Planten kunnen diepe wortels hebben om water te vinden, of ze kunnen hun bladeren sluiten om waterverlies te voorkomen.

Slide 13 - Slide

Laat afbeeldingen zien van planten die zich hebben aangepast aan droogte.
Quiz: Aanpassingen van dieren
Welke van deze dieren heeft zich aangepast aan warmte?
A) Eland
B) Kameel
C) IJsbeer

Slide 14 - Slide

Vraag de leerlingen om individueel te antwoorden en bespreek daarna het antwoord.
Quiz: Aanpassingen van planten
Welke van deze aanpassingen helpt planten om droogte te overleven?
A) Diepe wortels
B) Grote bladeren
C) Kleurrijke bloemen

Slide 15 - Slide

Vraag de leerlingen om individueel te antwoorden en bespreek daarna het antwoord.
Hoe kunnen we planten helpen overleven?
We kunnen planten helpen overleven door ze op de juiste manier water te geven en te zorgen voor de juiste hoeveelheid zonlicht.

Slide 16 - Slide

Laat de leerlingen ideeën bedenken over hoe ze planten kunnen helpen overleven.
Leer meer over aanpassingen
Er is nog veel meer te leren over hoe planten en dieren zich aanpassen aan hun omgeving. Vraag je leraar om meer informatie!

Slide 17 - Slide

Moedig de leerlingen aan om meer te leren over het onderwerp.
Samenvatting
We hebben geleerd dat planten en dieren zich aanpassen aan hun omgeving om te kunnen overleven. Dieren hebben aanpassingen voor warmte en kou, terwijl planten aanpassingen hebben voor droogte.

Slide 18 - Slide

Herhaal de belangrijkste punten van de les.
Einde van de les
Bedankt voor het leren over aanpassingen van planten en dieren aan hun omgeving!

Slide 19 - Slide

Sluit de les af met een bedankje.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 20 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 21 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 22 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.