Transcriptie

1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leerdoelen

na de les kun je:
beschrijven hoe transcriptie plaatsvindt
Verschil tussen RNA en DNA beschrijven
RNA-processing uitleggen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Van DNA naar RNA:
Wat zijn de verschillen tussen DNA en RNA?

Slide 6 - Open question

Transcriptie = vormen mRNA
  1. Ontvouwen DNA
  2. Promotor + transcriptiefactoren = plek waar RNA-polymerase kan binden
  3. Waterstofbruggen verbreken

  • Matrijsstreng  of Template-streng (niet-coderend)
  • Coderende streng

Transcriptie vindt plaats langs de matrijsstreng: 3'->5' mbv vrije RNA-nucleotiden uit kernplasma t/m stopcodon

Binas tabel 71E


Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Het Pfizer en Moderna vaccin bevatten een stukje RNA. Waar bevat dit RNA het recept voor?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

De coderende streng van een stuk DNA heeft de volgende basen:
CGAATACGGATATG.
Welk RNA wordt er gevormd bij transcriptie?

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Eukaryoten
pre-mRNA

RNA-processing
  • Introns = niet-coderend ; eruit
  • Exons = coderend ; blijft




mRNA
Binas tabel 71H

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Alleen in mitochondriën is het enzym DNA-polymerase-γ actief. Dit enzym
kopieert, controleert en repareert het mtDNA. Het gen voor dit enzym bevindt zich niet in de mitochondriën, maar in de celkern.
In een cel kunnen de volgende processen optreden:
1 replicatie; 2 splicing; 3 transcriptie; 4 translatie

Welke processen treden op en in welke volgorde om dit enzym te maken?
A
2-3-4
B
3-2-4
C
3-4-2
D
1-3-2-4

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video

Slide 18 - Link

Slide 19 - Link

Maak nu opdracht 18-21
Klaar? 
ga verder met paragraaf 4 (Translatie en Eiwitsynthese)

Slide 20 - Slide

(Alternative) splicing

Spliceosoom knipt introns (afgebroken of ander doel) uit pre-mRNA en plakt exons aan elkaar

Dus; uit één pre-mRNA kunnen meerdere mRNA-moleculen ontstaan. Oftewel: 1 gen kan coderen voor meerdere eiwitten.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Transcriptie - translatie

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide