Bs 3 Transcriptie

• Biologie
• WO
• Studiejaar 5

Thema 2. DNA transcriptie

Benodigheden

- Boek & Binas

- Schrift

- Pen, potlood, etc

- Rekenmachine

Cijfer

- NEE

Lessonup

- JA

Tassen in

de tassenkast

Telefoons op de hoek van de tafel

today''s program 

terugblik vorige les

transcriptie

Huiswerk

1. RNA                                 3. RNA-polymerase

2. Transcriptiefactoren  4. DNA

wat is geen RNA?

1. mRNA
2. tRNA
3. rRNA
4. kRNA

Wat heb je niet nodig voor transcriptie?

1. RNA-polymerase
2. transcriptiefactoren
3. Helicase
4. DNA

Leerdoelen: 'wat ik ga leren'

Ik kan... 

• beschrijven hoe transcriptie plaats vindt
• verklaren hoe er dankzij splicing verschillende eiwitten gecodeerd kunnen worden door één gen.

Begrippen:

RNA  (mRNA, rRNA, tRNA) - transcriptie - RNA-polymerase - transcriptiefactoren 

template/matrijsstreng - coderende streng - splicing

deze les 

noem verschillen tussen RNA en DNA
(bekijk BiNaS 71C)

BiNaS 

71F

1. transcriptiefactoren binden promotor aan matrijsstreng 
   
2. RNA-polymerase daarna aan dit complex  

3. pre-mRNA wordt gevormd

4. transcriptie eindigt bij eindsignaal 

pre-mRNA

RNA-processing

• welke aanpassingen vinden plaats tijdens RNA-processing? 
• vergelijk met BiNaS 71H

• splicing oiv spliceosoom
  
• deel van weggeknipte introns wordt gebruikt om speciale typen RNA te vormen
  
• door splicing verschillende eiwitten op basis van zelfde stukje matrijsstreng 

https:

huiswerk

bestudeer bs 3

maak opdrachten 17 t/m 20

Welke vind je fijner?

Nearpod

Lessonup

bord-les

Zelfstandig werken