pv tt en vt

Planning
  • Welkom!
  • Uitleg  persoonsvorm tegenwoordige - en verleden tijd.
  • Oefenen
  • Aan de slag
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Planning
  • Welkom!
  • Uitleg  persoonsvorm tegenwoordige - en verleden tijd.
  • Oefenen
  • Aan de slag

Slide 1 - Slide

persoonsvorm oefenen
1. Hij (beloven) mij dat hij op tijd thuis is.
2. Marit (lachen) gisteren naar
     haar vriend.
3. (Vinden) je dat ook?
4. Laatst (pesten) jij me.
5. Dat (gebeuren) wel heel erg 
    vaak.

Slide 2 - Slide

tt:
Hans (kleden) ...... zich aan.
A
kleed
B
kleedt
C
kled
D
kleet

Slide 3 - Quiz

tt:
Hij (beantwoorden) ..... de vraag.
A
beantwoort
B
beantword
C
beantwoord
D
beantwoordt

Slide 4 - Quiz

vt:
Mijn broer (kleden) ..... zich aan.
A
kleed
B
kleedt
C
kleette
D
kleedde

Slide 5 - Quiz

vt:
Hij (fietsen) ...... naar huis.
A
fietstte
B
fietsde
C
fietste
D
fietsten

Slide 6 - Quiz

vt:
Hij (antwoorden) ..... snel.
A
antwoorde
B
antwoordde
C
antwoordte
D
antwoortte

Slide 7 - Quiz

vt:
De bus (vertrekken) ..... om 8 uur.
A
vertrekt
B
vertrekte
C
vertrok
D
vertrokte

Slide 8 - Quiz

De hond van de buren (blaffen) gisteren de hele dag.

Slide 9 - Open question

Voordat Corona uitbrak (reizen) ik elke maand met de trein naar Berlijn.

Slide 10 - Open question

Het huis (branden) helemaal af.

Slide 11 - Open question

(Worden) wakker!

Slide 12 - Open question

Mark en Chantal (sauzen) vorige week alle wanden van hun woonkamer.

Slide 13 - Open question

Huiswerk 
  • A - groep : vrijdag af: 3.1 persoonsvorm tegenwoordige tijd opdracht 1 en 2 en van de Extra opdracht de eerste 5 vragen.

  • B- groep: maandag af: 3.2 persoonsvorm verleden tijd opdracht 1 en 2 en van de Extra opdracht de eerste 5 vragen.

Slide 14 - Slide

Huiswerk 
Maandag af: 3.1 Persoonsvorm tegenwoordige tijd: opdracht 1 en 2 en van de Extra opdracht de eerste 5 vragen.

Slide 15 - Slide