4.1 meervoud

Grammatica
Meervoud
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 31 min

Items in this lesson

Grammatica
Meervoud

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Inleiding (5 min)
Inhoud en doel van de les bespreken & voorkennis activeren.
Kern (15 min): 
Les: Meervoud. Oefenen met uitleg.
Slot (10 min)
Is het leerdoel behaald? Uitleg huiswerk.



Slide 2 - Slide

Doel:
Je spelt het meervoud van zelfstandige naamwoorden correct.

Slide 3 - Slide

Hoe goed ben jij in het correct spellen van zelfstandige naamwoorden (mv)?
schaal van 1 tot 10

Slide 4 - Open question

Uitleg
De meeste zelfstandige naamwoorden krijgen in het meervoud -en of -s.

Slide 5 - Slide

Uitleg
1. Zet -en achter het woord.
kast - kasten
2. Pas de spelling aan als dat nodig is.
kaas - kazen

Slide 6 - Slide

Uitleg
3. Onbeklemtoond -ik, -el, -et, -es (geen dubbele medeklinker)
havik - haviken
4. Gebruik -ën bij de meeste woorden op -ee of -ie (behalve bij woorden waarin de klemtoon niet op -ie ligt
idee - ideeën 

Slide 7 - Slide

kopie

Slide 8 - Open question

rapport

Slide 9 - Open question

dief

Slide 10 - Open question

middel

Slide 11 - Open question

dreumes

Slide 12 - Open question

Uitleg
5. Schrijf -s aan het woord vast, ook na e, é, eau, en ui 
café - cafés 
bureau - bureaus
6. Gebruik 's als je het woord anders verkeerd uitspreekt
alinea - alinea's
tosti - tosti's

Slide 13 - Slide

Uitleg
7. Gebruik ook -'s na afkortingen
dvd - dvd's 
8. Latijnse woorden, voor woorden die eindigen op -um = 
-a of -ums gebruiken
museum - musea/museums

Slide 14 - Slide

Uitleg
9. Gebruik -ici voor woorden die eindigen op -icus
technicus - technici

Slide 15 - Slide

medicus

Slide 16 - Open question

tv

Slide 17 - Open question

spray

Slide 18 - Open question

shampoo

Slide 19 - Open question

accu

Slide 20 - Open question

criterium

Slide 21 - Open question

buggy

Slide 22 - Open question

Afsluiting
- Is het leerdoel behaald? 
(Je spelt het meervoud van zelfstandige naamwoorden correct.)

- Eigen niveau goed ingeschat?

Slide 23 - Slide

Aan de slag!
NU Nederlands
Grammatica
4.1

alle (gewone) opdrachten 

Succes :) 

Slide 24 - Slide

Aan de slag!
NU Nederlands
Grammatica
4.1

extra opdrachten en examenopdrachten 

Succes :) 

Slide 25 - Slide