1.2 Krachten meten

1.2 Krachten meten
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

1.2 Krachten meten

Slide 1 - Slide

Welke 2 krachten zijn hier getekend?

Slide 2 - Slide

Wat als er 2 krachten tegelijk werken?

Slide 3 - Slide

Welke 2 krachten zijn hier getekend?
Fv


Fz

Slide 4 - Slide

De zwaartekracht is even groot als de veerkracht.
De tas hangt stil.

Slide 5 - Slide

Evenwicht van krachten:
Nettokracht = NUL Newton

Dan verandert de snelheid van de beweging niet. 
Stilstaan blijft stilstaan
Bewegen blijft met dezelfde snelheid in dezelfde richting blijven bewegen


Slide 6 - Slide

nettokracht naar rechts                nettokracht NUL                               nettokracht naar links

Slide 7 - Slide

De normaalkracht staat loodrecht op het oppervlak
Fn is even groot als Fz
(het zakt niet door de tafel..)

Slide 8 - Slide

Nettokracht is 180 N + 100 N  = 280 N naar rechts

Slide 9 - Slide

Nettokracht is 180 N - 100 N = 80 N naar rechts

Slide 10 - Slide

Verschillende krachtmeters

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Veerconstante formule
C=uF
C = veerconstante 
          (N/cm)

F = kracht 
            (N)

u = uitrekafstand 
       (cm of mm of m)

Slide 17 - Slide

Wat is de eenheid van C in de veerconstante formule?
A
N
B
cm
C
N/cm
D
cm/N

Slide 18 - Quiz

Wat is de eenheid van F?
A
N
B
cm
C
N/cm
D
cm/N

Slide 19 - Quiz

Vaardigheid 5 - Werken met formules
  1. Lees de opgaven (maak eventueel een schatting)
  2. Noteer de gegevens
  3. Schrijf de formule op (wat je berekent links van de =)
  4. Vul de gegevens in
  5. Werk de berekening uit
  6. Noteer de uitkomst
  7. Controleer de uitkomst

Slide 20 - Slide

Voorbeeld 1
Een veer is 23,5 cm lang als er niets aanhangt, en 33,1 cm als er een gewichtje van 350 gram aanhangt.
Bereken met deze gegevens de veerconstante van de veer.    (6p)

Slide 21 - Slide

Gegevens     u = 33.1-23,5 = 9,6 cm
                      m = 350 g = 0,35 kg

Gevraagd      C = ?

Uitwerking   F = mg = 0,35 x 9,8 = 3,43 N


C=uF
=9,63,43
= 0,36 N/cm

Slide 22 - Slide

Voorbeeld 2
De nulstand van een veer is 15 cm. Als de veerconstante 42 N/m is en de kracht op de veer 6N is, wat is de lengte van de veer?

Slide 23 - Slide

Gegevens   u nulstand = 15 cm
                     C = 42 N/m
                     F = 6N
Gevraagd   lengte van veer (u)
Uitwerking   
u=CF
=426
= 0,14m = 14 cm
dus u = 15 + 14 = 29cm

Slide 24 - Slide

Les samenvatting:
C=uF
Kunnen we ook berekenen met m x g
bereken met eindstand - nulstand

Slide 25 - Slide