Fictie - blok 2 - fictie & non-fictie - beoordelingswoorden

Welkom bij Nederlands
  • Telefoons in telefoonhotel?
  • Spullen op tafel, tas op de grond?
  • We beginnen met nabespreken proefwerk Lezen 1-2
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands
  • Telefoons in telefoonhotel?
  • Spullen op tafel, tas op de grond?
  • We beginnen met nabespreken proefwerk Lezen 1-2

Slide 1 - Slide

Lesprogramma
  1. Nabespreken proefwerk Lezen 1-2
  2. Uitleg fictieopdracht periode 2
  3. Lesdoel fictie/non-fictie + mening-beoordelingswoorden
  4. Uitleg fictie/non-fictie (video)
  5. Voorlezen verhaal + zelfstandig werken
  6. Lesdoel gehaald?
  7. Huiswerk

Slide 2 - Slide

Nabespreken proefwerk
Lezen 1-2

Slide 3 - Slide

Uitleg fictieopdracht - boekendoos

Inleveren: uiterlijk maandag 13 januari (eerder mag altijd!)

Te laat?: 1 punt in mindering op je cijfer en in de week van 13-17 januari na schooltijd afmaken op school.

Slide 4 - Slide

Thuis en in de les
  • Samenvatting maak je eerst tijdens de les (tijdens leestijd) op 5W+1H-werkblad (leesdossier). Je kunt hiermee beginnen zodra je boek uit is.
  • Boekendoos + voorwerpen (incl. getypte samenvatting) maak je thuis.

Slide 5 - Slide

Lesdoel Fictie blok 2
  • Je kunt in eigen woorden uitleggen wat het verschil tussen fictie en non-fictie is.
  • Je kunt van teksten aangeven of ze fictie of non-fictie zijn (ook voor je fictieopdracht)
  • Je kunt je mening geven over een verhaal door beoordelingswoorden te gebruiken.

Hoe?
  • Door naar een verhaal te luisteren.
  • Opdrachten maken


Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Luisteropdracht
  1. Is het verhaal fictie of non-fictie? Leg uit waarom je dat vindt.
  2. Geef je mening over het verhaal en gebruik daarbij een beoordelingswoord (blz. 68) en leg uit waarom je juist dat beoordelingswoord gebruikt: want of omdat

Slide 8 - Slide

Lekker
(voor)lezen
Luisteropdracht: (boek blz. 60)
  1. Fictie / non-fictie (blz. 66)
  2. Beoordelingswoord (blz. 68)
timer
5:00

Slide 9 - Slide

Zelfstandig werken
  • Wat?: Fictie blok 2 - Opdracht: 3, 4, 5, 6
  • Hoe lang?: 20 minuten
- 1e 10 minuten (stilte, rood)
-2e 10 minuten (zachtjes overlag, oranje)
  • Klaar?: lezen in je leesboek
  • Nabespreken antwoorden? Klassikaal
timer
20:00

Slide 10 - Slide

Lesdoel gehaald?
  • Je kunt in eigen woorden uitleggen wat het verschil tussen fictie en non-fictie is.
  • Je kunt van teksten aangeven of ze fictie of non-fictie zijn (ook voor je fictieopdracht)
  • Je kunt je mening geven over een verhaal door beoordelingswoorden te gebruiken.


Hoe?

    Door naar een verhaal te luisteren.
    Opdrachten maken

Slide 11 - Slide

Huiswerk
Wat niet af is tijdens de les:
Fictie blok 2 - Opdracht: 3, 4, 5, 6

Slide 12 - Slide