CELLEN EN WEEFSELS

Cellen en weefsels en orgaanstelsels
Boek: Zorgpad persoonlijke zorg.
Thema 14
H1 Het lichaam

1 / 14
next
Slide 1: Slide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Cellen en weefsels en orgaanstelsels
Boek: Zorgpad persoonlijke zorg.
Thema 14
H1 Het lichaam

Slide 1 - Slide

De cellen
Verschillende vormen en functies.

Iedere cel heeft :
Celwand, celmembraan
Celvloeistof =cytoplasma,met organellen (uitvoeren van de processen)
 en de celkern , regelt de processen.


Slide 2 - Slide

Processen zijn
Cel voorzien van nieuwe energie
Nieuwe eiwitten,enzymen en hormonen
De afvalstoffen die vrijkomen verwerken
De celdeling
De organellen voeren deze processen uit


Slide 3 - Slide

Celwand
Vormt de grens tussen de celvloeistof en de lichaamsvloeistof
Functies:
  • Membraan, hierdoor gaan voedingsstoffen in de cel en afvalstoffen uit de cel.
  •  Tegenhouden van ongewenste stoffen .
  • Dat het eigen afweersysteem de cel niet aanvalt

Slide 4 - Slide

Celkern
23 paar chromosomen= 46 chromosomen
Opgerolde DNA draden
DNA bevat de erfelijke eigenschap
Ieder stukje DNA heet een gen
Op 1 chromosoom bevinden zich duizenden genen

Slide 5 - Slide

 
Mitose: celdeling van gewone lichaamscellen
chromosomen (46)verdubbelen ,DNA draden zichtbaar
Kernwand is opgelost
Chromosomen liggen in het midden van de cel
Worden uit elkaar getrokken
De wand tussen de 2 cellen sluit zich weer



Meiose: celdeling van geslachtscellen, reductiedeling.
Van 22 paar +XX naar 22+X
Zaadcel en eicel (smelten samen), DNA is weer verdubbeld.
44 en 2 geslachtschromosomen XX of XY

Slide 6 - Slide

Weefsels
Groep cellen met dezelfde bouw en functie.
Dekweefsel
Steunweefsel
Spierweefsel
Zenuwweefsel
transportweefsel

Slide 7 - Slide

Dekweefsel, epitheel
  • Bekleed de binnenkant en buitenkant van de organen, door epitheelcellen.
  • Vormt de klieren
  • De huid
  • Holle organen; hart, bloedvaten,darmen
  • Slijmvlies, is dekweefsel met slijmproducerende cellen

Slide 8 - Slide

Steunweefsel,bindweefsel
  • Zorgt voor de stevigheid,
Tussen de cellen bevindt zich:
 -bindweefsel, met collagene vezels
 -botweefsel, met botcellen en kalkzouten
 -kraakbeenweefsel,kraakbeencellen met een veerkrachtige tussenstof
Bijv:pezen, gewrichtsbanden, in de huid, in de slagaders

Slide 9 - Slide

Spierweefsel
Beweging van het lichaam
3 soorten spierweefsel: 
  • Dwarsgestreept, willekeurig,skeletspieren, dit weefsel is vermoeibaar, staan onder onze wil
  • Gladde spieren,onwillekeurig,onvermoeibaar, staan niet onder onze wil,
  • Hartspierweefsel= dwarsgestreept, en onwillekeurig, staat niet onder onze wil,onvermoeibaar.

Slide 10 - Slide

Zenuwweefsel
  • Voor geleiding van prikkels van de hersenen naar de organen enz,
  • veel korte uitlopers en 1 lange uitloper
  • De neuriet …. Geeft de prikkel naar andere cellen door.
  • Zenuwweefsel zit in de hersenen,het ruggenmerg en in de zenuwknopen

Slide 11 - Slide

Het bloed
Vloeistof
Rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Bloedplaatjes
Slagaders
Aders


De Lymfe
Vocht
Voedingsstoffen
Zuurstof
Afvalstoffen
Transporteert dit naar het bloed

Slide 12 - Slide

Orgaanstelsels
  • Een orgaan bestaat uit verschillende weefsels en heeft een bepaalde functie.
  • Een orgaanstelsel is opgebouwd uit verschillende organen die samen een bepaalde functie hebben.
  • Een orgaanstelsel werkt zelfstandig (autonoom=vegetatief) ,staat niet onder onze wil.

Slide 13 - Slide

Orgaanstelsels zijn:
Het circulatiestelsel
Het spijsverteringsstelsel
Het ademhalingsstelsel
Het uitscheidingsstelsel
Het hormoonstelsel
Het zenuwstelsel

Slide 14 - Slide