Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2
This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
M&M Economie
Wat wordt de prijs?
Slide 1 - Slide
Zelf aan het werk
Afmaken alle opdrachten van 1.2
12 minuten
Slide 2 - Slide
1.3 Wat wordt de prijs?
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
§ 1.3 Wat wordt de prijs?
Bedrijven kopen producten in voordat ze goederen kunnen verkopen.
De prijs die een winkelier betaalt voor een product dat hij later wil verkopen noem je de inkoopprijs.
Slide 5 - Slide
Wat wordt de prijs?
Omdat de winkelier geld wil verdienen aan zijn ingekochte producten, verkoopt hij zijn producten voor een hoger bedrag dan de inkoopprijs.
Het bedrag dat de winkelier bij de inkoopprijs optelt zodat hij de fiets voor meer geld verkoopt, is de Brutowinstopslag.
= brutowinstmarge of brutowinst
Slide 6 - Slide
Wat wordt de prijs?
De verkoopprijs is het bedrag waarvoor een winkelier een product verkoopt.
inkoopprijs + brutowinstopslag = verkoopprijs
Slide 7 - Slide
Wat wordt de prijs?
Hans besteld bij een groothandel een 100 blikjes energy die hij in zijn winkel wil verkopen. De inkoopprijs van 100 blikjes is € 120. Hans berekend een brutowinstopslag van 40% van de inkoopprijs. Wat wordt de verkoopprijs?
Stap 1 Bereken de brutowinstopslag
Dat is 40% van € 120--> 0,40 x € 120 = €48
Stap 2 Tel de brutowinst op bij de inkoopprijs
De verkoopprijs wordt €120 + € 48 = € 168
Slide 8 - Slide
Hans wil meer winst maken. De inkoopprijs blijft €120 Hij verhoogt de brutowinstopslag naar 60% van de inkoopprijs. Wat is nu de verkoopprijs?
Slide 9 - Slide
Stap 1 Bereken de brutowinstopslag
Slide 10 - Open question
Stap 2 Bereken de verkoopprijs
Slide 11 - Open question
Bruto Toegevoegde Waarde =
belasting op een product (21% of 9%)
Slide 12 - Slide
BTW (en consumentenprijs)
Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstopslag
Consumentenprijs = verkoopprijs + btw.
Dit is het bedrag wat ik als bedrijf ontvang MET btw.
Bedrijven moeten de btw afstaanaan deoverheid, dus zij houden alleen de verkoopprijs over.
Slide 13 - Slide
Hans zijn verkoopprijs voor 100 blikjes energydrank was € 192
Piet geeft een feestje en wil 100 blikjes energydrank kopen.
Hoeveel betaalt Piet voor de 100 blikjes energydrank?
Slide 16 - Open question
Aan het werk
1.3 Wat wordt de prijs?
Maak opdrachten 1 t/m 5
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Laptop inclusief (met) 21 % btw = 450 euro
Wat is de prijs exclusief (zonder) 21% btw?
Slide 19 - Slide
Laptop inclusief (met) 21 % btw = 600 euro
Wat is de prijs exclusief (zonder) 21% btw?
Slide 20 - Slide
Laptop inclusief (met) 21 % btw = 600 Wat is de prijs exclusief (zonder) 21% btw?
Slide 21 - Open question
Stap 1: bereken 1%
€ 600 : 121 (want 100% + 21%) = € 4,96
Stap 2: Bereken de prijs exclusief (zonder) 21% btw
€ 4,96 x 100 = €496
Slide 22 - Slide
Wat is de inkoopprijs?
A
De prijs waarvoor een bedrijf goederen inkoopt
B
De prijs waarvoor een bedrijf goederen verkoopt
C
De prijs die we betalen om goederen te exporteren
D
De prijs die je betaalt in de winkel
Slide 23 - Quiz
Wat is omzet?
A
Afzet x inkoopprijs
B
Inkoopprijs x verkoopprijs
C
Afzet x verkoopprijs
D
Afzet : verkoopprijs
Slide 24 - Quiz
Ik heb 300 broodjes verkocht van 2,95. Wat is mijn omzet?
Slide 25 - Open question
Jan koopt een gazelle fiets in voor €300. Zijn brutowinstopslag is €150. Wat wordt zijn verkoopprijs?
Slide 26 - Open question
Hans bestelt bij een groothandel een stoel die hij in zijn winkel wil verkopen. De inkoopprijs van de stoel is €120. Hans berekend een brutowinstopslag van 40% van de inkoopprijs. Wat wordt de verkoopprijs?
Slide 27 - Open question
Hans verkoopt vandaag 20 stoelen voor € 168 per stoel. Wat is zijn afzet?
Slide 28 - Open question
Hans verkoopt vandaag 20 stoelen voor € 168 per stoel. Wat is zijn omzet?
Slide 29 - Open question
Aan het werk
1.3 Wat wordt de prijs?
Maak opdrachten 6 t/m 10
Uiterlijk donderdag aftekenen!
Niet afgetekend dan kom je vrijdag om 8.00 uur op school om het af te maken.