Unit 3 - Comparisons II

Present continuous II
1 / 29
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Present continuous II

Slide 1 - Slide

At the end of this lesson...
...you can tell someone that you're not doing something.
...you can ask someone if they are doing something.

Slide 2 - Slide

But first!
What do you remember about the Present Continuous?

Slide 3 - Slide


Welke zin staat in de Present Continuous?
A
He is very smart.
B
She is crying.
C
I eat an apple every day
D
We always walk to school.

Slide 4 - Quiz


Waar zie je signaalwoord(en) voor de Present Continuous?
A
Always
B
Every day
C
Never
D
At the moment

Slide 5 - Quiz


Welke zin zouden wij in het Engels zeggen in de Present Continuous? 
A
Ik woon in Nijmegen
B
Hij is 12 jaar oud
C
We zijn aan het lopen.
D
Zij loopt elke dag naar school

Slide 6 - Quiz

Hoe maak je een Present Continuous ook alweer?
(Bevestigende zin) (+)
Pronoun
To be
Werkwoord
-ing

Slide 7 - Drag question

Zet de woorden in de goede volgorde
(Bevestigende zin) (+)
We
are
walk
-ing

Slide 8 - Drag question

Present Continuous
Om te zeggen dat we nu iets aan het doen zijn. De actie vindt nu plaats en zal ook in de nabije toekomst weer eindigen.

Pronoun + to be + ww + -ing
I am walking
You are sleeping
He is crying
We are laughing

Slide 9 - Slide


Schrijf de volledige zin in de Present Continuous.
I_____________.(to walk)

Slide 10 - Open question


Schrijf de volledige zin in de Present Continuous.
He________.(to sleep)

Slide 11 - Open question


Schrijf de volledige zin in de Present Continuous.
We________.(to teach)

Slide 12 - Open question

Present Continuous - wat als iets niet zo is?
Wat nu als je wilt zeggen dat iets niet zo is?
Ontkennende zin (-)

Pronoun + to be + not + ww + -ing
I am not walking
You are not sleeping
He is not crying
We are not laughing

Slide 13 - Slide

Present Continuous - wat als iets niet zo is?
Wat nu als je wilt zeggen dat iets niet zo is?
Ontkennende zin (-)

Pronoun + to be + not + ww + -ing
I am not walking
You are not sleeping
He is not crying
We are not laughing
I'm not walking
You aren't sleeping
He isn't crying
We aren't laughing

Slide 14 - Slide

Present Continuous - wat als het een vraag is?
Wat als je iets wilt vragen?
Vragende zin (?)

To be + pronoun + ww + -ing
Am I sleepwalking?
Are you sleeping?
Is he crying?
Are we laughing?

Slide 15 - Slide

Present Continuous - wat als het een vraag is?
Wat als je iets wilt vragen?
Vragende zin (?)

To be + pronoun + ww + -ing
Am I sleepwalking?
Are you sleeping?
Is he crying?
Are we laughing?
Let op! Vragende en ontkennende zin in één?
Met contraction: zet aan het begin
Geen contraction: To be + pronoun + not ....


Slide 16 - Slide

Present Continuous - wat als het een vraag is?
Wat als je iets wilt vragen?
Vragende zin (?)

To be + pronoun + ww + -ing
Am I sleepwalking?
Are you sleeping?
Is he crying?
Are we laughing?
Let op! Vragende en ontkennende zin in één?
Met contraction: zet aan het begin
Geen contraction: To be + pronoun + not ....

Isn't he sleeping right now?
Is he not sleeping right now?

Slide 17 - Slide


Maak van deze zin een ontkennende zin. Gebruik een contraction.
He is screaming. 

Slide 18 - Open question


Maak van deze zin een ontkennende zin. Gebruik contraction.
We are leaving.

Slide 19 - Open question


Maak van deze zin een vragende zin
She is crying.

Slide 20 - Open question


Maak van deze zin een vragende zin
You are calling home.

Slide 21 - Open question

Present Continuous - spellingsregels

Slide 22 - Slide

Present Continuous - spellingsregels
Worksheet I + II

You have 15 minutes

Look at the answers together.

Done? > Homework on Magister

Slide 23 - Slide

Present Continuous - answers

Slide 24 - Slide


Ik kan uitleggen waar de Present Continuous voor gebruiken
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll


Ik kan een bevestigende zin in de Present Continuous schrijven
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll


Ik kan een ontkennende zin in de Present Continuous schrijven
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll


Ik kan een vragende zin in de Present Continuous schrijven
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

Homework
3.4 reading – ex. 6, 8, 9
Study vocabulary and expressions of 3.4 reading

Slide 29 - Slide