Gesprekken voeren

In een waardevol gesprek is het spreken een gevolg van het luisteren.
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

In een waardevol gesprek is het spreken een gevolg van het luisteren.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen:
Ik weet wat Verbale en non-verbale communicatie is
Ik kan verbale en Non-verbale communicatie inzetten
Ik weet wat LSD is
Ik kan effectief communiceren met LSD

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Non verbaal 
Verbaal
Stem verheffen
Juichen!
Hard fluiten
Sip kijken
High five geven
Onderuit gezakt zitten

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Gesprekken voeren =
Deelnemen aan discussie en overleg, uitwisselen van informatie.
*bespreken wat er moet gebeuren en bijdragen aan planning...
*probleem verhelderen in discussie...
*overtuiging of mening geven...
*instemming of afkeuring uitdrukken...
*commentaar geven op visie van anderen...
*informatie vragen en geven...
*informatie verzamelen en verwerken via een interview...

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Gesprekken voeren: leerdoelen
-Beurten nemen en bijdragen aan samenhang
-Afstemming op doel
-Afstemming op gesprekspartner(s)
-Woordgebruik en woordenschat
-Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing
Rubrics lesafsluiting

Slide 6 - Slide

Beurten nemen en bijdragen aan samenhang:
-de juiste woorden gebruiken om aan het woord te komen
-eerst de reactie van de ander interpreteren en beoordelen, voordat je reageert
Afstemming op doel:
-eigen gespreksdoel duidelijk maken
-doelgericht doorvragen om gewenste informatie boven tafel te krijgen
Afstemming op gesprekspartner(s):
-spreekdoel van anderen herkennen
-reacties van anderen inschatten
-omgaan met verschil tussen informele en formele situaties
-taal aanpassen aan gesprekspartner
Woordgebruik en woordenschat:
-voldoende woorden om te vertellen wat je wilt
-onbekende woorden eventueel omschrijven
Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing:
-duidelijk verstaanbaar, soms een hapering of verkeerde uitspraak
-eventuele fouten of versprekingen worden hersteld

Slide 7 - Slide

Beurten nemen en bijdragen aan samenhang:
-de juiste woorden gebruiken om aan het woord te komen
-eerst de reactie van de ander interpreteren en beoordelen, voordat je reageert
Afstemming op doel:
-eigen gespreksdoel duidelijk maken
-doelgericht doorvragen om gewenste informatie boven tafel te krijgen
Afstemming op gesprekspartner(s):
-spreekdoel van anderen herkennen
-reacties van anderen inschatten
-omgaan met verschil tussen informele en formele situaties
-taal aanpassen aan gesprekspartner
Woordgebruik en woordenschat:
-voldoende woorden om te vertellen wat je wilt
-onbekende woorden eventueel omschrijven
Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing:
-duidelijk verstaanbaar, soms een hapering of verkeerde uitspraak
-eventuele fouten of versprekingen worden hersteld

1

Slide 8 - Video

This item has no instructions

01:35
Waaraan merk je allemaal dat Louis van Gaal geïrriteerd is?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

4

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Lees de Rubrics door (+/- 2 min.)

Slide 11 - Slide

Beurten nemen en bijdragen aan samenhang:
-de juiste woorden gebruiken om aan het woord te komen
-eerst de reactie van de ander interpreteren en beoordelen, voordat je reageert
Afstemming op doel:
-eigen gespreksdoel duidelijk maken
-doelgericht doorvragen om gewenste informatie boven tafel te krijgen
Afstemming op gesprekspartner(s):
-spreekdoel van anderen herkennen
-reacties van anderen inschatten
-omgaan met verschil tussen informele en formele situaties
-taal aanpassen aan gesprekspartner
Woordgebruik en woordenschat:
-voldoende woorden om te vertellen wat je wilt
-onbekende woorden eventueel omschrijven
Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing:
-duidelijk verstaanbaar, soms een hapering of verkeerde uitspraak
-eventuele fouten of versprekingen worden hersteld

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Wat zag je terug in dit gesprek/deze discussie? (+ voorbeeld)

-Beurten nemen en bijdragen aan
samenhang
-Afstemming op doel
-Afstemming op gesprekspartner(s)
-Woordgebruik en woordenschat
-Vloeiendheid, verstaanbaarheid en
grammaticale beheersing

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Casus: overleg op stage (3-tal)
Rol A:
Rol B:
Werkgever/begeleider
Stagiair
Open het gesprek. Vraag hoe het gaat op de werkvloer.
Noem 1 ding wat goed gaat. Noem 1 ding waar je moeite mee hebt.
Bedenk samen een oplossing en eindig het gesprek.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

02:50
Wat valt je nu al op aan de ontmoeting?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

03:31
Wat gaat goed (houding/non-verbale communicatie)?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

04:00
''Want... films? Houd je graag van films?''
Wat doet Sophie hier heel goed?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

04:11
Dit wordt een match!
A
Wel
B
Niet

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Ik weet het verschil tussen verbale en Nonverbale communicatie
Ja
Nee
Nog even oefenen

Slide 19 - Poll

This item has no instructions

Ik kan LSD toepassen in een gesprek
ja
nee
nog even oefenen

Slide 20 - Poll

This item has no instructions

Huiswerk

NuNederlands
Gesprekken 3
Gesprekken 5

Slide 21 - Slide

This item has no instructions