§2.4 Slaven worden vrij

1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leerdoel



Ik ken de argumenten van voorstanders en tegenstanders van de slavernij en kan uitleggen hoe en waarom Nederland stopte met de slavernij.

Slide 2 - Slide

Lesplan





Start test
Terugkijken
Uitleg 
Maken opdrachten

Exit ticket

Slide 3 - Slide

Welke gebeurtenissen zijn gevolgen van het nationalisme? Sleep die naar de vlag
In 1830, na een korte oorlog, krijgen de Belgen een eigen land.
In 1850 worden de eerste spoorwegen aangelegd in Nederland. 
In 1871 wordt het Duitse Rijk opgericht. 
In 1900 wordt de telefoon uitgevonden door onder anderen Alexander Bell. 

Slide 4 - Drag question

Wat zijn voorbeelden van nationalisme? Sleep ze naar de vlag toe
Een krant schrijft enthousiast over een modern oorlogschip, gebouwd in eigen land
Een muzikant zingt een liedje over dappere helden uit de geschiedenis
Een schilder schildert een groep trotse vrouwen in traditionele klederdracht
Een schrijver beschrijft de ellende van de arbeiders in een industriestad
In een theater worden beroemde toneelstukken uit heel Europa opgevoerd

Slide 5 - Drag question

In de 19e eeuw wordt het steeds belangrijker om...
A
met zoveel mogelijk gebieden handel te drijven
B
zoveel mogelijk gebieden te bezitten en besturen

Slide 6 - Quiz

In de 19e eeuw wordt het steeds belangrijker om veel gebieden te bezitten en besturen. Europese landen vonden dit belangrijk om politieke en economische redenen. Dit is een omschrijving van het begrip:

Slide 7 - Open question

Welke uitspraak is juist?
A
De Nederlandse koloniën werden in de 19e eeuw veroverd door de VOC
B
De stichting van Nederlands-Indië is heel vreedzaam verlopen
C
Een van de belangrijkste kolonies van Nederland was India
D
Nederland was bang dat andere landen Indonesië zouden veroveren

Slide 8 - Quiz

Wat was geen kolonie van Nederland in de 19e eeuw?
A
De Antillen
B
Indonesië
C
Marokko
D
Suriname

Slide 9 - Quiz

Wat veranderde er na de verovering van Nederlands-Indië door de Nederlanders
De inheemse bevolking gehoorzaamt aan een inheemse vorst. 
Inheemse bestuurders gehoorzamen aan Nederlandse bestuurders. 
Verschillende volken wonen in één gebied.

Slide 10 - Drag question

Nederland vond dat Nederlands-Indië vooral geld moest opleveren voor

_____________________. In 1830 voerden zij daarom het

_____________________ in, waardoor inheemse boeren  een groot deel

van hun oogst 
_____________________.
de inheemse bevolking
zelf konden verkopen
Nederland zelf
moesten afstaan
cultuurstelsel
handelsstelsel

Slide 11 - Drag question

Aan het werk
WAT: Maak een woordweb met ALLE begrippen van 2.2 en 2.3 (begint op blz. 86)
HOE: op een A'3 papier. Bron: je lesboek. 
KLAAR: combineer de begrippen met elkaar. Zet lijnen tussen begrippen. Bijvoorbeeld: oorzaak- gevolg. oorzaak Nationalisme- gevolg nationalisme. 

Maak bij elk begrip of onderwerp een passende tekening. 

opdracht 

Slide 12 - Slide

Herhaling
  • Er ontstaat een moderne samenleving: spoorwegen, kanalen, telegraaf, telefoon, radio, postschepen
  • Opkomst Nationalisme: standbeelden, musea, geschiedenisonderwijs
  • Vanaf 1500: plantages aan de kusten van Amerika, Afrika, Azië. NL in Indonesië.
  • Vanaf 1800: Modern imperialisme. Zoveel mogelijk land bezitten en besturen. NL koloniën: Nederlands-Indië, Suriname, Antillen
  • Europa had grondstoffen en afzetmarkt nodig. Daarnaast gaf een kolonie macht en aanzien.

Slide 13 - Slide

Herhaling
  • Nederland voerde een nieuw bestuur in. Vorsten moesten luisteren naar de Nederlanders
  •  Nederland bleef de baas met behulp van wapens
  • Kolonie moest winstgevend zijn. Winst ging naar het moederland. Verplicht verbouwen van: thee, koffie, rubber, tabak, suiker, cacao.
  • Cultuurstelsel: 20% van je grond verbouwen. 1830-1870
  • Verandering in de samenleving: christendom, scholen (NL taal en cultuur leren) ziekenhuizen. 
  • Gevolgen: eerste Indonesische nationalistische gevoelens
Nederlandse bestuurders
Inheemse vorsten
Inheemse bevolking
Nederlandse mannen
Kinderen van gemengd huwelijk
Inheemse bevolking

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

Voorstanders van de slavernij
  • Vanaf 16e eeuw slavernij in de koloniën
  • Mijnen, havens, landbouw, katoen-, suiker-, tabaksplantages

Twee argumenten voor de slavernij:
  • In de bijbel stond: donkere mensen zijn knechten
  • Volgens Europeanen waren Afrikanen en Aziaten minderwaardig en konden ze niet omgaan met vrijheid. 

Slide 16 - Slide

Tegenstanders van de slavernij
  • 1807: Britse rijk verbiedt slavenhandel
  • 1833: Britse rijk verbiedt slavernij
  • 1860: Nederland schaft slavernij af in Nederlands-Indië
  • 1 juli 1863: Nederland schaft slavernij af in Suriname en Antillen
Keti Koti

Slide 17 - Slide

Tegenstanders van de slavernij
  • Abolitionisme:  een beweging die was voor de afschaffing van de slavenhandel en slavernij

Twee argumenten tegen de slavernij:
  • Slavernij ging in tegen het idee dat iedereen vrij en gelijk was
  • Christendom zei: heb je naasten lief

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

WAT?
Maken §2.3 Leven in koloniën opdracht  2-11
Maken §2.4 Slaven worden vrij opdracht 2-13

WAAROM?
Je kan uitleggen wat de gevolgen waren van het modern imperialisme op het gebied van bestuur, economie, sociaal en cultureel.

HOE?
Digitaal of in je boek.
Onvoldoende voor geschiedenis? Dan in je boek!

HULP
Rood: Je werkt alleen en mag geen vragen stellen
Oranje: Je mag vragen stellen aan de docent via LessonUp
Groen: Je mag zachtjes met elkaar praten en vragen stellen aan de docent

timer
1:00
Laat LessonUp open staan op je laptop
AAN DE SLAG!

Slide 20 - Slide

Begrippen uit deze les
Modern imperialisme
Nederlands Indië
Racisme

Slide 21 - Slide


Schrijf 2 dingen op die je deze les hebt geleerd
Schrijf 2 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 22 - Open question


Schrijf 2 dingen op die je deze les hebt geleerd
Noem twee oorzaken van het Modern Imperialisme

Slide 23 - Open question

Huiswerk

Slide 24 - Slide