PSY-A les 5

PSY-A Les 5

1 / 53
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

PSY-A Les 5

Slide 1 - Slide

Planning
Terugblik H3.2
Herhaling constructivisme
Zelfstandig werken: verlanglijstje + Opdrachten H3.2
Afsluiten

Slide 2 - Slide

3.1 Wat is een 'Tabula Rasa'?
A
Geschreven blaadje
B
Blanco A4tje
C
Onbeschreven blaadje
D
Omgevingsinvloed

Slide 3 - Quiz

H3.2 vraag 1: Hieronder zijn 3 belangrijke aspecten van de cognitieve ontw. toegevoegd. Welke uitleg hoort bij welk aspect?
Onthouden en weer herinneren van informatie
Hoe je waarneemt, herinnert, denkt, redeneert en begrijpt
Controle hebben over waar je op let en concentratie (een voorwaarde voor cognitie)
Het geheugen
De cognitie
De aandacht

Slide 4 - Drag question

H3.2 vraag 3: Welke stelling is waar?
1. Het gedrag van een kind zegt iets over zijn cognitieve ontwikkeling.
2. Het stellen van vragen door een kleuter zegt iets over zijn cognitieve ontwikkeling.
3. Cognitieve ontwikkeling vindt vooral op school plaats.
4. Dingen leren, onthouden en toepassen zijn voorbeelden van cognitieve ontwikkeling.
A
Stelling 1, 2, 3 en 4 zijn waar
B
Stelling 2 en 3 zijn waar
C
Stelling 1, 2 en 4 zijn waar
D
Stelling 2 is waar

Slide 5 - Quiz

H3.2 vraag 4B Geef een voorbeeld van waarde en norm.

Waarden zijn ideeën over wat goed en fout gedrag is en normen zijn regels voor gedrag die vanuit deze waarden komen.

Slide 6 - Mind map

H3.2 vraag 5A
Behavioristen gaan er vanuit dat.....
A
een kind nog geen vaste gewoonten en gedragingen heeft als het net geboren is.
B
een kind leert door te experimenteren.
C
kinderen leren door samen ervaringen op te doen met de omgeving waarin ze opgroeien.

Slide 7 - Quiz

Hoe noemen we het honden-experiment van Ivan Pavlov?
A
Constructivisme
B
Cognitie
C
Conditioneren
D
Conditioneel

Slide 8 - Quiz

Volgens Piaget ontwikkelen kinderen zich in 4 fasen. Wat is de eerste fase?
A
Preoperationele fase
B
Concreet operationele fase
C
Formeel operationele fase
D
Sensomotorische fase

Slide 9 - Quiz

Volgens Piaget ontwikkelen kinderen zich in 4 fasen. Hoe oud is een kind die in de concreet operationele fase zit?
A
0-2 jaar
B
2-6 jaar
C
6-12 jaar
D
12-15 jaar

Slide 10 - Quiz

Volgens Piaget ontwikkelen kinderen zich in 4 fasen. Bij welke fase hoort de volgende uitleg:

Ruimtelijk en abstract denken is in ontwikkeling. Logisch denken ontwikkelt zich.
A
Formeel operationele fase
B
Sensomotorische fase
C
Concreet operationele fase
D
Preoperationele fase

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Video

Jerome Brunen
Zelfontdekkend leren: kind verzamelt zelf info., ordent het en ontdekt dan de nieuwe kennis.

                                           Voorbeeld 2 (blz. 74) -->

Pedagogisch medewerker:
Aanbieden van verschillende materialen.

Slide 13 - Slide

Constructivisme
Lev Vygotsky + Robert Gagne

Lev Vygotsky
Dit gaat over samen ervaringen opdoen in de omgeving waarin je opgroeit en leren van deze ervaringen met de mensen met wie je opgroeit.

Cognitieve ontwikkeling wordt beïnvloed door interactie met mensen (sociaal) en door omgeving (cultureel). 

rolmodel: voordoen en nadoen (ouders/verzorgers, begeleiders etc.)

Slide 14 - Slide

Zone van de naaste ontwikkeling

Slide 15 - Slide

Robert Gagne
'Het verstand is een ingewikkeld systeem dat informatie opneemt, opslaat en ordent, zoals in een computer'

kind kan:
  • begrijpen
  • problemen oplossen
  • beslissingen nemen                           Vb. op kamers gaan

Slide 16 - Slide

Opdracht verlanglijstje 
Maak individueel de volgende opdracht

Inleveren in Teams op  20 januari 
Zie de opdracht in de map van het vak Psychologie bij lesmateriaal

Slide 17 - Slide

Opdracht verlanglijstje
Kerst opdracht psychologie

De kerstman bezoekt binnenkort de kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en BSO’s. Het is gebruikelijk op kinderdagopvang (kdo) Lanceloetje dat de kinderen allemaal een klein cadeautje krijgen van de Kerstman.


Jij gaat als leidster een voorstel maken van cadeaus die aan de kinderen gegeven kunnen worden.
Zoek 2 passende cadeaus voor de baby en 2 cadeaus voor de peuter.
Deze mogen maximaal 15 euro kosten.
Ga hiervoor naar een speelgoedzaak of naar een site.

• Maak een afbeelding/foto per cadeau, met de prijs
(1 punt voor 4 goede afbeeldingen met prijs opgave)
• vermeld waarom je dit cadeau/deze cadeaus kiest.
                 (9 punten voor 4 correcte beschrijvingen en argumentatie van het ontwikkelingsgebied.)
Vermeld in het kort welk ontwikkelingsgebied het stimuleert en/of wat het kind met het speelgoed kan doen.

( bal (Kies zelf een ander voorbeeld), hiermee kan de peuter rollen, schoppen, gooien, achteraan rennen dus stimuleert de lichamelijke ontwikkeling, namelijk de grove motoriek.
Samen kunnen kinderen er ook mee spelen, bijvoorbeeld overgooien, voetballen, dus stimuleert het contact tussen kinderen en zo de sociale ontwikkeling. )

• Zorg dat zowel de Lichamelijke-, denk- en sociale (emotionele ) ontwikkelingsgebieden in je lijstje van 4 cadeaus aan bod komen, dus selecteer hierop de 4 cadeaus!



Slide 18 - Slide

Zoek     2 passende cadeaus voor de baby en 
               2 cadeaus voor de peuter.
Deze mogen maximaal 15 euro kosten.
Ga hiervoor naar een site.

Slide 19 - Slide

• Maak een afbeelding/foto per cadeau, met de prijs
(1 punt voor 4 goede afbeeldingen met prijs opgave)
• vermeld waarom je dit cadeau/deze cadeaus kiest.
                 (9 punten voor 4 correcte beschrijvingen en argumentatie van het ontwikkelingsgebied.)
Vermeld in het kort welk ontwikkelingsgebied het stimuleert en/of wat het kind met het speelgoed kan doen.

Slide 20 - Slide

( bal (Kies zelf een ander voorbeeld), hiermee kan de peuter rollen, schoppen, gooien, achteraan rennen dus stimuleert de lichamelijke ontwikkeling, namelijk de grove motoriek.
Samen kunnen kinderen er ook mee spelen, bijvoorbeeld overgooien, voetballen, dus stimuleert het contact tussen kinderen en zo de sociale ontwikkeling. )

Slide 21 - Slide

• Zorg dat zowel 
de Lichamelijke-, denk- en sociale (emotionele ) ontwikkelingsgebieden

in je lijstje van 4 cadeaus aan bod komen, dus selecteer hierop de 4 cadeaus!

Slide 22 - Slide

Hs 3.3 Kleine kinderen leren zo
Na de vakantie gaan we verder met hoofdstuk 3.3
Kleine kinderen leren zo.
  1. Reflexen
  2. Objectpermanentie
  3. Experimenteren
  4. Mentale representatie
  5. Animistisch denken
  6. Centratie 
  7. Conservatie

Slide 23 - Slide

Reflexen Sabbelen en imiteren 0-2 jaar
- baby's reageren door reflexen past gedrag aan , aan de omgeving.
- Baby kan gezichtsuitdrukkingen imiteren.
-4-8 maanden baby ontdekt dat gedrag invloed heeft op de omgeving.

Slide 24 - Slide

- 8-12 maanden Voorspellen en experimenteren
blz. 77
Objectpermanentie:  een voorwerp blijft bestaan ook al zie je het niet. 

Experimenteren: Dreumes 12-18 maanden 
Experimenteren / uitproberen om nieuwe ervaringen op te doen.

Slide 25 - Slide

Mentale representatie : 18 maanden-2 jaar
Minder experimenteren, omdat het kind zich vooraf een beeld in zijn hoofd kan maken van een gebeurtenis.



Slide 26 - Slide

Tussen fantasie en werkelijkheid
2-4 jaar blz. 79

Piaget noemt dit de pre operationele fase
het ordenen en benoemen van de wereld om zich heen.

Kind kan zichzelf in het spel en waar het kind mee speelt benoemen.

Slide 27 - Slide

Animistisch denken 2-4 jaar 
Kinderen van +/- 3 jaar 
Geloven dat voorwerpen kunnen denken, gevoelens en wensen hebben:

- De beer is verdrietig
- De stoel valt om en heeft pijn.

Slide 28 - Slide

De wereld willen begrijpen
4-6 jaar  blz.81 
Piaget: pre operationele fase 
(de wereld begrijpen door ordenen en benoemen)
Het kind heeft nog wel moeite om de aandacht op meer dan één ding tegelijk te richten. 
Centratie: het focussen op één factor van een probleem
In een laag breed glas gaat even veel water als in een lang dun glas

Slide 29 - Slide

Conservatie
Je menig vasthouden als de vorm verandert

Het besef dat de hoeveelheid hetzelfde blijft als de vorm veranderd.


Slide 30 - Slide

Maken 
  1. Opdracht verlanglijst (inleveren in teams 20 januari) 
  2. Maken opdrachten van hoofdstuk 3.3
  3. Maken psychologie schema van hoofdstuk 3 Denkontwikkeling tot en met 3.3
  4. Leren hoofdstuk 3 tot en met 3.3
  5. Leren hoofdstuk 2 lichamelijke ontwikkeling.
TOETS periode 2 over
Hoofdstuk 2 Lichamelijke ontwikkeling  en 3 Denkontwikkeling

Slide 31 - Slide

Bespreken opdrachten par. 3.3

Slide 32 - Slide

opdracht 3  (par. 3.3)
Een baby tussen 8-12 maanden kan iemand imiteren.
Geef hiervan twee voorbeelden

Slide 33 - Slide

Vraag 4  A 
Wat is het juiste antwoord?

Slide 34 - Slide

Vraag 4 B
Waar ging de vorige vraag over?
A. Mentale representatie
B. Objectpermanentie
C. Conservatie
D. Centratie


Slide 35 - Slide

Vraag 5 
Wat is Magisch denken?


Bij welke leeftijd hoort dit?

Slide 36 - Slide

Vraag 6 
Welk begrip hoort bij : 
Je inbeelden hoe iets eruit zou kunnen zien.


Slide 37 - Slide

Vraag 7 
Lees de zin en benoem wel begrip erbij hoort.


Slide 38 - Slide

Paragraaf 3.4
Oudere schoolkind  6-10 jaar

- geheugen en concentratievermogen worden groter
- eenvoudige boekjes die kinderen zelf kunnen lezen
- Voorlezen om de woordenschat te vergroten

Slide 39 - Slide

Psychische operatie
- betere strategieën om problemen op te lossen.
- Minder impulsief.

Psychische operatie: Vermogen om eerst een oplossing te bedenken , zich voor te stellen, en deze vervolgens uit te voeren. 

Slide 40 - Slide

oudere schoolkind 10-12 jaar 
Logisch denken
- Taalvaardigheid om begrippen uit te leggen
- In staat om zelf kennis op te doen
 
Abstract denken
- denken over dingen die je niet direct kunt zien of voelen.
(fysiek waarneembaar zijn)

Slide 41 - Slide

Kinderen 10-12 jaar 
Reflecteren
Nadenken over gevolgen van gedrag

- Bewust van wat anderen doen en denken
- Rollenspellen, discussies  en gesprekken voeren zijn               interessant 

Slide 42 - Slide

Nu werken aan:
- Vragen paragraaf 3.4
- Schema hoofdstuk 3 Denkontwikkeling  afmaken
   Inleveren einde periode 2  hs 2 en hs 3 . (Is er al een inleveromgeving?)
- Afmaken Cadeau opdracht inleveren 20 januari 
  (Heb ik al een inleveromgeving gemaakt voor de opdracht??)
- Opdrachten hs 3 maken en inleveren in teams

Slide 43 - Slide

Afronding periode 2 
1. TOETS 
Hoofdstuk 2 Lichamelijke ontwikkeling 
Hoofdstuk 3 denkontwikkeling
2. Cadeau opdracht 
3. Schema hoofdstuk 2 en 3 
4. Opdrachten hoofdstuk  3  (inleveromgeving maak ik vandaag)

Slide 44 - Slide

Vragen 3.4 nabespreken
Vraag 1 
Vraag 2 Waar/ Niet waar


Slide 45 - Slide

Wat is psychische operatie?
vraag 3

Geef een voorbeeld


Slide 46 - Slide

Vraag 4a 
Een kind van 8 kan al aardig hoofdrekenen

Welke fase van Piaget hoort hierbij?


Slide 47 - Slide

Vraag 4B
Kinderen van 10-12 jaar kunnen denken over dingen die  je niet  direct kunt zien of voelen.
Hoe heet deze vorm van denken?


Slide 48 - Slide

Vraag 5 a 
Wat betekent het begrip reflecteren?
Op welke leeftijd gaan kinderen dit meer doen?


Slide 49 - Slide

Vraag 6 
Over welke abstracte dingen denken pubers 
in deze fase na?


Slide 50 - Slide

Inleveren 
Opdrachten hoofdstuk 3

3.1  t/m 3.4

Slide 51 - Slide

Afronding periode 2
1. TOETS
Hoofdstuk 2 Lichamelijke ontwikkeling
Hoofdstuk 3 denkontwikkeling
2. Cadeau opdracht
3. Schema hoofdstuk 2 en 3
4. Opdrachten hoofdstuk 3 (inleveromgeving maak ik vandaag)

Slide 52 - Slide

Afsluiten
Maken:

  • Verlanglijstje Sinterklaas afmaken + inleveren vóór 20-01-2021 23.59 uur
  • Werkboek Basisboek O&O paragraaf 3.2 en 3.3 (ook N4 opdrachten)

Slide 53 - Slide