Oefentoets Uitvindingen/Handel

Oefentoets Uitvindingen/Handel
1 / 41
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Oefentoets Uitvindingen/Handel

Slide 1 - Slide

Welk symbool hoort bij het tijdvak Uitvindingen?
A
B
C
D

Slide 2 - Quiz

Wat betekent het kruis in het zeil van het schip?

Slide 3 - Open question

In welk jaar ..... zorgde Marco Polo voor een handelsroute over land naar welk land ....... ?
A
jaar 1271 , land China
B
jaar 1271, land Indonesië
C
jaar 1492, land China
D
jaar 1492, land Amerika

Slide 4 - Quiz

In de Middeleeuwen geloofde men dat de aarde .............
A
Rond was.
B
Groot was.
C
Klein was.
D
Plat was.

Slide 5 - Quiz

Wat bewees deze man?
A
Dat de aarde plat was.
B
Dat de aarde rond was.
C
Dat de aarde klein was.
D
Dat de aarde groot was.

Slide 6 - Quiz

Waarom gebruikten zeelieden de "Mercatorkaart"?

Slide 7 - Open question

Het instrument dat de zeelieden gebruikten om op open zee koers te bepalen heet .........
A
Roer
B
Kompas
C
Sextant
D
Anker

Slide 8 - Quiz

Hoe noemde Columbus de inwoners van het nieuw ontdekte werelddeel?
A
Mexicanen
B
Azteken
C
Allochtonen
D
Indianen

Slide 9 - Quiz

Waarom wilden de Amsterdamse handelaren zelf de specerijen uit Indië halen?
A
Hadden zij het monopolie
B
Dan bleef het verser
C
Tussenhandel uit te schakelen
D
Werd het niet verkocht aan een ander.

Slide 10 - Quiz

Hoe noemen we het alleenrecht op handel met een gebied?
A
Symboliek
B
Monopolie
C
Fanatiek
D
Kritisch

Slide 11 - Quiz

Welke ontdekkingsreiziger maakt als eerste een tocht om de wereld?
A
Columbus
B
Vasco da Gama
C
Magelhaen
D
Amerigo Vespucci

Slide 12 - Quiz

Leg uit hoe de Renaissance ervoor zorgde dat er meer kritiek kwam op de kerk.

Slide 13 - Open question

Hoe wordt de toenemende kritiek op de kerk genoemd?
A
Renaissance
B
80 jarige oorlog
C
Reformatie
D
Vrede van Munster

Slide 14 - Quiz

Waarom zorgde de boekdrukkunst voor een snelle verspreiding van de ideeën van Luther en Calvijn?

Slide 15 - Open question

Welk symbool hoort bij het tijdvak regenten en vorsten
A
B
C
D

Slide 16 - Quiz

Met de Gouden Eeuw wordt bedoeld ...
A
15e eeuw
B
16e eeuw
C
17e eeuw
D
18e eeuw

Slide 17 - Quiz

Met de stapelmarkt van Europa wordt bedoeld ......
A
Antwerpen
B
Londen
C
Amsterdam
D
Rome

Slide 18 - Quiz

De verhuizing van ambachtslieden van Antwerpen naar Amsterdam in de 16e eeuw is ...............
A
Natuurlijke bevolkingsgroei
B
Sociale bevolkingsgroei.

Slide 19 - Quiz

Wat is het verschil tussen natuurlijke en sociale bevolkingsgroei?

Slide 20 - Open question

Geboorte en sterfte horen bij ........
A
Natuurlijke bevolkingsgroei
B
Sociale bevolkingsgroei

Slide 21 - Quiz

Wanneer heb je te maken met een geboorteoverschot?

Slide 22 - Open question

Wie was de Koning van Spanje in de 16e eeuw?

Slide 23 - Open question

Waarvoor had Filips 2 De Nederlanden nodig?
A
Voor het innen van belasting.
B
Voor het vervolgen van protestanten.
C
Voor het vervolgen van katholieken.
D
Om hem te helpen met de 80-jarige oorlog.

Slide 24 - Quiz

In de Staten-Generaal zaten de ........ van de verschillende gewesten.
Welk woord hoort op de stippellijn.
A
Koningen
B
Ministers
C
Regenten
D
Stadhouders

Slide 25 - Quiz

In de 80 jarige oorlog stond de Spaanse Generaal Alva tegenover .............. van de Nederlanden.
A
Willem Alexander
B
Filips 3
C
Willem van Oranje
D
Filips 2

Slide 26 - Quiz

Op welke twee gebieden maakten de gewesten gezamenlijke afspraken?

Slide 27 - Open question

Wat deed de Stadhouder?
A
Hij was de Generaal van het leger.
B
Hij was de baas van de handel.
C
Hij was de baas van het land.
D
Hij was de baas van de scheepvaart.

Slide 28 - Quiz

Welk gewest had het meeste invloed op het bestuur van de Republiek?
A
Gewest Zeeland
B
Gewest Gelderland
C
Gewest Holland
D
Gewest Utrecht

Slide 29 - Quiz

Wat betekent de afkorting V.O.C.?

Slide 30 - Open question

Wat is een aandeel?
A
Stukje eigendom van een bedrijf
B
Een brief met daarop de gegevens van een bedrijf.
C
Een bedrijf dat handel drijft in specerijen.
D
Een bedrijf dat handelt in slaven.

Slide 31 - Quiz

Wat is een multinational?

Slide 32 - Open question

Het herinvesteren van de gemaakte winst in de onderneming heet .........
A
Communisme
B
handelscommunisme
C
kapitalisme
D
handelskapitalisme

Slide 33 - Quiz

Driehoekshandel hoort bij .........
A
VOC opgericht in 1602
B
VOC opgericht in 1621
C
WIC opgericht in 1602
D
WIC opgericht in 1621

Slide 34 - Quiz

Waarom wordt de passaat bij de evenaar ook wel trade-wind genoemd?

Slide 35 - Open question

Een lage drukgebied ontstaat .....
A
bij opstijgende lucht
B
bij dalende lucht
C
bij lucht die vanaf de bergen komt
D
bij lucht die vanaf zee komt

Slide 36 - Quiz

Wat werd door de W.I.C. verhandeld van Europa naar Afrika?
A
Slaven
B
Wapens
C
Tabak
D
Katoen

Slide 37 - Quiz

Wat werd door de W.I.C. verhandeld van Amerika naar Europa?
A
Slaven
B
Wapens
C
Tabak
D
Katoen

Slide 38 - Quiz

Wat werd door de W.I.C. verhandeld van Afrika naar Amerika?
A
Slaven
B
Wapens
C
Tabak
D
Katoen

Slide 39 - Quiz

Per reis werden ongeveer 700 slaven vervoerd van Afrika naar Amerika. 15% daarvan kwam te overlijden. Hoeveel slaven zijn dat?

Slide 40 - Open question

Noem twee voorbeelden van moderne slavernij.

Slide 41 - Open question