This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Nederlands
18 september
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
- Wat was het huiswerk?
- Zijn er nog vragen over?
Slide 2 - Slide
Opdracht (5 minuten)
Wat zijn de persoonsvormen van de zinnen?
- Hoe vind je de pv?
Slide 3 - Slide
Tijdens het kennismakingskamp kregen Pim en Yara verkering. Wat is de persoonsvorm?
A
tijdens
B
kregen
C
verkering
Slide 4 - Quiz
De kapitein stuurde zijn boot net op tijd naar de goede kant. Wat is de persoonsvorm?
A
stuurde
B
tijd
C
naar
Slide 5 - Quiz
In een kajak kun je gemakkelijk het Veerse Meer oversteken. Wat is de persoonsvorm?
Slide 6 - Open question
Mijn nichtjes en neefjes vermaakten zich prima op de camping. Wat is de persoonsvorm?
Slide 7 - Open question
Kopen is de pv?
1. De kleine kinderen kopen een ijsje bij de ijscokar.
2. De vakantiegangers willen bij deze ijscokar geen ijsje kopen.
Slide 8 - Slide
Uitleg
- Werkwoordelijk gezegde (wwg)
- Scheidbaar samengesteld werkwoord
1) Tijdens het etentje zat de kleuter geen seconde stil.
2) Hoe laat komen je ouders op Schiphol aan?
Slide 9 - Slide
Uitleg
Onderwerp?
1) Werkwoordelijk gezegde
2) Vraag: wie of wat + gezegde? = onderwerp
Hij schreef veel boeken over de oorlog.
Wwg? Onderwerp?
Slide 10 - Slide
Opdracht (20 minuten)
Maak opdracht 13, 14 16 van grammatica blok 1.
Wat je nu niet af krijgt, wordt huiswerk.
Slide 11 - Slide
Opdracht (5 minuten)
Maak in tweetallen een zin met een werkwoordelijk gezegde en een onderwerp.
Slide 12 - Slide
Welke zinnen hebben jullie bedacht? Schrijf er eentje op.
Slide 13 - Open question
Wat zijn de pv en ond? (5 min)
De meeste dieren hebben ook een hart, hoewel dat hart lang niet altijd lijkt op het onze. Een paar opvallende dierenharten staan hieronder vermeld. Octopussen hebben niet alleen acht armen, maar ook drie harten. Twee van die harten pompen bloed door de kieuwen, terwijl het derde hart het bloed door het lichaam pompt. Giraffen hebben een relatief sterk hart. Dat is ook niet zo gek als je bedenkt dat het bloed helemaal door die lange nek omhoog naar de hersenen moet.
Uit: In 5 minuten het hart, Dierenharten. In: Kijk.
Slide 14 - Slide
Fictie
Wat is het verschil tussen fictie en non-fictie?
Nieuwsbericht
Oorlogsverhaal
Sprookje
Gedicht
Slide 15 - Slide
Fictie
Non-fictie
Nieuws-bericht
Liedje
Harry Potter
Tijdschrift over F1
Gedicht
Sprookje
Dagboek van Anne Frank
Slide 16 - Drag question
Opdracht (10 minuten)
Zet voor jezelf op een rijtje:
- Wat heb je nu geleerd van grammatica? Welke onderwerpen?
- Wat heb je nog geleerd over non-fictie? Welke onderwerpen?