Les 5 - Molecuul binding

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Thema - Bindingen

H2.3 + H2.4

& H6

Deze les: Leerdoel 9 & 10

Planning

• Vragen stellen

• Leerdoelen

• Voorkennis

• Uitleg

• Evaluatie
• Aan de slag

Vragen (over opdrachten...)??

• Je mag ook via Teams vragen stellen!

• Op elk moment van de dag 

Welke binding heeft
dit molecuul?

1. Covalente atoombinding
2. Polaire covalente atoombinding
3. Ionbinding
4. Metaalbinding

Welke binding heeft
dit molecuul?

1. Covalente atoombinding
2. Polaire covalente atoombinding
3. Ionbinding
4. Metaalbinding

Welke binding heeft
dit molecuul?

1. Covalente atoombinding
2. Polaire covalente atoombinding
3. Ionbinding
4. Metaalbinding

Welke binding heeft
dit molecuul?

1. Covalente atoombinding
2. Polaire covalente atoombinding
3. Ionbinding
4. Metaalbinding

Leerdoelen

□ 9. Je kunt op microniveau uitleggen hoe de moleculen met alleen covalente bindingen                           (moleculaire stof) elkaar aantrekken;

     o a. Je weet dat moleculen in een moleculaire stof bij elkaar gehouden worden door de                              molecuulbinding,

     o b. Je weet wat de Vanderwaalsbinding is,

     o c. Je weet dat tussen moleculen in een moleculaire stof altijd de Vanderwaalsbinding                            aanwezig is.

□ 10. Je kunt de grootte van een moleculair molecuul in verbrand brengen met het kookpunt                     van de stof;

     o a. Je weet hoe groter het molecuul, hoe krachtiger de Vanderwaalsbinding.

Moleculaire stoffen

• Geleiden géén stroom...
• Elektronen zitten 'vast' (worden door atomen gedeelt)

• Atoombinding tussen atomen IN het molecuul

Covalente binding tussen twee H atomen (H - H)

bestaat uit een elektronenpaar

De covalente binding 

bestaat uit een elektronenpaar

Covalente binding

Tussen atomen 

• Atomen trekken even hard aan elektronen
• Elektronen paar bevindt zich in het midden

Polair covalente binding

Alleen tussen H - O & H - N

• Ene atoom trekt harder aan de elektronen
• Elektronen bevinden zich dichter naar 1 atoomsoort

Moleculaire stoffen

Molecuulbinding

• De aantrekkingskracht tussen moleculen, noemen we:  
• => VanderWaalskrachten.

• Dit noemen we ookwel de VanderWaalsbinding

• VanderWaalsbinding is een zwakke binding
• => vandaar zijn moleculaire stoffen veelal vloeibaar of gas
• => lagere smelt- en kookpunten in vergelijking met zouten en metalen

Molecuulbinding

• De moleculen die meer aantrekken, hebben een sterkere vanderwaalsbinding (molecuulbinding)
  

• Vanderwaalsbindingen breken wanneer een stof naar gas-fase gaat

• Grotere molecuulmassa = sterkere Vanderwaalsbinding = hoger kookpunt

Molecuulrooster

• Het patroon van het molecuulrooster hangt af van de stof.

hoe groter de molecuul hoe sterker de vanderwaalsbinding

H-bruggen sterkste binding 

Welke binding verbreekt bij het ontleden van een moleculaire stof?

1. Atoombinding
2. Ionbinding
3. Metaalbinding
4. Vanderwaalsbinding

Welke binding(en) worden verbroken wanneer water kookt?

1. De atoombinding
2. De molecuulbinding
3. De vanderwaalsbinding
4. De waterstofbrug

Hoe heet de binding tussen de deeltjes in een zout?

1. Zoutbinding
2. VanderWaalsbinding
3. Atoombinding
4. Ionbinding

Welke binding bevindt zich tussen de moleculen van zuurstof (gas)

1. vdWaals binding
2. molecuulbinding
3. apolaire atoombinding
4. geen binding

De binding tussen atomen in een molecuul wordt vaak weergegeven met een streepje of een stokje. Deze binding heet:

1. Atoombinding
2. VanderWaalsbinding

Wat voor soort binding geeft de rode pijl aan?

1. Covalente binding
2. Molecuulbinding
3. Polair covalente binding
4. ionbinding

Diamant bestaat uit koolstofatomen die via bindingen aan elkaar verbonden zijn.
Om welk type binding gaat het hier?

1. Atoombinding
2. Ionbinding
3. Metaalbinding
4. VanderWaalsbinding

Welke molecuul heeft het hoogste kookpunt verwacht je?

C​3​​H​8​​

C​3​​H​6​​

C​4​​H​8​​

C​2​​H​6​​

1. C​2​​H​6​​
2. C​3​​H​6​​
3. C​3​​H​8​​
4. C​4​​H​8​​

Leerdoelen

□ 9. Je kunt op microniveau uitleggen hoe de moleculen met alleen covalente bindingen                           (moleculaire stof) elkaar aantrekken;

     o a. Je weet dat moleculen in een moleculaire stof bij elkaar gehouden worden door de                              molecuulbinding,

     o b. Je weet wat de Vanderwaalsbinding is,

     o c. Je weet dat tussen moleculen in een moleculaire stof altijd de Vanderwaalsbinding                            aanwezig is.

□ 10. Je kunt de grootte van een moleculair molecuul in verbrand brengen met het kookpunt                     van de stof;

     o a. Je weet hoe groter het molecuul, hoe krachtiger de Vanderwaalsbinding.

Welk(e) leerdoel(en) beheers je nu al?

Welk(e) leerdoel(en) beheers je (nog) niet?

Wat ga ik eraan doen om ervoor te zorgen dat ik het wel begrijp / kan?

Filmpje 1

VanderWaaldbinding (kort)

Leerdoel 9 (+ 10)

Filmpje 2

VanderWaaldbinding (uitgebreid)

Leerdoel 9 + 10