This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Oefentoets
H5 en H6
paragraaf woordenschat
Slide 1 - Slide
Wat is een overdrijving (hyperbool)?
Slide 2 - Open question
Wat is een ironie (understatement)?
Slide 3 - Open question
Noteer de betekenis van de onderstreepte uitdrukkingen.
De gemeente heeft groen licht gekregen voor de bouw van een nieuw winkelcentrum.
Het werd hem groen en geel voor de ogen in de nieuwe achtbaan.
Slide 4 - Open question
De docenten verzuipen in het werk, omdat het toetsweek is.
A
overdrijving
B
ironie
Slide 5 - Quiz
De kleuters keken met ogen als schoteltjes naar de goochelaar.
A
overdrijving
B
ironie
Slide 6 - Quiz
‘Je was weer prachtig op tijd,’ zei de scheikundeleraar, toen ik de proef had gemist.
A
overdrijving
B
ironie
Slide 7 - Quiz
De winnaar van de marathon kwam met zijn tong op de schoenen over de streep.
A
overdrijving
B
ironie
Slide 8 - Quiz
Stel, je staat al heel lang op je vriend te wachten, want hij is te laat. Wat zeg je als hij aankomt? Gebruik in je zin een overdrijving.
Slide 9 - Open question
IJsliefhebbers hoeven tegenwoordig (11) minder diep in de buidel te tasten voor een ijsje. IJs is (12) vandaag de dag bijna een kwart goedkoper dan tien jaar geleden. De grootste (13) prijsdaling deed zichvoor tijdens de supermarktoorlog. De prijs van ijs werd toen met 15% verlaagd. Behalve in de supermarkt hoeft bij ijssalons ook steeds minder voor een ijsje (14) neergeteld te worden. Noteer de betekenis van de volgende woorden: minder diep in de buidel te tasten, vandaag de dag, prijsdaling en neergeteld.
Slide 10 - Open question
Dit familiehotel […] zeventig kamers en een zwembad.
A
beschikt over
B
omgeving
C
wezen
D
profiteren van
Slide 11 - Quiz
Als gast kunt u ook […] korting op restaurants in de buurt.
A
beschikt over
B
omgeving
C
wezen
D
profiteren van
Slide 12 - Quiz
H5 en H6 woordenschat
Je bent nu klaar met de oefentoets. We gaan volop oefenen voor woordenschat.
Magister > Nieuw-Nederland > Planning> Maak de opdrachten