KB2 Hoofdstuk 5 Par 2
Wat wordt de prijs?
In deze paragraaf leer je:
This lesson contains 28 slides, with text slides.
KB2 Hoofdstuk 5 Par 2
Wat wordt de prijs?
In deze paragraaf leer je:
Je gaat luisteren naar de uitleg over de inkoopprijs, brutwinstopslag en de verkoopprijs.
Klik op het icoontje.
Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstopslag
Brutowinstopslag = brutowinstpercentage : 100 x inkoopprijs
Brutowinstopslag is het bedrag dat de winelier gebruikt om de kosten te betalen en winst te maken.
Van inkoopprijs naar verkoopprijs
Voorbeeldsom
De inkoopprijs van een tennisracket is € 26,00
Brutowinstpercentage is 45%. Bereken de verkoopprijs.
Brutowinstopslag = brutowinstpercentage : 100 x inkoopprijs
Brutowinstopslag = 45:100 x € 26,00 = € 11,70
Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstopslag
Verkoopprijs = € 26,00 + € 11,70 = € 37,70
Van inkoopprijs naar verkoopprijs
Oefensom
De inkoopprijs van een badmintonracket is € 68,00
Brutowinstpercentage is 87%. Bereken de verkoopprijs.
Van inkoopprijs naar verkoopprijs
Uitwerking Oefensom
Brutowinstopslag = brutowinstpercentage : 100 x inkoopprijs
Brutowinstopslag = 87:100 x € 68,00 = € 59,16
Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstopslag
Verkoopprijs = € 68,00 + € 59,16 = € 127,16
Elk bedrijf wilt graag de winst uitrekenen.
De winkelier moet dan eerst de omzet uitrekenen.
De omzet is het bedrag dat het bedrijf ontvangt door het verkopen van producten.
Het aantal producten dat een bedrjf verkoopt noemen we de afzet.
IJsverkoper Mario verkoopt elke zaterdag ijsjes in Heerlen.
Mario verkoopt 450 bolletjes ijs.
De verkoopprijs van een bolletje ijs is € 0,60.
Bereken de omzet.
Omzet = afzet x verkoopprijs
Omzet = 450 x € 0,60 = € 270,00
Worstenverkoper Dieter staat elke zaterdag op de markt in Geleen.
Dieter verkoopt elke zaterdag gemiddeld 310 worsten.
De verkoopprijs van een worst is € 2,60.
Bereken de omzet.
Omzet = afzet x verkoopprijs
Omzet = 310 x € 2,60 = € 806,00
Omzet = afzet x verkoopprijs
Omzet = 310 x € 2,60 = € 806,00
Fietsenverkoper Jan Janssen verkoopt fietsen voor gemiddeld
€ 350,00 per stuk.
In april is de omzet van de fietsenwinkel € 42.350,00.
Bereken de afzet. (hoeveel fietsen er verkocht zijn)
Oplossing staat op de volgende dia
Fietsenverkoper Jan Janssen verkoopt fietsen voor gemiddeld
€ 350,00 per stuk.
In april is de omzet van de fietsenwinkel € 42.350,00.
Bereken de afzet. (hoeveel fietsen er verkocht zijn)
Oplossing: Afzet = omzet : verkoopprijs
Afzet = € 42.350 : € 350 = 121 fietsen
De inkoopprijs wordt betaald door het bedrijf dat goederen koopt met de bedoeling om die goederen weer te verkopen.
B
a) Dit autobedrijf verdient geen geld aan deze actie want de verkoopprijs is hetzelfde bedrag als de inkoopprijs. De verkoper heoudt dan geen geld over om de kosten te betalen, laat staan winst.
b) Ze gaan verbouwen en alles moet leeg zijn.
A) Bij een lage brutowinstopslag is de kans groot dat de winkelier niet genoeg geld heeft om de bedrijfskosten te betalen.
B) Bij een hoge brutowinstopslag is de kans groot dat concurrende bedrijven het product goedkoper verkoopt.
C
Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstopslag
Brutowinstopslag=
brutowinstopslagpercentage: 100 x inkoopprijs
Brutowinstopslag = 60:100 x € 35,00 = € 21,00
Verkoopprijs = € 35,00 + € 21,00 = € 56,00
Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstopslag
€ 620 = € 400 + brutowinstopslag (?)
brutowinstopslag = € 620 - € 400 = € 220
a)Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstopslag
€ 39,60 = € 22 + brutowinstopslag (?)
brutowinstopslag = € 39,60 - € 22 = € 17,60
B) brutowinstopslagpercentage:
brutowisntbedrag :inkoopprijs x 100% =
€ 17,60 : € 22 x 100% = 60%
brutowinstopslag%:brutowinstbedrag :inkoopprijs x 100%
Brutowinstbedrag = verkoopprijs - inkoopprijs
Brutowinstbedrag = € 79,20 - € 33,00 = € 46,20
Brutowinstopslag% = € 46,20 : € 33,00 x 100% = 140%
a) afzet is het aantal verkochte artikelen. De afzet is 190 ijsjes.
b) Omzet = afzet x verkoopprijs
Omzet = 190 x € 1,70 = € 323,00
2 dozen is een kilo. De verkoopprijs van 2 dozen is € 3,00
Dus een kilo kost € 3,00.
Omzet = 21 x € 3,00 = € 63,00
a)De omzet bedraagt € 560.
Per boek is de verkoopprijs € 1,75
De afzet --> € 560 : € 1,75 = 320 boeken
b) omzet = afzet x verkoopprijs
Omzet = 400 x € 1,75 = € 700
a) omzet juni = afzet juni x verkoopprijs
omzet juni = 29scooters x € 2.900 = € 84.100
b) Omzet eerste half jaar = afzet eerste half jaar x verkoopprijs
Afzet eerste half jaar = 12+14+15+19+24+29 = 113
omzet eerste half jaar = 113 x € 2.900 = € 327.700