This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
- Je kent de conventies voor het schrijven van een zakelijke brief
- Je kunt een zakelijke brief schrijven
Zet een
witregel
tussen de onderdelen
INLEIDING: Wie ben je en waarom schrijf je de brief?
KERN: Informatie geven.
SLOT: Wens of verwachting uitspreken.
De volgende opdracht maak je eerst
in je schrift of op een kladpapier.
Daarna schrijf je de brief in het net.
Doe dit met pen en zorg dat je leerbaar schrijft.
Schrijf nu zelf een antwoordbrief op basis van de briefconventies. Maak voor de adressen gebruik van Roza's brief.
Lees eerst de volgende slide, begin dan aan de brief.
1. Schrijf in de inleiding waarom je deze brief schrijft.
2. De gegegeven tekst is het middenstuk van de brief. Neem het antwoord op Rosa's vragen over en zorg voor een goede alineaverdeling.
3. Schrijf de slotalinea. Neem daarin één van de volgende zinnen op:
Schrijf de brief eerst in kladversie:
- Ik hoop dat ik u hiermee voldoende informatie heb gegeven.
- Ik ga ervan uit dat u hiermee voldoende informatie hebt gekregen.
- Ik ben graag bereid uw vragen te beantwoorden.
4. Schrijf een passende groet
5. Wat stuur je volgens de tekst mee? Noteer dat achter Bijlage:.
6. Controleer je tekst m.b.v. de checklist in de volgende slide.
Schrijf de brief netjes en leesbaar:
7. Schrijf de brief foutloos over. Doe dit met pen.
8. Lever de brief (met je eigen naam bovenaan het blaadje) in bij de docent.