AF les 2 Orgaanstelsels

Orgaanstelsels
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Orgaanstelsels

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les;
Is de stof rondom cellen en weefsels opgefrist 
Kun je de orgaanstelsels benoemen

Slide 2 - Slide

Zet de onderdelen van groot naar klein, 1 is het groots en 4 is het kleinst.
1
2
3
4
weefsels
organen
orgaanstelsels
cellen

Slide 3 - Drag question

Opbouw van de mens
Cel = kleinste functionele bouweenheden van het lichaam
Weefsel = groep cellen met dezelfde bouw en functie
Orgaan = groep samenwerkende weefsels (een of meerdere functies)
OrgaanStelsel = groep samenwerkende organen
Organisme = groep samenwerkende stelsel, levend wezen

Slide 4 - Slide

Verschillende soorten cellen

Slide 5 - Slide

Chromosomen
23 paar chromosomen, van elk paar is één van je moeder en één van je vader. 
Van de 22 paar zijn ze gelijk,
Bij een paar, de geslachtschromosomen verschillen van elkaar. XY  (man) en XX (vrouw)

Slide 6 - Slide

Celdeling

Slide 7 - Slide

Wat is weefsel?
A
Een groep cellen met dezelfde vorm en functie
B
Een paar organen
C
Een groep orgaanstelsels
D
Hetzelfde als een cel

Slide 8 - Quiz

Weefsels
Een groep cellen met dezelfde bouw en functie.
Er worden vijf groepen weefsels onderscheiden:
  • Dekweefsel (huid, slijmvlies, klierweefsel)
  • Steunweefsel (bot-, kraakbeen-, vet- en bindweefsel;)
  • Spierweefsel      (maken geen nieuwe cellen aan)
  • Zenuwweefsel   (maken geen nieuwe cellen aan)
  • Transportweefsel ( Bloedcellen)


Slide 9 - Slide

Spierweefsel
  1. hartspierweefsel
2. glad spierweefsel
3. Dwarsgestreept spierweefsel

Slide 10 - Slide

Zoek op
  1. Hart spierweefsel 
  2. Glad spierweefsel
  3. Dwarsgestreepte spierweefsel

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Welke 3 typen spierweefsels zijn er?

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Orgaanstelsels

Slide 16 - Slide

Welke orgaanstelsels zie je hier?
Ademhalingsstelsel
bloedvatenstelsel
Spijsverteringsstelsel
Spierenstelsel

Slide 17 - Drag question

Hoe werken orgaanstelsels samen?

Slide 18 - Slide


Welke orgaanstelsels zie je?
A
Bloedvatenstelsel en zenuwstelsel
B
Bottenstelsel en zenuwstelsel
C
Verteringsstelsel en spierstelsel
D
Je ziet alleen organen

Slide 19 - Quiz

Welke organenstelsel zie je hier?
A
Zenuwen
B
Zenuwweefsel
C
Het zenuwstelsel
D
Hersenen en ruggenmerg

Slide 20 - Quiz


Welk orgaanstelsel wordt
hier weergegeven?
A
Ademhalingsstelsel
B
Verteringsstelsel
C
Bloedvatenstelsel
D
Spierstelsel

Slide 21 - Quiz

Welk orgaanstelsel bestuurt ons gedrag?
A
Beenderstelsel
B
Spierstelsel
C
Zenuwstelsel
D
Scheidingsstelsel

Slide 22 - Quiz


Welk orgaanstelsel wordt
hier weergegeven?
A
Beenderstelsel
B
Spierstelsel
C
Ademhalingsstelsel
D
Bloedvatenstelsel

Slide 23 - Quiz

Bij welk orgaanstelsel hoort dit orgaan
A
Hormoonstelsel
B
Zenuwstelsel
C
Zintuigstelsel
D
Uitscheidingsstelsel

Slide 24 - Quiz

Opdracht
  • Maak de opdracht in Teams 

Slide 26 - Slide