This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Welkom
Ga lekker zitten. Pak alvast je leesboek erbij.
Nederlands vwo 4
Slide 1 - Slide
timer
15:00
Slide 2 - Slide
Recensie schrijven
boekopdracht 6
± 4 lessen
boekje > inleiding
Slide 3 - Slide
Leerdoelen
Ik ken de vaste onderdelen van de recensie en kan deze verwerken in mijn recensie.
Ik weet hoe een recensent een oordeel over een boek verwoordt.
Ik kan mijn oordeel over een boek impliciet vermelden in een recensie.
Ik ken de zeven literaire argumenten en kan deze inzetten in mijn recensie.
Ik ken het AUB-model en kan dit gebruiken om mijn argumenten uit te werken.
Slide 4 - Slide
Opdracht in tweetallen
Opdr. 1
We lezen samen de recensie bij 'Dagen van gras'
Vervolgens maak je in tweetallen opdr. 1
Klaar? Ga verder met opdr. 2
timer
20:00
Slide 5 - Slide
vaste onderdelen boekrecensie
Slide 6 - Mind map
vaste onderdelen boekrecensie
Feitelijke gegevens (boektitel, schrijver, uitgever, aantal bladzijden, verschijningsdatum, prijs)
Informatie over de schrijver (en verwante schrijvers en boeken)
Informatie over de inhoud en thematiek
Analyse (hoe zit het boek in elkaar) en interpretatie (wat betekent het verhaal)
Oordeel over het boek en argumenten bij dat oordeel
Enkele citaten uit het boek
Slide 7 - Slide
meningen boekrecensie
Slide 8 - Mind map
meningen boekrecensie
Meningen kunnen gaan over:
over de structuur (opbouw: thema, motieven, personen, tijd, ruimte);
over het taalgebruik (de stijl) van een schrijver;
over de geloofwaardigheid en het realiteitsgehalte;
over originaliteit, of het al dan niet vernieuwend is;
over de bedoeling (de boodschap) van de schrijver;
over de opvattingen van de schrijver.
Slide 9 - Slide
Literaire argumenten
In de literatuur hebben de argumenten die je geeft om te zeggen wat je van een roman of ander literair werk een naam. Deze noem je literaire argumenten. Deze argumenten hebben betrekking op vijf domeinen:
werkelijkheid
auteur
werk
lezer
andere werken
Slide 10 - Slide
Literaire argumenten
1. Argumenten m.b.t. de werkelijkheid:
afspiegelingsargument: boek is geloofwaardig, waarheidsgetrouw of geeft een juiste afspiegeling v/d werkelijkheid
abstraheringsargument: het boek moet de werkelijkheid abstraheren > verhaal krijgt een algemeen geldende of symbolische waarden
engagementsargument: schrijver zet zich in voor een politieke of maatschappelijke zaak en dat wordt door de recensent gewaardeerd
moreel argument: de moraal die naar voren komt is goed
Slide 11 - Slide
Literaire argumenten
2. Argumenten m.b.t. de auteur:
expressief argument: persoonlijkheid van de schrijver moet tot uiting komen in een boek
intentioneel argument: als de schrijver zijn intenties gerealiseerd heeft, waardeert de recensent de schrijver positief. Hiervoor moet de recensent wel de intenties van de schrijvers kennen
auteurspoëtica-argument: ook voorkennis nodig. De recensent moet weten wat de literatuuropvattingen van een auteur zijn.
Slide 12 - Slide
Literaire argumenten
3. Argumenten m.b.t. het werk:
compositorisch argument: argumenten die gaan over opbouw + structuur
stilistisch argument: positieve of negatieve opmerkingen over woord- en taalgebruik
Slide 13 - Slide
Literaire argumenten
4. Argumenten m.b.t. de lezer:
emotioneel argument: eerste argument dat een lezer heeft na het lezen: boek is boeiend, shockerend, meeslepend, etc.
identificatieargument: recensent leeft zich zo in dat hij zich identificeert met de hoofdpersoon
didactische argument: het boek brengt de lezer wat bij
Slide 14 - Slide
Literaire argumenten
5. Argumenten m.b.t. andere literaire werken:
originaliteitsargument: als een schrijver een origineel onderwerp heeft of eigenzinnige visie kan een recensent dat positief waarderen
traditieargument: het boek zet een bepaalde traditie voort, bijv. de vorm van het verhaal of een bepaald genre
relativiteitsargument: boek wordt bekeken in relatie tot de rest van het oeuvre
Slide 15 - Slide
Opdracht
Start met huiswerkopdracht 1: schrijf het middenstuk van je recensie.