This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
4. Sterke en onregelmatige werkwoorden
Ik heb het gesmorft. En jij?
Slide 1 - Slide
Testen, maar dan net even anders
De lijst met sterke en onregelmatige werkwoorden uit het lesboek 'De Bovenkamer' van Josée Coenen (p.135-140) moet je uit het hoofd leren.
Iedere week 'overhoor' ik 8-10 woorden via LessonUp én krijg je van mij, middels informatieve filmpjes, context rondom het woord. Veel voorkomende onregelmatige werkwoorden (bijv. hebben, gaan) worden bovendien herhaald.
Slide 2 - Slide
Deze week:
bijten, zuigen, zitten, dragen, kruipen, zien, rijden en houden
Slide 3 - Slide
De ziekte van Lyme
Het bijna onvermijdelijk om niet ooit eens door een teek te worden gebeten. Kijk mee naar deze korte clip over tekenbeten en leer hoe je een besmetting herkent.
Let op! Het gebruik van de werkwoorden:
bijten, zitten, zijn, kruipen
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Lukt het de teek om zich in je huid vast te .... (bijten), dan kan de teek uren tot wel dagen blijven ... (zitten)
A
beten, gezeten
B
bijten, zatten
C
bijten, zitten
D
geen idee
Slide 6 - Quiz
Wat is de verleden tijd van 'bijten' (EV)?
A
beten
B
beet
C
gebeten
D
bijt
Slide 7 - Quiz
Wat is de voltooide tijd van 'bijten'?
A
beten
B
beet
C
gebeten
D
bijt
Slide 8 - Quiz
Wat is 'zitten' in de OVT enkelvoud en meervoud?
A
zat, zaten
B
zitte, gezeten
C
zitte, zitten
D
zat, zeten
Slide 9 - Quiz
Wat is het voltooid deelwoord van 'zitten'?
A
gezaten
B
gezit
C
gezat
D
gezeten
Slide 10 - Quiz
"Mijn zus heeft ook een keer een teek ...(hebben) en toen moesten we naar de buurman want wij wisten niet hoe we hem eruit moesten halen".
Slide 11 - Open question
Teken ...(zijn) vooral buiten te ...(vinden), in de natuur of in je achtertuin.
Slide 12 - Open question
Wat is 'zijn' in de OVT enkelvoud en meervoud?
A
is, geweest
B
is, zijn
C
was, zijn geweest
D
was, waren
Slide 13 - Quiz
Wat is het voltooid deelwoord van 'zijn'?
A
zijn geweest
B
geweest
C
gewaren
D
gewasten
Slide 14 - Quiz
Eerst doen we onze broek in onze sokken zodat de beestjes niet naar boven kunnen....(kruipen)
Slide 15 - Open question
Wat is 'kruipen' in de O.V.T. enkelvoud en meervoud
A
kruipte, kruipten
B
kroop, kropen
C
kruipte, kropen
D
kroopte, kropen
Slide 16 - Quiz
Wat is het voltooid deelwaard van 'kruipen'
A
ben gekropen of heb gekropen
B
gekropen
C
heb gekropen
D
ben gekropen
Slide 17 - Quiz
Hoe kun je een teek het beste van je huid verwijderen?
A
pincet
B
tekenlepel
C
tekenschuifje
D
a, b, c én je nagels
Slide 18 - Quiz
Teken ook onder hoeden?
Dat geeft je te denken en zet je aan het denken. Want het is vorige week Prinsjesdag geweest, ofwel 'hoedjesdag'.
Kijk mee en leer meer over deze Nederlandse traditie. Let goed op het gebruik van de werkwoorden: zien, rijden en houden.
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Video
"Ik heb de Koning ... (zien)".
Slide 21 - Open question
Wat is 'zien' in de OVT enkelvoud en meervoud
A
zie, zien
B
zag, zagen
C
ziet, zieten
D
ziet, gezien
Slide 22 - Quiz
Verleden tijd, vul in: Al vroeg ...(zitten) deze kinderen helemaal klaar voor prinsjesdag.
A
zitten
B
zeten
C
zaten
D
hebben gezeten
Slide 23 - Quiz
Na een paar uur wachten is het moment daar, de koetsen ... (rijden) weg.
Slide 24 - Open question
Wat is de voltooide tijd van 'rijden'?
A
ben gereden of heb gereden
B
ben gereden
C
heb gereden
D
gereden
Slide 25 - Quiz
Wat is de verleden tijd enkelvoud van 'rijden'?
A
rijdt
B
reed
C
rijdde
D
reedt
Slide 26 - Quiz
Ze rijden naar de Koninklijke Schouwburg waar de Koning zijn toespraak zal ....(houden)
Slide 27 - Open question
Wat is 'houden' in de verleden tijd (mv)?
A
hielden
B
hield
C
houdden
D
houwen
Slide 28 - Quiz
Wat is het voltooid deelwoord van 'houden'?
A
gehad
B
gehebben
C
gehield
D
gehouden
Slide 29 - Quiz
Bijzonder aan Prinsjesdag dit jaar: het is de aller eerste keer dat prinses Alexia bij Prinsjesdag aanwezig ...(zijn).