a2c 6-2-25


Aujourd'hui on va...
Corriger les devoirs
Ecouter un dialogue avec le médecin
Conjuguer le verbe "descendre" au passé composé
Aan het einde van deze les kan je iemand begrijpen die vertelt over medische klachten of pijn.
 




Est-ce que j'ai ...
Mon ordinateur?
Mon livre B?
Un cahier?
Un stylo?
1 / 16
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson


Aujourd'hui on va...
Corriger les devoirs
Ecouter un dialogue avec le médecin
Conjuguer le verbe "descendre" au passé composé
Aan het einde van deze les kan je iemand begrijpen die vertelt over medische klachten of pijn.
 




Est-ce que j'ai ...
Mon ordinateur?
Mon livre B?
Un cahier?
Un stylo?

Slide 1 - Slide

Battle
Hoe goed kennen jullie de woordjes? Sta allemaal op. Ik zeg een woord in het Nederlands. Als je het weet, steek je hand op. Ik geef je de beurt, als je het weet mag je gaan zitten. We kijken hoe lang het duurt voordat iedereen zit.

Slide 2 - Slide

Pak een andere kleur pen en kijk na. pagina 19.
Exercice 9
1. g.
2. b.
3. f.
4. d.
5. a.
6. h.
7. e.
8. c.

Exercice 10

1. een zalf
2. geneest
3. een zonnebrand
4. een kalmeringsmiddel
5. meteen
6. een recept
7. overgeven
8. de keelpijn

timer
1:00

Slide 3 - Slide

Uitspraak van de e
Lees ex. 11 goed door.
https://thiememeulenhoff.bbvms.com/view/zso_qr_responsive/2988839.html
Daarna gaan we luisteren naar de woorden en schrijf je ze in de juiste kolom, dan vraag ik per rijtje iemand om het rijtje op te lezen.

Slide 4 - Slide

Écouter: Dialogue 1
https://thiememeulenhoff.bbvms.com/view/zso_qr_responsive/2988849.html
Lees ex. 12 vraag 1 en 2 door. Dan luisteren we 1 keer. Beantwoord die vragen.
Daarna: lees ex. 13 vraag 1 t/m 5. We luisteren nog een keer.

Slide 5 - Slide

Écouter: Dialogue 2
https://thiememeulenhoff.bbvms.com/view/zso_qr_responsive/2988843.html
Lees ex. 12 vraag 3 door. Dan luisteren we 1 keer. Beantwoord de vragen.
Daarna: lees ex.13 vraag 6 t/m 11. We luisteren nog een keer.

Slide 6 - Slide

-

Bij descendre gebruik je het hulpwerkwoord être.
Het is ook een regelmatig werkwoord op -re, dus de uitgangen worden u, ue, us, of ues.
Une voiture est arrivée
Er is een auto aangekomen
Mon père est descendu
Mijn vader is uitgestapt
Ma mère est descendue
Mijn moeder is uitsgestapt
Mes frères sont descendus
Mijn broers zijn uitgestapt
Mes soeurs sont descendues
Mijn zussen zijn uitgestapt
Ils sont tous descendus
Ze zijn allemaal uitgestapt

Slide 7 - Slide

Quiz!
Boeken dicht en laptops open, we gaan de werkwoorden op -re herhalen!

Slide 8 - Slide

Vul de juiste vervoeging in:
Nous ... (verliezen) le match
A
rendront
B
perdez
C
rendons
D
perdons

Slide 9 - Quiz

Tu .... (hebt teruggegeven) le livre à la bibliothèque?
A
as rendu
B
rends
C
rendes
D
as rendé

Slide 10 - Quiz

Vertaal: Attends!
A
Luister!
B
Doe niet!
C
Wacht!
D
Let op!

Slide 11 - Quiz

Elle ... (hoort) un chien
A
Entende
B
Entend
C
Entends
D
Entendent

Slide 12 - Quiz

Vertaal de zin:
Anna en Jacob zijn uit de trein gestapt.

Slide 13 - Open question

Vertaal de zin:
Ik verkoop mijn fiets niet.

Slide 14 - Open question

Vertaal de zin:
U antwoordt op mijn bericht.

Slide 15 - Open question

Les devoirs
Leren: Apprendre 1, 2 en 4.

Slide 16 - Slide