3.4 Kookpunt en smeltpunt

3.4 Kookpunt en smeltpunt
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

3.4 Kookpunt en smeltpunt

Slide 1 - Slide

Programma
-Formatieve check
10 min
-Oefeningen nakijken
10 min
-Smelt- en kookpunt
15 min
-Diagrammen
10 min
-Oefenen
35 min

Slide 2 - Slide

Formatieve check
Klik op de link om naar een nieuwe les te gaan, hierbij kan je zelf feedback geven op je leerdoelen:
Checks voor 3.4 Kookpunt en smeltpunt

De laatste slide sla je voor nu over, deze is voor het einde van de les!

Slide 3 - Slide

Oefeningen nakijken
Ik loop langs om te controleren of je je spullen bij je hebt en of de oefeningen gemaakt zijn.

De antwoorden staan in het eerste tabblad van de Studiewijzer in Magister.
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Je kunt beschrijven wat er gebeurt als water kookt.
  • Je kunt beschrijven wat het kookpunt en smeltpunt (vriespunt/stolpunt) van een stof zijn.
  • Je kunt uitleggen waarom het kookpunt en smeltpunt stofeigenschappen zijn.
  • Je kunt uitleggen hoe je het vriespunt of smeltpunt van water kunt verlagen.
  • Je kunt in een temperatuur-tijddiagram smelt-, stol-, en kookgrafieken van een stof interpreteren.

Slide 5 - Slide

Bij welke temperatuur gaat water smelten?

Slide 6 - Open question

Gaat ijzer bij dezelfde temperatuur smelten?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

Bij welke temperatuur gaat water koken?

Slide 8 - Open question

Gaat alcohol bij dezelfde temperatuur koken?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Kookpunt

De temperatuur waarbij een stof van vloeistof naar gas gaat, heet het kookpunt.
  • Voor water: 100 ℃
  • Voor ijzer: 2862 ℃
  • Voor alcohol: 78 ℃

De stof kan tijdens de faseovergang niet warmer worden dan het kookpunt. Als water aan het koken is, is het nooit warmer dan 100 ℃.

Slide 10 - Slide

Smeltpunt
De temperatuur waarbij een stof van vast naar vloeibaar gaat, heet het smeltpunt.
  • Voor water: 0 ℃
  • Voor ijzer: 1538 ℃
  • Voor alcohol: -114 ℃

De stof kan tijdens de faseovergang niet warmer worden dan het smeltpunt. Als water aan het smelten is, is het nooit warmer dan 0 ℃.

Slide 11 - Slide

Vriespunt/stolpunt
Het vriespunt of het stolpunt is hetzelfde als het smeltpunt, alleen het gaat hier om de faseverandering bevriezen/stollen, ipv smelten.

Je kan het vriespunt van een stof verlagen door een
extra stof toe te voegen.
  • Koelwater in een motor bevat vaak antivries, zodat het in de winter niet bevriest.
  • In de winter wordt er zout gestrooit op de wegen. Het zout mengt met het water, waardoor het een vriespunt van -8 ℃ krijgt ipv 0 ℃.

Slide 12 - Slide

Diagram tekenen
In het diagram hieronder kan je het temperatuurverloop zien van het smelten van stearinezuur. Je moet in staat zijn om zelf ook diagrammen (grafieken) te tekenen!

Slide 13 - Slide

Smelttraject en kooktraject
  • Alleen zuivere stoffen hebben een smelt/kookpunt.
  • Mengsels hebben een smelt/kooktraject!

  • Zuivere stoffen hebben 1 temperatuur waarop ze smelten/koken.
  • Mengsels hebben een temperatuurtraject waarop ze smelten/koken.


Slide 14 - Slide

Temperatuur, tijd-diagram

Slide 15 - Slide

Faseveranderingen

Slide 16 - Slide

Oefeningen
Ga aan de slag met de volgende oefeningen:

Hoofdstuk 3 Paragraaf 4:
1 t/m 12

Slide 17 - Slide

Welke leerdoelen beheers je?
Klik op de link, deze opent weer de check. Vul nu de laatste slide in:

Slide 18 - Slide