VWO 3 - Proeftoets 2.1 t/m 2.5 Schatkist Aarde

Herhaling 2.1 t/m 2.5 
VWO 3 - Schatkist aarde
1 / 22
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Herhaling 2.1 t/m 2.5 
VWO 3 - Schatkist aarde

Slide 1 - Slide

Tijdschaal
Sleep de onderstaande hoofdtijdvakken naar de juiste plaats. (onderste = oudste)
Paleozoïcum
Mesozoïcum
Precambrium
Kenozoïcum

Slide 2 - Drag question

Maak de juiste indeling van het Mesozoïcum en het Kenozoïcum
Tijdschaal
Trias
Kwartair
Tertair
Jura
Krijt

Slide 3 - Drag question

Hoeveel massa extincties waren er?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 4 - Quiz

Wat was de oorzaak van de massa-extinctie tijdens het einde van het Krijt?

Slide 5 - Open question

Op de bodem van de Noordzee zijn fossielen van mammoeten te vinden. Welke conclusie kun je hieruit trekken wat betreft het klimaat?

Slide 6 - Open question

Basalt
Kalksteen
Graniet
Leisteen
Marmer
Zandsteen

Slide 7 - Drag question

Welk gesteente zie je op de foto?
Benoem de hoofdgroep én de naam van het gesteente.

Slide 8 - Open question

De voet van de Mount Everest bestaat uit metamorf gesteente en de top bestaat uit kalksteen. Geef aan:
- door welk proces het metamorf gesteente ontstaan is;
- wat de omstandigheden waren waarin de sedimenten afgezet zijn waaruit het kalksteen ontstaan is.

Slide 9 - Open question

Stel je voor dat je voor een rotswand staat van horizontale gesteentelagen. De ene laag ligt hoger in de rotswand, dan de andere laag.
Verteld die rotswand jou iets over de absolute of relatieve ouderdom? Leg je antwoord uit.

Slide 10 - Open question

De Europese landen streven ernaar om minder kritieke grondstoffen te gebruiken. Geef twee oplossingen hoe dit bereikt kan worden.

Slide 11 - Open question

IJzererts is een …………… voor staal.
Aardgas is een …..……… voor elektriciteitscentrales.
Kalksteen is …………………
grondstof
Bouwmateriaal
brandstof

Slide 12 - Drag question

Welke fossiele brandstof raakt als eerste op?
A
Antimoon
B
(Aard)gas
C
(Aard)olie
D
Lood

Slide 13 - Quiz

Welke delfstof raakt waarschijnlijk het snelst op?
A
Olie
B
Zeldzame aardmetalen
C
Lood
D
Antimoon

Slide 14 - Quiz

In de afbeelding is in vier fasen getekend hoe het ijzererts in Brazilië gevormd werd.
Sleep de letters A t/m F uit de afbeelding naar de juiste omschrijving.
bedekking met dikke pakketten andere sedimenten
afwisseling van ijzerrijke en ijzerarme sedimenten
opheffing en metamorfose van ijzerrijke en ijzerarme gesteentelagen
ijzerhoudende deeltjes zakken naar de bodem
erosie van bovenliggende lagen
zuurstofarm oceaanwater met opgeloste ijzerdeeltjes
A
B
C
D
E
F

Slide 15 - Drag question

Het inkolingsproces van steenkool begon in het ...
A
Siluur
B
Krijt
C
Perm
D
Carboon

Slide 16 - Quiz

Zijn de stellingen juist of onjuist?
1. Aardolie is ontstaan toen Nederland een woestijnklimaat had.
2. Als de economie sneller groeit, raken de delfstoffen sneller op.
3. Het voordeel van schachtbouw is dat dat goedkoper is dan dagbouw.

Slide 17 - Open question

Geef aan:
- in welke periode kalksteen uit de NL bodem ontstaan is;
- of we een koud of warm klimaat hadden;
- waar we in Nederland kalksteen aan het oppervlak vinden.

Slide 18 - Open question

Hier zie je een mogelijke vindplaats van steenkool, aardgas en aardolie.
Sleep de cijfers uit de doorsnede naar de juiste omschrijving
afsluitende laag
Moedergesteente/
steenkool
aardgas
aardolie
reservoirgesteente
4
2
3
1
5

Slide 19 - Drag question

Geef aan:
1. uit welk materiaal de afsluitende laag in Groningen bestaat;
2. uit welk gesteente reservoirgesteente bestaat;
3. wat de belangrijke eigenschap van reservoirgesteente is.

Slide 20 - Open question

Zand en grind is in de periode vanaf 2.6 miljoen jaar geleden afgezet in Nederland.
- Geef aan op welke twee manieren het grind in Nederland terecht is gekomen.
- Noem het tijdvak in het Kwartair waarin dit grind werd afgezet.

Slide 21 - Open question

Wat is GEEN kenmerk
van circulaire economie
A
Het gebruik van grondstoffen wordt beperkt
B
Grondstoffen worden hergebruikt
C
Grondstoffen komen op de afvalberg terecht
D
Grondstoffen worden zo goed mogelijk gerecycled

Slide 22 - Quiz