1.3 Overbrengingen

Overbrengingen: katrollen, takels en tandwielen


1 / 23
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Overbrengingen: katrollen, takels en tandwielen


Slide 1 - Slide

Planning
  • Vaste katrol
  • Losse katrol
  • Takel
  • Tandwielen
  • Zelf aan de slag

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

De vaste katrol


Een vaste katrol draait de kracht om. Je herkent een vaste katrol aan het feit dat hij VAST zit.


Slide 4 - Slide

De losse katrol
  • Een losse katrol maakt ons sterker.
  • De last wordt verdeeld over het aantal touwen waaraan de katrol hangt.

Slide 5 - Slide

Samenvatting
Een takel is een combinatie van minstens 1 vaste en 1 losse katrol.  

  • Een vaste katrol is zo vastgemaakt dat hij niet meer op en neer kan bewegen. 
  • Een losse katrol beweegt op en neer, samen met het voorwerp dat wordt opgehesen. 

Slide 6 - Slide

Takel
Vaste katrol met losse katrol: verdeelt het gewicht over hoeveel katrollen je toevoegd. 

Slide 7 - Slide

Katrollen en Takels
De benodigde spierkracht neemt af met het aantal katrollen/touwen.

De hijslengte van het touw neemt juist toe.
Hijslengte = optilhoogte last x N (aantal katrollen/touwen).
Meer katrollen =  meer touw inhalen.

Slide 8 - Slide

Winst en verlies van een takel
Veel takels hebben meer dan twee katrollen. 
Hoe groter het aantal katrollen, des te groter wordt de 
hijskracht en des te kleiner de hijsafstand. 
De hijskracht is de kracht die je kan uitoefenen op het voorwerp.
De hijsafstand is de afstand die het voorwerp omhoog beweegt.


Voor elke takel geldt:
Als het voorwerp aan n stukken touw hangt,
wordt de hijskracht n keer zo groot en de hijsafstand n keer zo klein.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Tandwielen
Als het rechter tandwiel 2x zo klein is 
als het linker tandwiel dan is de kracht 
van het linker tandwiel 2x zo groot.
Je moet het rechter tandwiel wel 2x 
ronddraaien.

Slide 11 - Slide

1.3 Overbrengingen
De (span)kracht van de ketting op het voorste tandwiel is net zo groot als op het achterste tandwiel.
  

  

Slide 12 - Slide

Test

Zit klaar voor 4 vragen.

20 seconde per vraag

succes

Slide 13 - Slide

Wat is de werking van een vast katrol
A
het omdraaien van de kracht
B
het halveren van de kracht
C
het verdubbelen van de kracht
D
er gebeurt niets

Slide 14 - Quiz

Een verhuizer gebruikt een vaste katrol om een last van 800 N omhoog te hijsen over een afstand
van 6 m.
Wat is het voordeel van zo'n vast katrol?
A
Dan hoeft hij maar met 400 N aan het touw te trekken.
B
Dan hoeft hij minder arbeid te verrichten
C
Het is gemakkelijker om het touw naar beneden te trekken dan de kist omhoog.
D
Hij hoeft dan maar 3m touw in te halen.

Slide 15 - Quiz

Bereken de trekkracht in D
A
24 N
B
12 N
C
8 N
D
6 N

Slide 16 - Quiz

Bereken hoeveel touw je moet inhalen als het gewicht 5 meter omhoog moet
A
5 m
B
10 m
C
15 m
D
20 m

Slide 17 - Quiz

Extra uitleg

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video