This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
In welk werelddeel ligt de hoogste berg en hoe hoog is die?
Slide 1 - Open question
Hoogteligging
De ligging in hoogte vanaf de zeespiegel
1000 m omhoog is 6 graden celsius naar beneden
Slide 2 - Slide
Hoogtegordels
Grens tot aan waar bepaalde planten kunnen groeien.
Door temperatuur bepaalt
Slide 3 - Slide
Loofboomgordel
Loof- en naaldbomen
Zomer: gemiddeld warmer dan 10 graden Celsius
Winter: niet kouder dan gemiddeld -3 graden Celsius
Slide 4 - Slide
Naaldboomgordel
Alleen maar naaldbomen
Zomer: gemiddeld minstens 10 graden Celsius
Slide 5 - Slide
Alpenweiden
Hier alleen nog grassen en lage struiken.
Boven de boomgrens
Zomer gemiddeld dus kouder dan 10 graden
Slide 6 - Slide
Rotsgordel
Boven de 2500 meter
Hier groeien geen planten
Slide 7 - Slide
Eeuwige sneeuw
Vaak boven op een berg
Waar altijd sneeuw ligt
Waar nog meer?
Slide 8 - Slide
Wat is de tweede hoogtegordel vanaf het dal?
A
Loofbomen
B
Rotsgordel
C
Alpenweide
D
Naaldbomen
Slide 9 - Quiz
Welke hoogtegordel begint vanaf 2.500m?
A
Loofbomen
B
Rotsgordel
C
Alpenweide
D
Naaldbomen
Slide 10 - Quiz
Wat is een hoogtegordel?
A
Een gebied met een bepaalde plantengroei
B
Een gebied met een bepaalde temperatuur
C
Een gebied met een bepaalde hoogte
D
Een gebied met een bepaalde bebouwing
Slide 11 - Quiz
Reliëf
Hoogteverschillen in het landschap
Slide 12 - Slide
Laagland
Tussen 0 -200 meter.
Uitzondering:
Polders beneden zeeniveau
Slide 13 - Slide
Heuvelland
Tussen de 200 - 500 meter
Slide 14 - Slide
Middelgebergte
Tussen de 500 – 1500 meter
Slide 15 - Slide
Hooggebergte
Vanaf 1500 meter
Slide 16 - Slide
Vlaktes
Weinig reliëf
Laagvlakte: een gebied met hoogteligging lager dan 500 meter
Hoogvlakte/plateau: Gebied met hoogteligging boven 500 meter
Slide 17 - Slide
Absolute afstand
Afstand gemeten in een rechtelijn
Hemelsbreed
Verandert nooit!
Slide 18 - Slide
Relatieve afstand
afstand in tijd
afstand in kosten
verschilt per persoon
verschilt per vervoermiddel
verschilt per route
Bekijk de kaarten met de route van Groningen naar Maastricht: dezelfde route en toch een groot tijdsverschil. Welk vervoermiddel is gebruikt bij deze route?
Slide 19 - Slide
De absolute afstand is de afstand in
A
tijd
B
kilometers
(hemelsbreed)
C
Percentages
D
kilo's
Slide 20 - Quiz
Hemelsbreed betekent:
A
Gemeten in een kromme lijn
B
Gemeten langs de weg
C
Gemeten in uren en minuten
D
Gemeten in een rechte lijn
Slide 21 - Quiz
De relatieve afstand is de afstand uitgedrukt in
A
Percentages
B
Kilometers
C
Tijd en moeite
D
Verschillen
Slide 22 - Quiz
De relatieve afstand:
A
Is voor iedereen anders
B
Is voor iedereen hetzelfde
C
Kan niet veranderen
D
Is altijd hemelsbreed
Slide 23 - Quiz
Een nieuwe snelweg tussen twee steden zorgt voor een andere