PTO PTA kerndoelen, eindtermen en curriculum

1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Agenda
1. Ontwerpvraag
2. De vakvernieuwingscommissies revisited
2. Bevindingen nieuwe examen en achterwaarts ontwerpen
3. Handreiking ontwerp pto pta en curriculum
4. Vragen

Slide 2 - Slide

Vraag
Hoe komen we tot een curriculumontwerp en toetsenprogramma dat rekening houdt met onze doelgroep, recht doet aan de nieuwe inzichten van de vakvernieuwingscommissies en past bij een 70-minutenrooster?

Slide 3 - Slide

Antwoord in wording
  • 70 minuten aangrijpen -> verdieping
  • Eigen curriculum, maar Kern nu nog gebruiken als basis
  • Huidige kerndoelen als basis, maar nieuwe inzichten vakvernieuwing wel gebruiken
  • Achterwaarts ontwerpen
  • Betekenis, integratie, samenhang leading bij lesontwerp
  • Literatuur integreren (in toetsen), 1 boekopdracht


Slide 4 - Slide

Kaders 

Vakdidactisch
(Nieuwe) examenprogramma's en kerndoelen
Syllabi examen

Schoolspecifiek
Vakwerkplan 
Talenbeleid
Kwaliteitswijzers

70-minutenrooster

Slide 5 - Slide

Uitdagingen of kansen?
Kansengelijkheid, laaggeletterdheid
  • Het landelijk curriculum moet ervoor zorgen dat alle leerlingen voldoende functioneel geletterd het funderend onderwijs verlaten, zodat ze volwaardig kunnen participeren in het vervolgonderwijs en in een geletterde meertalige pluriforme samenleving en zich een leven lang talig blijven ontwikkelen.
  • Er is een zorg om leerlingen met een risico op functionele laaggeletterdheid
  • Uit het PISA-onderzoek blijkt dat bij leesvaardigheid vooral het reflecteren en evalueren achterblijft (H/VWO)
  • Uit het IJkingsonderzoek centrale examens blijkt dat ook het schrijven van goede teksten achterblijft (formuleren)
Digitalisering en meertaligheid
--> meertaligheid: taal is een middel om uitdrukking te geven aan de eigen binnenwereld en om kennis te nemen van anderen. Meertaligheid inzetten om leerlingen hun eigen identeit en de relatie tot anderen te verkennen en ontwikkelen. ook cultuuroverdracht.
-> digitalisering: de: meertalige digitale omgeving en met conventies vraagt bewuste informatieverwerving en -verstrekking en omgaan met non-lineaire en multimodale teksten;: leerlingen leren info te zoeken, kritisch te beoordelen, selecteren, hoofd en bijzaken onderscheiden, info gebruiken en zelf online teksten te produceren


Slide 6 - Slide

Nieuwe kerndoelen
en straks ook nieuwe eindtermen

Slide 7 - Slide

Huidige kerndoelen (h/v)
1. De leerling leert zich mondeling en schriftelijk begrijpelijk uit te drukken.
2. De leerling leert zich te houden aan conventies (spelling, grammaticaal correcte zinnen, woordgebruik) en leert het belang van die conventies te zien.
3. De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn woordenschat.
4. De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven teksten.
5. De leerling leert in schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken,ordenen en beoordelen op waarde voor zichzelf en anderen.
6. De leerling leert deel te nemen aan overleg, planning, discussie in een groep.
7. De leerling leert een mondelinge presentatie te geven.
8. De leerling leert verhalen, gedichten en informatieve teksten te lezen die aan zijn belangstelling tegemoet komen en zijn belevingswereld uitbreiden.
9. De leerling leert taalactiviteiten (spreken, luisteren, schrijven en lezen) planmatig voor te bereiden en uit te voeren.
10. De leerling leert te reflecteren op de manier waarop hij zijn taalactiviteiten uitvoert en leert,
op grond daarvan en van reacties van anderen, conclusies te trekken voor het uitvoeren
van nieuwe taalactiviteiten.

Slide 8 - Slide

Kritiek uit veler hoek
  • De kerndoelen zijn te globaal en geven te weinig richting
  • Samenhang ontbreekt (verkaveling in losse vaardigheden)

Conceptkerndoelen Nederlands en rekenen en wiskunde SLO september 2023

Slide 9 - Slide

Vakvernieuwingscommissie 1
(Kerndoelen)

kwalificatie, socialisatie, persoonsvorming

> samenhang in de beschrijving van de kerndoelen

> de inhoud betekenisvol maken door ondere meer aan te sluiten bij de socialisatie en persoonsvorming


Karakteristiek vak  Nederlands aldus de vakvernieuwingscommissie

  • Leerlingen ontwikkelen tot taalcompetente burgers die kunnen deelnemen aan een geletterde maatschappij
  • Bijbrengen van kennis, vaardigheden en houdingen ten aanzien van communicatie, taal en literatuur
  • Leerlingen ontwikkelen inzicht in zichzelf als taalleerder
  • Leerlingen leren eigen ideeën, ervaringen en gevoelens uit te drukken over zichzelf, de ander en de wereld


Slide 10 - Slide

Nieuwe kerndoelen
Nieuwe kern-doelen: 

Slide 11 - Slide

Nieuwe inhouden en accenten
  1. Rijke taal- en leesomgeving in alle lessen
  2. Taalvaardigheden in samenhang
  3. Taal gebruiken om doelgericht te communiceren
  4. Taal gebruiken om je te uiten
  5. Taal gebruiken om te leren
  6. Werken met bronnen
  7. Taal en interactie
  8. Taal als systeem
  9. Taal in de wereld
  10. Literatuur

Slide 12 - Slide

Opbouw  ..
in doelzin en een nadere specifiëring. Dus veel concreter en duidelijker

En zoals  je hiernaast ziet: meer aandacht voor spreekvaardigheid!

Slide 13 - Slide

Taal- en leesrijke omgeving
Leerlingen moeten in aanraking komen met uitdagende teksten in authentieke, vakoverstijgende, thematische context (schoolbreed)

Dus niet alleen samenhang in de leergebieden, maar ook tussen de leergebieden, bijvoorbeeld via de Wereldcampus

Slide 14 - Slide

Vaardigheden in samenhang
- bij de vaardigheden vaak dezelfde strategieën  om de inhoud te begrijpen;
-combineer de vaardigheden om kennis van teksten, de wereld en woordenschat te vergroten

Slide 15 - Slide

Taal en identiteit
Erkenning dat taal niet alleen een middel is om doelgericht te communiceren.

Met taal kun je ook je identiteit verkennen en ontwikkelen 
-> kennis van jezelf, de ander, de wereld
-> taal betekenisvol maken 

Slide 16 - Slide

Reflectie op taal(gebruik)
De leerling als taalleerder

Kennis van taal(gebruik), maar ook reflectie op taalactiviteiten 
-> stimuleert de taalontwikkeling

Slide 17 - Slide

Bronnenonderzoek en bronverwerking
Samenhang met andere domeinen

Bijvoorbeeld kennis van teksten en argumentatie inzetten bij bronnenonderzoek en bewuste bronverwerking

Slide 18 - Slide

Literatuur
Gekoppeld aan literatuur als systeem (inzicht in verhalende teksten), maar ook aan individu & maatschappij

-> meer dan leesvoorkeur
-> maak het betekenisvol

Slide 19 - Slide

Een betekenisvol curriculum ..
 betekent dat het onderwijs een brede opdracht heeft. 

De totale set kerndoelen weerspiegelt dat het aanbod gericht is op kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming. 

De kerndoelen bestaan uit kennis, vaardigheden en houdingen. 

Kennis over jezelf, de ander en de wereld. Deze kennis is cruciaal voor het verwerven van vaardigheden. 

Kennis en vaardigheden zijn zo beschreven dat de samenhang duidelijk zichtbaar is, zodat het onderwijs betekenisvol kan worden aangeboden aan leerlingen. 

Slide 20 - Slide

Samenhang binnen het leergebied
(Conceptkerndoelen SLO, september 2023)
 In het leergebied Nederlands leren leerlingen in een doorlopende leerlijn van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs doelgericht te communiceren in verschillende contexten en leren ze zich expressief en creatief te uiten. 
Daarbij benutten ze kennis over taal en taalgebruik en leren ze een diversiteit aan talige culturele uitingen kennen. 
In elke fase van de taalontwikkeling is sprake van een combinatie van verwerving en verdieping van talige kennis, vaardigheden en houdingen. In de eerste fases van de ontwikkeling (het primair onderwijs) ligt de nadruk op verwerving en in latere fases (vaak het voortgezet onderwijs) op verfijning en verdieping. De complexiteit van geschreven en gesproken teksten neemt daarbij toe, zowel in inhoud en vorm als in de communicatieve doelen en contexten. Daarnaast gaan leerlingen zich kritischer verhouden tot teksten, weten ze er meer betekenis aan te geven en krijgen ze beter zicht op hun voorkeuren. Via taal krijgen ze meer grip op de wereld en de maatschappij waarin ze leven. Taal- en cultuurcompetent worden is een geleidelijk en complex proces, waarbij talige kennis, vaardigheden en houdingen rondom communicatie, taal en literatuur elkaar voortdurend beïnvloeden en ook versterken. Lees-, luister-, kijk-, schrijf-, spreek- en gespreksvaardigheid hebben wezenlijke overeenkomsten en ontwikkelen zich in samenhang met elkaar. Leerlingen leren deze verbanden te zien en te benutten. Ze verwerven kennis en de bijbehorende begrippen om over taalgebruik, taalverschijnselen, het taalsysteem en literatuur te kunnen communiceren en erop te reflecteren

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

Slide 23 - Link

Vakvernieuwingscommissie 2
(eindtermen)
  • Eindtermen gaan over kennis, vaardigheden, inzichten en/of houdingen 
  • 3 doeldomeinen: kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming 
  • Inhoud -> de Nederlandse taal en cultuur, taalbeheersing, (regels en functies van taalgebruik), in betekenisvolle taalgebruikssituaties (context), kennismaken met en interpreteren van literatuur (Kern volgt deze indeling al)
---> vakinhoud/kennis  èn reflectie moet centraler!
Kamerbrief opdrachtverlening Vakvernieuwingscommissie examenprogramma H/V


Slide 24 - Slide

Achterwaartse uitgangspunten
Visie: integratie, samenhang, betekenis 

-> meer integratie van vaardigheden, (thematische) samenhang zoeken binnen de domeinen en tussen de vaardigheden, bewuster omgaan met fictie, taalbeschouwing betekenisvol aanbieden

-> Jongeren moeten inzien waarom taal belangrijk is, waarom taalbeschouwing interessant is en dat literatuur je veel kan brengen.


Slide 25 - Slide

Observaties examens
1. Vakgebied  in onderwerpen centraler: literatuur, taal en cultuur, taalkunde -> waarderingsgeschiedenis van een roman, onderwijs en taalkundige regels, beschouwing met veel literaire bronnen,  ontlezing
2. Veel vragen over het beoordelen en vergelijken van bronnen,
3. Hierin meer aandacht voor argumentatie en samenvatten (eerst de redenering vaststellen, dan overeenkomsten en verschillen zoeken in andere bronnen (schemavragen) en bewuste bronverwerking
4. Aandacht voor semantiek: framewoorden, toon herkennen, synoniemen zoeken





Slide 26 - Slide

Ervaringen examens
1. Formuleren: niet alleen slordig taalgebruik, maar vaak ook onbegrijpelijk
2. Bij zowel isk als regulier
3. Examen vereist nu eens hele precieze beantwoording, dan weer juist algemenere bewoordingen (het is een kunstje en ook weer niet! examenvaarrdigheden blijven wel belangrijk)
4. Leerlingen lopen vast op leestempo, gebrekkige kennis van de wereld ën van taal, begrijpen de tekst te globaal, doorgronden de tekst niet (diep lezen)
6. ...............................................................................................................................





Slide 27 - Slide

Nieuwe richting?
1. Meer aandacht voor vakinhoud: taal en cultuur, communicatie, literatuur
2. Meer aandacht voor reflectie op taal, literatuur en taalgebruik (reflectie blijkt ook achter te blijven in Pisa-onderzoek naar lezen): op zoek gaan naar de betekenis, de why, taal en denken
3. Gebruik de 70 minuten voor diepgang. Dus betekenisvolle context, integratie vaardigheden, samenhang in domeinen door taalbeschouwing en reflectie op taal als systeem en thematisch werken.
4. Woordenschat, grammatica en spelling betekenisvol en structureel inzetten

Slide 28 - Slide

How to?
1. Opbouw: taal en cultuur, communicatie, literatuur  
2. Kies een (taalspecifiek) thema en een bovenliggende vraag (samenhang!)
3. Stel elke periode twee taalvaardigheden en een tekstsoort centraal, bijvoorbeeld lezen en schrijven (integratie en betekenisvolle context!)
4. Kies een inhoudelijk toepassingsgebied  om kennis van de wereld, woordenschat, perspectieven op een onderwerp te stimuleren (hiervoor de Wereldcampusthema's gebruiken; in de bovenbouw bij betoog en essay specifiekere thema’s (Betekenisvolle context)
5. Zoek manieren om grammatica, spelling, woordenschat te integreren in bovenstaande


Slide 29 - Slide

How to?
5. Boekopdrachten tot aan voorexamenjaar handhaven, maar met meer diepgang en reflectie: 1 grote opdracht per jaar (soort masterproef), in de andere periodes literatuur integreren in de normale toets. Dus via literatuur de leerdoelen toetsen. Leerlingen lezen nog wel 3 boeken per jaar in de onderbouw.
6. Zoveel mogelijk de leescyclus volgen (beginnen met klassikaal, eindigend bij zelfstandig kiezen)
7. de hoofdstukken taal! en literatuur uit Kern gebruiken voor reflectie op taal of artikelen hiervoor zoeken
8. Schrijf al je goede ideeën op in het begeleidende document in Teams

Slide 30 - Slide

Voorbeeld 1
V3, periode 3 Fictie en werkelijkheid, vermaken en ontroeren

Vraag: Soms kan een (literair) verhaal de impact van een gebeurtenis beter overbrengen dan een feitelijk verslag. Waarom is dat? Wat maakt dat je je beter kunt inleven in een verhaal?  Wat is de rol van spot en humor hierin?
Tekstsoort: literaire tekst over een waargebeurd verhaal, het krantenverslag over dit verhaal, een utopische tekst en een reportage over het functioneren nu (bijvoorbeeld kijkje  achter de schermen, een verhaal aan de frontlinies van klimaatverandering)
Vaardigheden (en kennis): lezen en schrijven, bronnen vergelijken, conventies en tekstdoelen
Literatuur: plot, perspectief,stijl, humor en spot
Thema wereldcampus: De aarde en ik (voorheen duurzaamheid en klimaat)
Grammatica/spelling: Numo of andere app, Kern
Woordenschat: Numo of andere app, Kern, aanvullend
Toets: grote leestoets  waarin waargebeurd versus fictie, stijl en humor en spot bevraagd, bronnen vergelijken en onderzoeken, reflecteren op (gemengde) leesdoelen) 







Slide 31 - Slide

Voorbeeld 2
V1, Periode 3) Thema: verhaal en inleven

Onderzoeksvraag: Kan een verhaal of een andere tekst bijdragen aan empathie of solidariteit met anderen? Hoe beïnvloedt een tekst jou? Hoe zorgt een schrijver dat je je kunt inleven in een verhaal?
Tekstsoort: waarderende (en verhalende) tekstsoorten
Vaardigheden: lezen, schrijven, luisteren (film thema Wereldcampus als formatieve oefening recensie schrijven)
Literatuur: zelf een boek kiezen binnen thema Wereldcampus
Thema Wereldcampus: de maatschappij en ik
Grammatica/spelling: NUMO, Kern / elke les 5-10 minuten taal/grammatica/woordenschat
Woordenschat: elke les 5-10 minuten taal/grammatica/woordenschat
Boekopdracht: verwerken in toets; recensie schrijven
Toets: voorstel hoofstukken deel 5 werkboek A t/m G 
 












Slide 32 - Slide

Opzet les
  1. Lezen 5-15 minuten. 
  2. Grammatica/spelling/woordenschat 5 min. (thematisch).
  3. Activiteit gekoppeld aan leerdoel (lezen/luisteren/schrijven) 15 min.
  4. Formatieve feedback 10 min.
  5. Doorbouwen op 3. 15 min. 
  6. Afronden: feedback, leren van en met elkaar 10 min.

Slide 33 - Slide

Periode over aarde 
  1. Lezen 5-15 minuten. Afhankelijk van periode in gezamenlijk boek. 
  2. Grammatica/spelling/woordenschat 5 min. 
  3. Drie films: iemand die tegen milieu is, iemand die zich zorgen maakt om milieu. Frames vergelijken.  Hoofdgedachten eruit halen. 15 min.
  4. Formatieve feedback 10 min. 
  5. Tekst met frame over milieu. Welke frames hierin? Hoe zou de andere partij hierover spreken/schrijven.  15 min. 
  6. Afronden: feedback, leren van en met elkaar 10 min (als kan  grammatica /spelling/woordenschat)

Slide 34 - Slide