Donderdag 27 januari

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Programma

• Filmpje & uitleg
• Samen oefenen
• Zelf oefenen
• Afsluiten

Lesdoelen

1. Ik kan de omtrek van figuren berekenen

2. Ik kan de oppervlakte van figuren berekenen

Wat is omtrek?
Als je ergens omheen gaat.

Je telt de lengtes van alle zijkanten bij elkaar op.

Oppervlakte

Wat is oppervlakte? 

Je geeft aan hoe groot iets is. 

Voorbeelden: 

1. Hoeveel verf heb ik nodig? 

Ik moet weten hoe groot de muur is. 

2. Hoeveel tegels heb ik nodig? Ik moet weten 

hoe groot het terras is. 

Formule

lengte x breedte = oppervlakte

Omtrek
Welke is waar?

1. De omtrek bepaalt hoeveel tegels je nodig hebt voor het maken van een terras
2. De omtrek van een tuin bepaalt hoe lang het hek is dat je eromheen kunt zetten

Wat is de omtrek?

1. 8 cm
2. 11 cm
3. 3 cm
4. 22 cm

Wat is de
omtrek?

1. 200 m
2. 58 m
3. 62 m
4. 60 m

De oppervlakte is:

1. 4+2= 6 cm2
2. 4x2=8 cm2
3. 4:2=2 cm2
4. 4-2= 2 cm2

Wat is de
oppervlakte
van deze kamer?

1. 10 m²
2. 16 m²
3. 20 m²
4. 15 m²

Wat is de oppervlakte van de zolderkamer?

1. 2 m²
2. 8 m²
3. 30 m²
4. 42 m²

Zijn er nog vragen?

Aan de slag!

Basis: paragraaf 4.2 t/m som 29 en rekenbreak (D23 niet)

Kader: paragraaf 4.1: t/m som 13 en rekenbreak

(D12 en extra opgaven niet)

paragraaf 4.2: 14, 15 en 16

Klaar? Oefenen in NUMO

Afsluiting

Ga naar GPL

Vul de openstaande doelen in 

https://vestdijk.system7.nl/login

Code: kpg5y (F1V)