Les 16 Maw V4 1.5

Programma
  1. Check-in (5 min.)
  2. 1.5 Individualisering: uitleg en opdrachten (25 min.)
  3. 1.5 Individualisering: opdracht 21 maken en bespreken (10 min.)
  4. Check-uit (5 min.)
1 / 15
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Programma
  1. Check-in (5 min.)
  2. 1.5 Individualisering: uitleg en opdrachten (25 min.)
  3. 1.5 Individualisering: opdracht 21 maken en bespreken (10 min.)
  4. Check-uit (5 min.)

Slide 1 - Slide

1.5 Individualisering

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kent het kernconcept individualisering en kunt dit herkennen in een bron;​
  • Je kunt aangeven wat het gevolg van individualisering is voor de verandering van de vorming;​
  • Je kunt aangeven wat de gevolgen van individualisering zijn binnen moderne samenlevingen en moderne gezinnen;​
  • Je kunt aangeven wat de voordelen en de nadelen van individualisering zijn;​









Slide 3 - Slide

Debat: 3x10 min.
 Alleen bij de vrije ronde mag je elkaar in de rede vallen.


10 min. per debat (tijdbewaker (1 buiten debaters) aanwijzen):

1 min. opzetbeurt voorstanders (pers V1)
1 min. opzetbeurt tegenstanders (pers T1)
4 min. Vrije ronde (V2, V3, T2, T3)
1 min. conclusiebeurt voorstanders (pers V4)
1 min. conclusiebeurt tegenstanders (pers T4)
2 min. Nabespreking door middel van jury (3 buiten debaters)

Slide 4 - Slide

Debat: 3x10 min.
 Alleen bij de vrije ronde mag je elkaar in de rede vallen.


10 min. per debat (tijdbewaker (1 buiten debaters) aanwijzen):

1 min. opzetbeurt voorstanders (pers V1)
1 min. opzetbeurt tegenstanders (pers T1)
4 min. Vrije ronde (V2, V3, T2, T3)
1 min. conclusiebeurt voorstanders (pers V4)
1 min. conclusiebeurt tegenstanders (pers T4)
2 min. Nabespreking door middel van jury (3 buiten debaters)

Slide 5 - Slide

Leg uit wat het plaatje te maken heeft met individualisering volgens de ICE/CCT-methode (3 min.)

Slide 6 - Open question

Debat: 3x10 min.
 Alleen bij de vrije ronde mag je elkaar in de rede vallen.


10 min. per debat (tijdbewaker (1 buiten debaters) aanwijzen):

1 min. opzetbeurt voorstanders (pers V1)
1 min. opzetbeurt tegenstanders (pers T1)
4 min. Vrije ronde (V2, V3, T2, T3)
1 min. conclusiebeurt voorstanders (pers V4)
1 min. conclusiebeurt tegenstanders (pers T4)
2 min. Nabespreking door middel van jury (3 buiten debaters)

Slide 7 - Slide

Noem 3 voorbeelden uit jouw leven waaruit blijkt dat jij meer geïndividualiseerd leeft dan een leeftijdgenoot van 100 jaar geleden (3 min.)

Slide 8 - Open question

Debat: 3x10 min.
 Alleen bij de vrije ronde mag je elkaar in de rede vallen.


10 min. per debat (tijdbewaker (1 buiten debaters) aanwijzen):

1 min. opzetbeurt voorstanders (pers V1)
1 min. opzetbeurt tegenstanders (pers T1)
4 min. Vrije ronde (V2, V3, T2, T3)
1 min. conclusiebeurt voorstanders (pers V4)
1 min. conclusiebeurt tegenstanders (pers T4)
2 min. Nabespreking door middel van jury (3 buiten debaters)

Slide 9 - Slide

Egalitair
Geïndividualiseerd

Slide 10 - Drag question

Debat: 3x10 min.
 Alleen bij de vrije ronde mag je elkaar in de rede vallen.


10 min. per debat (tijdbewaker (1 buiten debaters) aanwijzen):

1 min. opzetbeurt voorstanders (pers V1)
1 min. opzetbeurt tegenstanders (pers T1)
4 min. Vrije ronde (V2, V3, T2, T3)
1 min. conclusiebeurt voorstanders (pers V4)
1 min. conclusiebeurt tegenstanders (pers T4)
2 min. Nabespreking door middel van jury (3 buiten debaters)

Slide 11 - Slide

Bedenk een groep/organisatie die baat heeft bij individualisering en bedenk een groep/organisatie die bedreigd wordt door individualisering (2 min.)

Slide 12 - Open question

Maak 1.5 opdracht 21 (blz 23) (5 min.)

Slide 13 - Open question

Werken aan PO
  1. Kies een onderwerp dat je wilt onderzoeken (zie voor inspiratie bijlage 1)
  2. Zorg ervoor dat het onderwerp te onderzoeken is, dus maak het niet te groot/breed maar kader duidelijk af. Hou het klein en concreet.
  3. Lees jezelf in, ga dus op zoek naar informatie over jouw onderwerp. Hiervoor gebruik je verschillende soorten bronnen: websites, kranten, tv programma's
  4. Maak een literatuurlijst waarin je de bronnen met goede inhoud opschrijft. Heb je minimaal vijf goede bronnen (objectief, betrouwbaar, representatief) gevonden? Ga dan door naar het volgende onderdeel.
  5. Bedenk de (voorlopige) hoofdvraag van het onderzoek (verklarend/beschrijvend? Kwantitatief/kwalitatief?).
  6. Bedenk welke meetinstrumenten je gaat gebruiken.
  7. Bedenk een hypothese en conceptueel model (zie 4.2 en 4.3)


>> Leg bovenstaand voor aan de docent voor een GO / NO GO << 

































Slide 14 - Slide

Check-uit: wat is je bijgebleven van deze les?

Slide 15 - Mind map