4H-SP3 LUNES 13-12-21-CLASE DIGITAL

INSTRUCCIONES
In deze les ga je zelfstandig werken.
Met het pijltje links onder ga je naar de volgende slide.
Je lees de opdracht en vul je het antwoord in waar het wordt gevraagd.
Het is niet de bedoeling dat je het snel doet, maar wel dat je oplet als je een vraag niet correct beantwoord. Waarom? Snap je wat niet goed ging en waarom?
Lees goed de grammatica van pg. 32 uit het tekstboek. Daarna ga je opdrachten doen. Je kunt ook naar de video kijken voor uitgebreide uitleg.
Werk stil en geconcentreerd.
Je moet alle opdrachten afronden in deze les.

1 / 30
next
Slide 1: Slide
SpaansVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute H

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

INSTRUCCIONES
In deze les ga je zelfstandig werken.
Met het pijltje links onder ga je naar de volgende slide.
Je lees de opdracht en vul je het antwoord in waar het wordt gevraagd.
Het is niet de bedoeling dat je het snel doet, maar wel dat je oplet als je een vraag niet correct beantwoord. Waarom? Snap je wat niet goed ging en waarom?
Lees goed de grammatica van pg. 32 uit het tekstboek. Daarna ga je opdrachten doen. Je kunt ook naar de video kijken voor uitgebreide uitleg.
Werk stil en geconcentreerd.
Je moet alle opdrachten afronden in deze les.

Slide 1 - Slide

OJBETIVOS
Je leert woordenschat over het huis
Je leert vertellen:
  • hoe jouw huis is (groot/klein).
  • hoeveel kamers er zijn
  • hoe jouw slaapklamer is en waar zich bevindt

Slide 2 - Slide

¿CÓMO ES TU CASA?
Schrijf volledige zinnen. Let op op
accenten en hoofdletters.

Slide 3 - Open question

¿DÓNDE ESTÁ TU DORMITORIO?
Schrijf volledige zinnen. Let op op
accenten en hoofdletters.

Slide 4 - Open question

¿QUÉ HAY EN TU DORMITORIO?
Schrijf volledige zinnen. Let op op
accenten en hoofdletters.

Slide 5 - Open question

OBSERVA ESTAS FRASES
Mi casa es bonita y grande.
Mi casa tiene un salón grande y una cocina pequeña.
Mi dormitorio es muy bonito pero un poco pequeño.
También tenemos un jardín grande y un balcón pequeño en la primera planta.

Slide 6 - Slide

GRAMÁTICA -TB PG. 32
De gramática kunt je ook vinden op jouw
tekstboek op pg. 32

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.

El dormitorio es
A
bonito
B
bonita

Slide 9 - Quiz

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.

Los coches son
A
azul
B
azules

Slide 10 - Quiz

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.

Mi padre es un hombre
A
elegante
B
elegantes

Slide 11 - Quiz

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.

Mi madre es
A
guapo
B
guapa

Slide 12 - Quiz

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.

Mi hermanastra está
A
enfermas
B
enferma

Slide 13 - Quiz

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.

Prefiero los dormitorios
A
pequeños
B
bonito
C
pequeño
D
grande

Slide 14 - Quiz

Vul de zinnen met de juiste vorm van het bevoeglijk naamwoord.

Tengo una casa (bonito).

Slide 15 - Open question

Vul de zinnen met de juiste vorm van het bevoeglijk naamwoord.

Mis abuelos son muy (anticuado).

Slide 16 - Open question

Vul de zinnen met de juiste vorm van het bevoeglijk naamwoord.

Mi prima es muy (guapo)

Slide 17 - Open question

Vul de zinnen met de juiste vorm van het bevoeglijk naamwoord.

Sara y Juana son (joven).

Slide 18 - Open question

Vul de zinnen met de juiste vorm van het bevoeglijk naamwoord.

A María le gustan mucho los actores (español).

Slide 19 - Open question

Vul de zinnen met de juiste vorm van het bevoeglijk naamwoord.

El señor Martínez lleva una camisa (negro).

Slide 20 - Open question

Vul de zinnen met de juiste vorm van het bevoeglijk naamwoord.

Tengo un libro muy (interesante).

Slide 21 - Open question

Vul de zinnen met de juiste vorm van het bevoeglijk naamwoord.

Mi madre tiene una falda (elegante).

Slide 22 - Open question

Vertaal het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in het Spaans en vul de juiste vorm in de zinnen in.

Mi hermana está (verliefd) _____________de Enrique Iglesias.

Slide 23 - Open question

Vertaal het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in het Spaans en vul de juiste vorm in de zinnen in.

Tenemos una terraza muy (groot) _______.

Slide 24 - Open question

Vertaal het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in het Spaans en vul de juiste vorm in de zinnen in.

El primo de Marisela es (knap).

Slide 25 - Open question

Vertaal het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in het Spaans en vul de juiste vorm in de zinnen in.

Los vecinos de Pedro son (aardig).

Slide 26 - Open question

Vertaal het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in het Spaans en vul de juiste vorm in de zinnen in.

Ana, ¿has visto mis zapatos (blauw)?

Slide 27 - Open question

Vertaal het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in het Spaans en vul de juiste vorm in de zinnen in.

Mi abuela tiene un coche (witte).

Slide 28 - Open question

Hoe was deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Kun je jouw keuze uitleggen? Wat vond je goed/slecht/ leuk/ saai?


Slide 30 - Open question