21.1 - défilé de mode à Broklede

défilé de mode à Broklede
1 / 26
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

défilé de mode à Broklede

Slide 1 - Slide

Lesdoelen (buts)


Je herhaalt woorden/zinnen die te maken hebben met uiterlijk,  kleding en kleuren en je gebruikt het bijvoeglijk nmw.

Slide 2 - Slide

les vêtements & les couleurs

Slide 3 - Slide

Les vêtements - de kleding(stukken)
les lunettes            - de bril
la robe                      - de jurk
la jupe                       - de rok
le manteau              - de jas/de mantel
les chaussures      - de schoenen

Slide 4 - Slide

.
A
la casquette
B
les lunettes
C
la robe
D
la jupe

Slide 5 - Quiz

.
A
les chaussures
B
la robe
C
les lunettes
D
le manteau

Slide 6 - Quiz

.
A
les chaussures
B
les lunettes
C
le manteau
D
la jupe

Slide 7 - Quiz

les vêtements & les couleurs
le pantalon              - de broek
le jean                        - de jeans/spijkerbroek
le t-shirt                    - het t-shirt
les baskets              - de gymschoenen
les chaussettes     - de sokken

Slide 8 - Slide

.
A
les chaussures
B
les lunettes
C
les baskets
D
la casquette

Slide 9 - Quiz

.
A
le jean
B
la jupe
C
la robe
D
le pantalon

Slide 10 - Quiz

.
A
les baskets
B
les chaussettes
C
les lunettes
D
les chaussures

Slide 11 - Quiz

porter = dragen
qu'est-ce qu'il porte ?
wat draagt hij ?

Slide 12 - Slide

                 Qu'est-ce qu'il porte ?
il porte............

Slide 13 - Slide

les couleurs - de kleuren
bleu                            - blauw
rouge                         - rood
blanc / blanche     - wit
noir/noire                 - zwart
orange                       - oranje

Slide 14 - Slide

les couleurs - de kleuren
jaune                    - geel                                    rose - roze
vert/verte           - groen                                 gris / grise - grijs
violet/violette   - paars
pourpre               - paars

Slide 15 - Slide

c'est quelle couleur? Welke kleur is het?
A
rouge
B
orange
C
jaune
D
vert

Slide 16 - Quiz

c'est quelle couleur?
A
bleu
B
noir
C
vert
D
blanc

Slide 17 - Quiz

c'est quelle couleur?
A
rouge
B
jaune
C
violet
D
rose

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Video

Les couleurs

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Au Travail !!!! 
Wat ga je doen?
(10 minuten - individueel)
Kijk goed welke kleding je nu aan hebt en schrijf dit in jouw schrift op in het Frans in hele zinnen
 Aujourd'hui je porte ......
 (Vandaag draag ik.....)
 Vermeld ook de kleuren erbij!
Toegestane hulpmiddelen: 
Libre service  jaar 1 (online) - unité 1-5

Slide 23 - Slide

Lesdoelen/buts
Aan het eind van de les:
- heb ik samen gewerkt met klasgenoten
- heb ik woorden gebruikt die te maken hebben met uiterlijk,  kleding en kleuren 
- heb ik het bijvoeglijk naamwoord toegepast
- heb ik nieuwe zinnen gemaakt






Slide 24 - Slide

1. Noteer in hele zinnen welke kleding + kleur je draagt.
maak hiervan een foto uit je schrift.

Slide 25 - Open question

Merci!
Au revoir!

Slide 26 - Slide