B1c spelling voltooid deelwoord

Goedemiddag
Doe meteen bij de start van de les de camera aan. 

Log alvast in bij LessonUP

De code staat links onderin
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Goedemiddag
Doe meteen bij de start van de les de camera aan. 

Log alvast in bij LessonUP

De code staat links onderin

Slide 1 - Slide

Grammatica
schriftelijke overhoring
maandag
25 januari

Slide 2 - Slide

Inhoud schriftelijke overhoring
Zie Magister 

Nog lastig: oefenen!
extra oefeningen blz. 224 - 228
Kijk in Teams

Slide 3 - Slide

Planning
werkwoordspelling
vandaag: voltooid deelwoord

extra uitleg zinsdelen

Slide 4 - Slide

Huiswerk

Opdracht 4 en 5 (blz. 159)
Opdracht 5 niet gemaakt door ...
= notitie in Magister

Slide 5 - Slide

Opdracht 4 (blz. 159)
  1. Met zijn tweede baantje verdient mijn neef wat extra geld. 
  2. Tim pakte het verzwakte babyvogeltje voorzichtig op
  3. Mijn oma ging voorzichtig de trap af
  4. Na een goed gesprek legden Nimia en Petra de ruzie bij
  5. Het publiek floot de speler uit na de overduidelijke schwalbe.

Slide 6 - Slide

Lesdoel
Je kunt het voltooid deelwoord goed spellen. 

Slide 7 - Slide

Voltooid deelwoord (blz. 110)
Wat is een voltooid deelwoord?
In een zin met een voltooid deelwoord staat altijd een vorm van de werkwoorden:
  1. hebben
  2. zijn 
  3. worden

Slide 8 - Slide

Voltooid deelwoord

Ik heb een fiets gekocht
Hij is ziek geworden
De brug wordt hersteld

Slide 9 - Slide

Wie heeft het drankje betaald?

Slide 10 - Open question

De docent heeft de toets nagekeken.

Slide 11 - Open question

 voltooid deelwoord
gebruik verlegproef

zij heeft geren...  
zij heeft gefluister ...
zij heeft geteken...

Slide 12 - Slide

Of gebruik het: 't (e)x - k (o) fsch (i) p

Slide 13 - Slide

(e)x - k(o)fsch(i)p
De brandweer heeft het vuur geblus...
(blussen)
(bluss)
geblust

Slide 14 - Slide

 opdracht 1 (blz. 110)
Klaar? Maak opdracht 2 (blz. 111)
timer
10:00

Slide 15 - Slide

ik heb (fietsen)

Slide 16 - Open question

heb jij (winnen)?

Slide 17 - Open question

ik heb (horen)

Slide 18 - Open question

jullie hebben (luisteren)

Slide 19 - Open question

het papier is (verscheuren)

Slide 20 - Open question

zij heeft (maken)

Slide 21 - Open question

de hond heeft (bijten)

Slide 22 - Open question

Noal heeft (twijfelen)

Slide 23 - Open question

Opdracht 2

Slide 24 - Slide

Het smeltwater heeft tot veel overstromingen ... (leiden).

Slide 25 - Open question

Rosanne heeft een smartphone van haar vriendin ... (overkopen).

Slide 26 - Open question

Door de leerlingenraad wordt een besluit ... (nemen) over het basketbalveld.

Slide 27 - Open question

De EHBO'ers hebben gisteren veel blaren ... (doorprikken).

Slide 28 - Open question

De opvallende poster heeft de kans ... (vergroten) dat meer mensen de website bezochten.

Slide 29 - Open question

Na een uurtje in de vriezer was de fles helemaal ... (bevriezen).

Slide 30 - Open question

 Huiswerk
Maak opdracht 2 (blz. 111)

Maak:
B1c - oefenopdracht zinsontleden (pv, ow, wg, lv)
in Teams - Opdrachten - vanavond voor 20.00 u



Slide 31 - Slide