Herhaling schetsen van een grafiek en verhaaltjessommen

Wat gaan we doen vandaag
6.2: Ligging van een parabool tov de x-as

1 / 26
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat gaan we doen vandaag
6.2: Ligging van een parabool tov de x-as

Slide 1 - Slide

ABC-Formule
Zorg dat je de abc-formule en de formule voor de discriminant uit je hoofd kent!
x=2abDofx=2ab+D
D=b24ac

Slide 2 - Slide

Aantal oplossingen
D>0: twee oplossingen
D=0: één oplossing
D<0: geen oplossing 

Slide 3 - Slide

Ligging t.o.v. de x-as

Slide 4 - Slide

Geef in een schets de ligging aan van de parabool
                                            ten opzichte van de x-as.

a = 2, b = –3 en c = –1


D= 17 dus D>0 betekent 2 snijpunten. a=2 is een postitief getal  dus een dalparabool
 

D=(3)2421=17
y=2x23x1

Slide 5 - Slide

Geef in een schets de ligging aan van de parabool
                                            ten opzichte van de x-as.

a = 2, b = –3 en c = –1


D= 17 dus D>0 betekent 2 snijpunten. a=2 is een postitief getal  dus een dalparabool
 

D=(3)2421=17
y=2x23x1

Slide 6 - Slide

Geef in een schets de ligging aan van de parabool
                                            ten opzichte van de x-as.

a = 2, b = –3 en c = –1


D= 17 dus D>0 betekent 2 snijpunten. a=2 is een postitief getal  dus een dalparabool
 

D=(3)2421=17
y=2x23x1

Slide 7 - Slide

Geef in een schets de ligging aan van de parabool
                                            ten opzichte van de x-as.

a = 2, b = –3 en c = –1


D= 17 dus D>0 betekent 2 snijpunten. a=2 is een postitief getal  dus een dalparabool
 

D=(3)2421=17
y=2x23x1

Slide 8 - Slide

Geef in een schets de ligging aan van de parabool
                                            ten opzichte van de x-as.

a = 2, b = –3 en c = –1


D= 17 dus D>0 betekent 2 snijpunten. a=2 is een postitief getal  dus een dalparabool
 

D=(3)2421=17
y=2x23x1

Slide 9 - Slide

Welke schets hoort bij de parabool:

f(x)=3x2+4x+1
A
B
C
D

Slide 10 - Quiz

Uitleg
a=3 dus a>0 dalparabool
D=42431=1612=4
Dus twee snijpunten
a=3,b=4,c=1

Slide 11 - Slide

Welke schets hoort bij de parabool:

f(x)=2x2+4x2
A
B
C
D

Slide 12 - Quiz

Uitleg
a=2 dus a<0 bergparabool
D=42422=1616=0
Dus een snijpunt
a=2,b=4,c=2

Slide 13 - Slide

Kwadratische vergelijkingen oplossen

Slide 14 - Slide




v
x2=c
x2=25
x=5
x=5

Slide 15 - Slide

Ontbinden in factoren
a. x buiten de haakjes halen
b. Product-som-methode

Slide 16 - Slide

Oplossen verhaaltjessommen.
  1. Maak een schets van de opgave.
  2. Zet de gegevens erin.
  3. Maak een formule.
  4. Stel een vergelijking op.
  5. Los deze op en kijk kritisch naar je antwoord.

Slide 17 - Slide

Maak een schets

Slide 18 - Slide

Zet de gegevens erin

Slide 19 - Slide

Maak de formule en los deze op
Het tegelpad is 





Dus het pad is 3 meter breed
51 m2
Formule:x2+10x+4x=x2+14x
x2+14x=51
x2+14x51=0
(x+17)(x3)=0
x=17x=3

Slide 20 - Slide

Oplossen verhaaltjessommen.
  1. Maak een schets van de opgave.
  2. Zet de gegevens erin.
  3. Maak een formule.
  4. Stel een vergelijking op.
  5. Los deze op en kijk kritisch naar je antwoord.

Slide 21 - Slide

Maken
 Opdrachten 65 t/m 72

Slide 22 - Slide

abc-formule
Deze formules moet je uit je hoofd leren!
x=2abDofx=2ab+D
D=b24ac

Slide 23 - Slide

Functies met een parameter

Slide 24 - Slide

Voorbeeld

Slide 25 - Slide

Huiswerk 
blz. 195: opgave 22 en 24
Blz. 196: opgave 26 en 27(B opgaven)
blz. 198: opgave 32 en 33

Slide 26 - Slide