1. Hoe herken je een alinea?
2. Wat is een tussenkopje?
3. Waaraan herken je een inleiding?
4. Wat staat er in het middenstuk?
5. Wat staat er in een slot?
6. Welke tekstdoelen ken je?
7. Wat voor soort doel is een:
- Recept?
- Reclamefolder?
- Stripverhaal?
- Krantenartikel?