De razzia van Rotterdam en Schiedam

De razzia van 
Rotterdam en Schiedam
Opgepakt en weggevoerd naar een onbekende bestemming
1 / 11
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisBasisschoolMiddelbare schoolhavo, vwoGroep 7,8Leerjaar 1-3

This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

De razzia van 
Rotterdam en Schiedam
Opgepakt en weggevoerd naar een onbekende bestemming

Slide 1 - Slide

Toelichting
Introduceer het onderwerp van de les aan de leerlingen.
Leerdoelen
Aan het eind van deze les weet je hoe de razzia verbonden is met de Tweede Wereldoorlog en op welke manier die plaatsvond in de wijk Charlois.

Slide 2 - Slide

Toelichting
Lees voor wat de leerlingen in deze les zullen leren:

Aan het eind van deze les weet je hoe de razzia verbonden is met de Tweede Wereldoorlog en op welke manier die plaatsvond in de wijk Charlois.
Waar denk je aan bij de
Tweede Wereldoorlog?

Slide 3 - Mind map

Toelichting
De les wordt afgetrapt met een inleidende vraag:

Waar denk je aan bij de Tweede Wereldoorlog?

Laat de leerlingen de antwoorden invullen via hun telefoon of noteer de antwoorden zelf op het digibord.

Is één van de antwoorden 'razzia', vraag dan of ze weten wat de razzia is. Als de 'razzia' niet wordt genoemd, vraag dan of iemand er wel eens van gehoord heeft.

In de volgende dia leg je uit wat de razzia van Rotterdam was.
Wat gebeurde er tijdens de razzia van Rotterdam?
Wat is een razzia?

Slide 4 - Slide

Toelichting
Een razzia is een door de overheid opgezette jacht op een groep mensen. De inwoners van een bepaald gebied worden hierbij in korte tijd verrast.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren er twee soorten razzia’s: vervolgingsrazzia’s en arbeidersrazzia’s. 

Bij vervolgingsrazzia’s werden in bezet gebied Joden, Sinti, Roma, politieke tegenstanders, homoseksuelen en mensen met een beperking opgepakt en naar kampen afgevoerd. Bij de Arbeidseinsatz gaat het om arbeidersrazzia’s. Mensen (vaak jongemannen) worden dan opgepakt en meegevoerd om te werken voor de bezetter.

De razzia van Rotterdam en Schiedam was een arbeidersrazzia. 52.000 mannen van tussen de 17 en 40 jaar werden meegenomen door de Duitse bezetter. Dat was ongeveer 68 procent van het totale aantal mannen van die leeftijd in Rotterdam.

Tel hoeveel leerlingen er in de klas zitten. Bereken hoeveel 70% is en laat de leerlingen voorstellen hoe het zou zijn als dat deel van de klas ineens weggenomen zou worden. 

Slide 5 - Slide

Toelichting
Op 10 november 1944 valt bij duizenden Rotterdammers dit papiertje (zie bron) met het woord BEVEL op de deurmat. Het bericht is duidelijk. Alle mannen tussen de 17 en 40 jaar moeten op straat gaan staan. Ze moeten warme kleding, dekens, bestek en boterhammen voor één dag meenemen. Alle andere bewoners, ook vrouwen en kinderen, moeten in huis blijven tot de actie klaar is.  

Wijs de leerlingen op de laatste zin:

'Allen, die pogen te ontvluchten of weerstand bieden, zal worden geschoten'

Vraag de leerlingen wat zij zouden doen als ze zo'n briefje op de deurmat zouden vinden.

Verdere toelichting

Pieter (40 jaar) schrijft:

'Vrijdagmorgen in de vroege schemering ontwaak ik door het luide en zenuwachtige praten van de buren in de achtertuintjes. [...] "Alle mannen moeten weg, de soldaten zijn al druk bezig," hoor ik iemand zeggen. [...] Weldra blijkt, dat er iets zeer bijzonders gaat gebeuren. Onze straat wordt aan beide einden bewaakt door een Duitse soldaat. Niemand mag zijn huis verlaten.'

Om ontsnapping te voorkomen heeft de Duitse bezetter veel maatregelen genomen. Pleinen, bruggen en wegen zijn afgezet door 8000 Duitse soldaten. Het openbaar vervoer is stilgelegd en de telefoonlijnen geblokkeerd. 

Uit angst om neergeschoten of verraden te worden gaan de meeste mannen toch mee. Voor velen is het onmogelijk te onderduiken. 
De Sluisjesdijk

Slide 6 - Slide

Toelichting
De razzia is door de Duitse bezetter tot in het detail uitgedacht. Per buurt of straat worden alle opgepakte Rotterdamse mannen verzameld. Ze worden naar grotere verzamelplaatsen gebracht verspreid over de stad. 

In Rotterdam zijn er elf verzamelplaatsen. De grootste is het (toen) nieuwe Feijenoord Stadion. In Charlois is er ook een verzamelplaats: de huidige R.E.T. autobus-garage (toen nog in aanbouw) bij de Sluisjesdijk.

Wijs de leerlingen op de foto. Ze zien de Sluisjesdijk zoals deze erbij lag net na de oorlog (1947).

Toon waar het Dokhuis is en waar de R.E.T. autobus-garage ligt.

Kennen de leerlingen de Sluisjesdijk? Hebben ze er wel eens van gehoord?
De verhalen van Leendert en Pieter

Slide 7 - Slide

Toelichting
Hier wordt Leendert geïntroduceerd. Het verhaal van de razzia wordt persoonlijker gemaakt en krijgen een gezicht. Op die manier zullen de leerlingen zich beter kunnen inbeelden hoe de razzia geweest moest zijn voor de jonge mannen.

Leendert is 18 jaar wanneer hij wordt opgepakt. Het gezin van Leendert woont in de Boergoensestraat boven een sigarenwinkel (nu zit daar het Chinese afhaalrestaurant Shang-Hai.

Leendert's vader (50 jaar) en broertje Lo (14 jaar) blijven achter. Leendert moet in Duitsland gaan werken. Leendert en Lo stonden in de ochtend van 10 november op het punt naar hun werk te gaan. Beiden hadden een baantje in het centrum. Hun vader was nog boterhammen aan het smeren. Toen kregen ze het bevel door de brievenbus. Er is geen mogelijkheid te ontsnappen. Leendert wordt, samen met honderden andere mannen uit de buurt, meegenomen door de Duitsers.

Ook Pieter is de pineut. Hij is nét geen 41 en moet dus ook mee met de Duitsers. Pieter woont dan met zijn vrouw en andere huurders in de Jaersveltstraat. Ze hebben geen kinderen.

Beide mannen lopen in colonne met Duitse militairen mee. Er is geen ontsnappen aan. Veel families zijn bang verraden te worden en bang voor straffen. Ze besluiten daarom toch maar mee te gaan. Veel jongens denken dat het maar om een paar dagen gaat, dat ze in de buurt van Rotterdam moeten graven. Niemand wist dat ze naar Duitsland gevoerd zouden worden en pas maanden later voor het eerst weer thuis zouden komen.

Leendert én Pieter worden naar dezelfde verzamelplaats gebracht, de Sluisjesdijk. Vanaf daar trekt de stoet met mannen naar de Koningshaven. Ze komen langs de Wolphaertsbocht, Brielselaan, Putselaan, en de Oranjeboomstraat. Het is het begin van een lange reis voor veel van de mannen.

Herkennen de leerlingen de straten die genoemd worden? Woont één van hen misschien in een van de straten?

De reis
Rotterdam
Amsterdam
Kampen
Zwolle
Oldenzaal
Mülheim an den Ruhr

Slide 8 - Slide

Toelichting
Op dit kaartje is de reis te zien die Leendert en Pieter afleggen. 

Vanaf de Koningshaven worden de mannen per rijnaak (schip) over de rivier naar Amsterdam gebracht. Honderden mannen zitten dicht op elkaar in het ruim, tussen het kolengruis. Na een overnachting varen ze door naar Kampen.

Leendert schrijft: ‘Laat in de middag van 12 november kwamen we aan. De ontscheping ging op vrij ruwe wijze en men riep dat wij terroristen waren: iedereen die uit het luik naar boven kwam, kreeg een tik met een stuk hout, het ging niet vlug genoeg. We waren stijf van het lange zitten en moesten met bagage uit het diepe ruim klauteren.’

Pieter beschrijft de situatie als een nachtmerrie.

De volgende morgen vertrekken ze via de IJssel, en vanaf Katerveer, lopend naar Zwolle. Daar staat de trein al onder stoom. De trein staat soms eindeloos stil. Zo gaat het dagenlang.

Onderweg in Wezep (vlakbij Zwolle) weet Pieter met vier anderen te ontsnappen. Het gebeurt midden in de nacht. Pieter weet uiteindelijk grotendeels te voet weer thuis te komen. Uit angst om verraden te worden, duikt hij onder.

Leendert gaat verder:

'Bij Oldenzaal reden we Duitsland in en toen begon de eindeloze reis naar een doel, dat de Duitsers blijkbaar zelf nog niet wisten. We kregen geen eten of drinken. Het regende nogal en konden zo via het bovenraampje regenwater opvangen. We wisten totaal niet waar we heen reden.’

Uiteindelijk komt Leendert in Mülheim an den Ruhr aan. Daar moet hij zwaar werk verrichten, stenen bikken zonder gereedschap. Later werkt hij bij een worstfabriek.




De achterblijvers
                                                                      Meer dan 52.000 mannen 
                                                                      zijn weggevoerd. Alle vrouwen                                                                        en kinderen blijven achter. 

                                                                      Wat maken zij mee?

Slide 9 - Slide

Toelichting
De families van de meegenomen mannen weten vaak niet hoe het met de ze gaat of waar ze zijn. Andersom weten de mannen ook niks. Via koeriers horen ze vaak wel dat de situatie in Rotterdam niet best is.

- Vraag aan de leerlingen hoe ze denken dat een bericht sturen toentertijd ging.

Maak duidelijk dat dat toen heel anders ging dan vandaag. Men kon elkaar niet opbellen of een appje sturen. Het ging per brief en zo'n brief kon er vaak weken over doen. Soms kwamen de brieven niet eens aan.

De moeder van Leendert krijgt bijvoorbeeld pas op 16 februari 1945 de eerste brief van haar zoon. Dat is meer dan drie maanden nadat hij is opgepakt.

In de winter van '44/'45 heerst er honger in de grote steden van Nederland. Er is een tekort aan brandstof, treinen rijden niet door stakingen en Duitse troepen blokkeren de wegen. Er komt geen voedsel Rotterdam meer binnen. Er staan lange rijen bij de gaarkeukens (zie foto) en vrouwen en kinderen gaan op hongertocht buiten de stad op zoek naar eten. Vaak te voet.

Het leven in de stad is zwaar.

Terugkomst
Nog bedenken wat we hier willen zeggen.

Slide 10 - Slide

Toelichting
Nadat nazi Duitsland verslagen is en de Tweede Wereldoorlog in Europa voorbij is, keren de meeste mannen weer terug naar Nederland. Veel van hen zaten onder de luizen of waren ziek. De weg naar huis duurde voor sommige mannen wel maanden.

Eenmaal terug in Rotterdam bleken veel mannen gewond of getraumatiseerd. Ook kregen ze niet allemaal een warm welkom. ‘Waarom ben je dan gegaan?’ kregen de mannen vaak te horen.

Daarnaast zat men ook niet te wachten op hun verhalen. De gezinnen in Rotterdam hadden het ook slecht gehad. De focus lag op de wederopbouw en de toekomst. Wat was gebeurd, was gebeurd.

Dit alles zorgde ervoor dat er weinig over de razzia werd gesproken, en de mannen het trauma met zich mee bleven dragen. Vandaag de dag denken we daar
heel anders over. Het is juist goed
je verhaal te delen. Voor jezelf, en voor bewustwording van anderen.

Ook de jonge Leendert houdt een trauma over aan de ervaringen. Hij heeft vaak nachtmerries over de oorlogstijd. Hij schrijft over zijn ervaringen maar deelt dat niet met zijn familie. Leendert's grijze uniform hangt klaar aan een hangertje. Mocht er ooit weer oorlog uitbreken, dan staat Leendert paraat.

De oorlog blijft altijd van invloed in zijn leven. Zo leert hij ook Esperanto. Dat is een bedachte taal die alle mensen over de wereld kunnen leren. Zo hoopte hij dat er geen oorlog meer kon komen. Want als je met iedereen kan praten, dan begrijp je elkaar beter.

Dochter Fenneke vindt haar vaders verhaal terug na zijn overlijden in 2017. Ze maakt er een kunstwerk over, 'Verhaal van mijn vader'.

Tot slot
Waarom is het volgens jullie belangrijk om 
het verhaal van de razzia te vertellen?

Slide 11 - Slide

Toelichting
Sluit de les af met de volgende discussie vraag:

Waarom is het volgens jullie belangrijk het verhaal van de razzia te vertellen?

Maak duidelijk dat de Rotterdammers van toen niet in vrijheid leefden, en dat we dat nu wel doen. Maak ook duidelijk dat het geen gegeven is om in vrijheid te leven.

Kunnen de leerlingen voorbeelden geven van plekken in de wereld waar er geen vrijheid is?

Vraag mogelijk verder:
- Wat is het belang van vrijheid? 
- Wat is vrijheid?
- Wat kunnen we leren van de razzia?